Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Wat als aso-leerlingen les volgen in het tso?

  • 26 oktober 2017
  • 4 minuten lezen

Aso-leerlingen Jonas en Toon (allebei 17) volgen wekelijks een module in een tso-school. Tussen de ronkende machines in vaklokalen ontdekken ze of ze de richting Industrieel Ingenieur op hun studiekeuzelijstje voor hoger onderwijs mogen omcirkelen of schrappen. Maar ook dat ze hun tanden stukbijten op de mix van theorie en praktijk.

Aso-leerlingen Jonas en Toon tijdens een les pneumatica van leraar Mustafa Tokgoz.
Aso-leerlingen Jonas en Toon tijdens een les pneumatica van leraar Mustafa Tokgoz.

Een dag per week fietsen leerlingen Wiskunde-Wetenschappen van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas, een aso-school in statige gebouwen, naar de vaklokalen in de Vrije Technische Scholen (VTS). In die bso-/tso-school aan de andere kant van de stad volgen ze de modules pneumatica, PLC-sturing en elektronica. Een uitloper van het project ‘Accent op Talent’. Een samenwerking waar beide directeurs heel erg achter staan en waarvoor ze de lessenroosters van beide scholen in elkaar schuiven.

Wiskunde- en fysicaleraar Liesbeth Gijsels coördineert de samenwerking die de aso-leerlingen helpt in hun studiekeuze voor hoger onderwijs. “Een belangrijk deel van onze leerlingen Wetenschappen-Wiskunde denkt aan de richting Industrieel Ingenieur. Alleen kunnen ze nauwelijks inschatten wat ze allemaal mogen verwachten. Elektronica staat daar op het programma, maar wat is dat precies? Dat komt in hun aso-opleiding nauwelijks aan bod.”

In tso zitten de experten

“Daarom sturen we ze naar tso. Want daar zitten de experten: tso-leraren met de kennis en de infrastructuur om onze leerlingen in te wijden in het vak. Ze krijgen carte blanche om de module naar hun hand te zetten. Ze moeten geen specifiek leerplan volgen, geen eindtermen behalen. Maar dat betekent niet dat het vrijblijvend is, onze leerlingen krijgen punten van de vakleraren. Dat zij hun deuren openzetten voor leerlingen die ze van haar noch pluimen kennen, die niet op hun school zitten, vind ik heel knap.”

“Voor de leerlingen uit de derde graad Wetenschappen-Wiskunde gaat een wereld open. De meeste komen voor het eerst op een bso-/tso-school. Sommige leerlingen raken geboeid door de modules en willen meer. Anderen vinden hun draai niet in de praktijkgerichte aanpak. Geen probleem. Iedereen weet meer. Viel de module mee? Dan is Industrieel Ingenieur meer dan ooit een goede optie. Sloeg het tegen? Ondervinden dat het niets voor jou is, helpt je ook verder in je studiekeuze.”

Tanden stuk op tso-leerstof

Zesdejaars Toon en Jonas schrapten Industrieel Ingenieur intussen van hun lijstje met studierichtingen voor volgend jaar. Maar dat maakt ze niet minder enthousiast over de lessen in een tso-school.

‘Die eerste keer op VTS was een beetje onwennig”, bekent Toon. “Een school met ronkende machines, waar je meisjes echt met een vergrootglas moet zoeken tussen allemaal jongens. Maar intussen vind ik het fijn. De tso-leraren gaan losser met hun leerlingen om en vertrouwen ons. En hun lessen zijn veel praktischer. Na een stukje theorie moeten we zelf de handen uit de mouwen steken. We leren solderen: met een pennetje vloeistof verwarmen en vervolgens buizen tegen elkaar versmelten. Dat zie ik ons niet meteen doen op het Seminarie.”

Jonas knikt: “En dan bijten we soms echt onze tanden stuk op leerstof die tso-leerlingen wel beheersen. Zelfs de theorie is niet makkelijk. Niet dat ik vooraf dacht dat tso-lessen niet veel voorstelden, maar je beseft tijdens die modules snel dat je als aso-leerling niet alles kan. En dat ik niet bijster handig ben, bleek ook in die vaklokalen (lacht). Mijn toekomst ligt niet in Industrieel Ingenieur. Wel in Bio-ingenieur, Wetenschappen of Geneeskunde.”

Uit de veilige cocon van aso

Voor leraar Liesbeth stopt het project niet bij studiebegeleiding. “Minstens even belangrijk vinden we dat onze leerlingen een keer per week hun veilige cocon van het Seminarie verlaten en het bso-/tso-onderwijs binnen stappen. In het begin van het schooljaar zorgt dat altijd voor angst. ‘Moet dat echt?’ vragen ze. ‘We kennen daar niemand’. En de eerste weken blijven ze op de speelplaats in een aso-cirkeltje staan.”

“Ook voor de leerlingen van het VTS is het schrikken. Een dubbele shock: wat komen die aso-leerlingen doen én eindelijk meisjes op onze school. Op het VTS loopt maar een handvol meisjes rond. Onze gemengde klassen zorgen voor een opstoot van de hormonen, lachen de collega’s daar.”

Samenwerken met tso/bso waardeert aso op

“De samenwerking levert intussen ook in andere graden opvolgers op. Onze leerlingen van 1 Moderne krijgen lessen hout van tso-leerlingen. Die stoere gasten die onze jonge meisjes en jongens warm maken voor techniek, dat is een geweldig beeld. Onze leerlingen leren de bso-/tso-school, de vakken, leraren en leerlingen kennen. Ze gaan positiever denken over tso/bso en dat verlaagt de drempel als ze merken dat daar hun talent ligt en ze zich willen heroriënteren. En wij waarderen met die samenwerking onze Moderne op, want willen dat die even sterk is als de populaire STEM en de gevestigde waarde Latijn.”

Bart De Wilde

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren