Vlaanderen
Klasse.be

Actueel

Directe instructie of zelfontdekkend leren?

  • 18 januari 2018
  • 3 minuten lezen

‘Ouderwets onderwijs blijkt het beste’, kopte de krant De Morgen boven een stuk over de voordelen van ‘directe instructie’. “Bij directe instructie leer je als leraar de basisvaardigheden expliciet en systematisch aan. Zo ervaren al je leerlingen succes door actief te oefenen”, duidt Wim Van den Broeck, professor ontwikkelings- en onderwijspsychologie aan de VUB.

Maar wat is er nu ouderwets of vernieuwend aan directe instructie en aan de tegenhanger zelf-ontdekkend of constructivistisch leren? Eigenlijk zijn ze beide zowel oud als nieuw.

Directe instructie sluit inderdaad aan bij het klassieke klassikale leren, zoals dat al eeuwen over de hele wereld met succes wordt toegepast. Zo was dit model de motor achter de massale democratiseringsgolf in het onderwijs tussen de jaren 1960 en 1990.

Als we nu echter spreken over het model van directe instructie, dan gaat het over de recentere variant waarbij we maximaal rekening houden met de wetenschappelijke inzichten over de menselijke cognitie, het leren en het geheugen.

In dit model is er veel aandacht voor een gedetailleerde uitwerking van elke les, zodat elke leerling daar maximaal kan van leren (zie het boek Expliciete Directe Instructie, boordevol praktische informatie).

De door te lopen fasen zijn: eerst legt de leraar het expliciet uit (en doet het voor), daarna oefenen de leerlingen gezamenlijk, en dan oefent de leerling zelfstandig.

De door te lopen fasen zijn: eerst legt de leraar het expliciet uit en doet het voor, daarna oefenen de leerlingen gezamenlijk, en dan oefent de leerling zelfstandig

Wim Van den Broeck
professor ontwikkelingsen onderwijspsychologie aan de VUB

Hierbij is er veel aandacht voor oefenen en automatiseren, zodat alle leerlingen de stof gaan beheersen. Dit model sluit aan bij het centrale idee van onderwijs als cultuuroverdracht (kennis, vaardigheden en houdingen).

Het model van zelf-ontdekkend, onderzoekend of constructivistisch leren, dat voorstanders graag voorstellen als vernieuwend, is in feite ook al oud.

Al van in de tijd van Rousseau (18de eeuw) kwam er een tegenbeweging op gang, als een slinger in de geschiedenis telkens weerkerend, die de nadruk legde op de zelfwerkzaamheid en spontaneïteit van het kind.

Hier wordt de leraar vooral gezien als een coach, een facilitator, die het zelf-ontdekkende leren van de leerling in goede banen probeert te leiden. Dit model ziet onderwijs voornamelijk als zelfontplooiing waarbij we moeten inspelen op de individuele leerbehoeften van de leerling.

In de praktijk combineren de meeste leraren elementen uit beide benaderingen (en dat is verre van verkeerd). Nu en dan aansluiten bij de leefwereld van het kind, de link leggen met reële maatschappelijke onderwerpen, creativiteit stimuleren, leerlingen leren samenwerken zijn allemaal waardevolle dingen in goed onderwijs.

Zolang we maar niet in de val trappen, zoals in het constructivisme, om schools leren te verwarren met natuurlijke vormen van leren (zoals leren praten). Schools leren is per definitie niet natuurlijk: er wordt geen kind geboren met de behoefte te leren lezen of rekenen.

Kinderen kunnen dat niet allemaal zelf ontdekken. Schools leren is dus een kwestie van cultuur, niet van natuur. Vandaar dat directe instructie ook echt effectief is, zoals uit alle onderzoek blijkt.

Bovendien verkleint het de verschillen tussen de leerlingen en is het daardoor een cruciale hefboom in het bestrijden van sociale achterstand. Te sterk differentiërend of individualiserend onderwijs, daarentegen, vergroot de verschillen en doet het algemene niveau dalen, omdat het vooral zwakke leerlingen te weinig uitdaagt uit te stijgen boven hun niveau.

Prof. Dr. Wim Van den Broeck

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Y

Yves Demaertelaere

18 januari 2018

Directe instructie is iets anders dan het leerstofjaarklassensysteem. Eerder een samenspel van verschillende didactische werkvormen is interessant waarbij directe instructie voor bepaalde leerdoelen interessant is, maar helemaal niet voor alle leerdoelen in een klassikaal systeem. Directe instructie vraagt veel voorbereidingstijd door de leerkracht. Het heeft dus geen zin om een volledige dag directie instructie te organiseren. Kan het dan ook anders? Lees, deel en schrijf je in op volgende blog https://yvesdemaertelaere.wordpress.com/2017/12/12/wat-als-scholen-restaurants-waren/

Reageren
G

Gert

18 januari 2018

Geef mij maar directe instructie. Dit is de leervorm waar ik het meest van opgestoken heb en het meest van genoten heb. Het restaurant scenario van Yves Demaertelaere is eerder een nachtmerrie. Voor wie echt wil leren is het juist heerlijk om zich eens één tot twee uurtje met één vak bezig te zijn. Elk objectief onderzoek lijkt dit te onderbouwen: de klassieke vorm van directe instructie (frontaal onderwijs gevolgd door oefeningen) is het meest effectief en geeft het meeste voldoening bij de meerderheid van leerlingen. Uiteraard zijn er enkele uitzonderingen voor wie zelfontdekkend leren de betere keuze is, maar dit blijven uitzonderingen.

Reageren
R

Raf Feys

19 januari 2018

Directe/expliciete instructie kan naargelang het onderwerp vele vormen aannemen. Het is ook vaak vrij interactief In mijn boek over wereldoriëntatie (Plantyn) nam ik lesprotocollen op voor lessen natuurkennis lager onderwijs over b.v. de eigenschappen van lucht. De leerkracht zegt b.v. 'Wat zal er gebeuren als ik straks deze proefbuis leerlingen et de opening naar beneden in het water stop? De leerlingen formuleren een antwoord. De proef wordt uitgevoerd en de leerlingen stellen tot hun verwondering vast dat er geen water in komt. Dan wordt de leerlingen gevraagd hoe dat zou komen dat er geen water in komt. Een leerling antwoordt b.v. 'Iets vult de buis en houdt het water tegen. Enz. Zo'n instructie verloopt ander dan een eerste les over b.v. cijferrekenen waar de leerkracht eerst demonstreert hoe het moet, of een les over leren lezen in het eerste leerjaar. Directe instructie wordt ook ten onrechte geassocieerd met leerlingen die passief zijn. Met expliciete instructie wil men de leerlingen maximaal 'mentaal' activeren.

Reageren
P

Pieter Tijtgat

19 januari 2018

Graag raad ik aan iedereen het blogbericht aan dat heerlijk helder de nuance, de voor- en nadelen en het compromis van vormen van directe instructie en zelfontdekkend leren duidt: https://duurzaamonderwijs.com/2018/01/18/ouderwets-onderwijs-blijkt-het-beste-of-hoe-kort-door-de-bocht-kan-je-nog-gaan/

Reageren
W

Wim Van den Broeck

19 januari 2018

Graag verwijs ik naar mijn uitvoerige reactie op dit blogbericht waarmee ik het deels eens ben, maar in essentie oneens: https://duurzaamonderwijs.com/2018/01/18/ouderwets-onderwijs-blijkt-het-beste-of-hoe-kort-door-de-bocht-kan-je-nog-gaan/

Reageren
J

Jan T'Sas

20 januari 2018

De reactie van Kris geeft inderdaad uitstekende duiding. De reacties daarop, o.a. van Wim Van den Broeck, passen daar in mijn ogen minder bij, omdat ze meer over een achterliggende ideologie gaan dan over de kern van de zaak: een kwaliteitskrant die door onkunde de onderwijswereld misleidt.

Reageren
W

Wim Van den Broeck

24 januari 2018

De achterliggende onderwijsvisie is uiteraard de kern van de zaak. De krant was kort door de bocht (echter niet fout), maar dat is nogal eigen aan krantenartikelen in het algemeen. De reactie van Kris Van den Branden is juist wel misleidend, precies omdat hij één niet gepubliceerde studie over klassikaal onderwijs aanhaalt waaruit zou moeten blijken dat klassikaal onderwijs ook negatieve effecten kan hebben. Hij verzwijgt echter de grote hoeveelheid gepubliceerde studies die robuust aantonen dat directe instructie zeer goede leerresultaten oplevert.

Reageren
G

G. De Vos

25 januari 2018

Er mag geen bezwaar tegen zijn dat een journalist een studie gevonden heeft die beweert dat ouderwets onderwijs geen kwaad kan. Zolang er genoeg wetenschappers zijn die onderzoek doen dat het onderwijs wereldwijd vooruithelpt. In België werd begin jaren negentig publiek gemaakt dat ons onderwijs ernstige problemen heeft. Qua output staan wij onderaan internationale rankings. Spontaan begonnen wij te vergelijken met systemen die het wel goed doen: voor het secundair het Scandinavische, voor het hoger het Amerikaanse. Opvallend gemeenschappelijk referentiekader: constructivisme. De leerkracht organiseert het leren, de lerende leert zelf. Er wordt gebruik gemaakt van de inzichten van Sperri & Ornstein over de werking van de hersenen, voor talen van het leren vanuit observatie volgens Krashen en de prioriteit van woordenschatverwerving volgens Lewis. Taalonderwijs heet in dit millennium 'input-driven & task-based' te zijn. Ikzelf kan getuigen van de effectiviteit - zowel klassikaal op school als individueel in bedrijven. Een professor die op zoek gaat naar bewijzen dat er niets mis is met doceren lijkt mij een beetje bizar. Het is iets als aantonen dat het leven als jager-verzamelaar nog zo slecht niet was.

Reageren
W

Wim Van den Broeck

26 januari 2018

Deze reactie bevat heel wat feitelijk onjuiste stellingen. Ons onderwijs was de jaren '90 absolute wereldtop, zowel wat betreft het algemeen niveau alsook op het vlak van het bieden van kansen voor sociaal zwakkere groepen. Het is wel zo dat er toen ook al heel wat ideologische stemmingmakerij was tegen ons onderwijs. Zelfs nu staan we nergens onderaan in de rankings, hoewel we zeker aan het afzakken zijn. De ideologie van het constructivisme (de leerling construeert zelf zijn kennis) lag aan de basis van deze stemmingmakerij en wordt vandaag internationaal terecht door de overgrote meerderheid vd wetenschappers beschouwd als strijdig met alle wetenschappelijke kennis over de menselijke cognitie. Onderwijsvernieuwing is belangrijk, maar zit niet zozeer in de vorm van het onderwijs, wel in de inhoud ervan.

Reageren
G

G. De Vos

27 januari 2018

Volgens de laatste OESO-studie stonden we voor drie van de vijf criteria in de onderste helft. Begin jaren negentig had Scandinavië 0 % zittenblijvers of drop-outs. België stond op de laatste plaats met 25 % voor lager en middelbaar onderwijs, meer dan 50 % voor hoger. Er is nauwelijks iets gedaan met bijna honderd jaar ontwikkelingspsychologisch onderzoek ('self-esteem'). M.b.v. MRI-scans weten we dat bij informatieverwerking ook het auditieve, het visuele, het motorische en het emotionele geheugen geactiveerd kan worden. Het Europees ReferentieKader voor taaltraining is gebaseerd op het model van Krashen. Lewis' uitgeverij werd overgenomen door Oxford University Press. De laatste jaren is er wel een 'vintage trend'. 'Back to the fifties' is hip. Populisten proberen de onkritische massa op te hitsen tegen de onderwijsvernieuwing die Nederland heeft ingevoerd in 1999. Premier Rutte maakte zich er onlangs vrolijk over dat wij amper multinationals hebben. Gerenommeerde wetenschappers en ondernemers hebben bij ons typisch in Amerika gestudeerd. Ons onderwijs focust niet op talent of zelfvertrouwen. Ook qua opvoeding hebben we ons laten opjagen door populisme in digitale netwerken, circuits die losstaan van de werkelijkheid en radicalisering versterken. Onze cultuur had een niveau bereikt waarin wij onze kinderen vooraf onze verwachtingen verduidelijkten tegenover nieuwe situaties. Als het fout liep, legden wij uit wat beter kon. Die aanpak werkte niet bij bepaalde migranten. Berbers uit het Riff-gebergte lachten ons uit. 'Als je er geen pak slaag voor krijgt, mag het.' In plaats van onze verworvenheden geduldig uit te leggen vergleden wij in repressie. Resultaat: de berbers werden opstandig (terreur), de Belgische kinderen kregen een burn-out. Wij moeten populisten een plaats geven in het maatschappelijke debat maar zij moeten hun plaats kennen. We mogen onze cultuur niet op de helling zetten.

N

Norbert Ranson

19 januari 2018

Directe instructie of zelfontdekkend leren? Het is een en-en-verhaal.
Spilfiguur daarin is de leerkracht (m/v). Hij is het die de keuze maakt wanneer ‘wat’ wordt ingezet. En hopelijk berust die keuze op wetenschappelijk inzicht; de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid om de doelen te realiseren die men zich heeft voorgenomen om deze dan vakkundig om te zetten in het ‘hoe’.
Hoe voert men als vakman die keuze uit? Het sleutelwoord is klasmanagement, in de ruimste betekenis van het woord: het creëren van een doelgerichte en veilige leeromgeving naast – en zeker niet in het minst – de zorg voor organisatorische aspecten, het gericht sturen van afspraken, bewust ageren op regels en waarden die het omgaan met elkaar positief bevordert...

Goed onderwijs is onderwijs dat aansluit bij de leer-en ontwikkelingsbehoeften van de leerlingen: hun kennen, hun kunnen, hun zijn. Dat vergt niet meer aanpak, wel een andere aanpak. De leerkrachten zijn zich daar zeker bewust van. Het is dus geen kwestie van (niet)willen of (niet)kunnen! Maar waarom gebeurt dat dan zo beperkt? Vaak vormt het ‘zijn’ van de leerlingen een mentale barrière in het handelen van de leerkracht; leerlingen niet echt kunnen aanvaarden zoals ze zijn. Wat ik ook doe, het brengt niets op!
Dat vraagt van menige leerkracht een mentale reconversie: het geloof dat het gros van al de leerlingen, ongeacht hun ‘zijn’, een beheersingsniveau kan bereiken dat ze toelaat en uitdaagt om een hoger niveau aan te gaan.

Ik kan het niet beter zeggen dan Euclides: 'De meeste ideeën over onderwijs zijn niet nieuw, maar niet iedereen kent de oude ideeën'. Laat ons dan werk maken van die ‘oude ideeën’.

Reageren
J

Jan T'Sas

20 januari 2018

DM maakt jammer genoeg een fameus potje van dit onderwerp. Nog erger is dat dit potje massaal wordt gedeeld op sociale media met "ja's" en "eindelijks" die weinig blijk geven van kritische denken. Samengevat zie ik dit: een bijzonder misleidende kop, een weinig genuanceerd en zelfs polariserend verhaal, geen uitleg over wat directe instructie écht inhoudt (zoals het actuele concept van binnenklasdifferentiatie, jawel) en hoe het gemakkelijk op een foute manier kan worden toegepast, lerarenopleidingen die collectief worden afgedaan als eenzijdige aanhangers van edutainment, weinig of geen blijken van onderzoeksjournalistiek (alsof de redacteur enkel de synthese van het onderzoeksartikel gelezen heeft) en verwijzingen die er totaal niet toe doen. Wie zich hierin echt wil verdiepen, neemt er het best de studie zelf bij, van Stockard & co. (op http://journals.sagepub.com/…/full/10.3102/0034654317751919…, gratis downloadbaar via elke universiteitsbibliotheek). Of google eens 'direct instruction' in combinatie met 'Engelmann & Becker', de grondleggers van DI.

Reageren
G

G. De Vos

21 januari 2018

Directe instructie heeft zeker bijgedragen tot de democratisering van het hoger onderwijs. Het is passief, oppervlakkig, vluchtig, uiterst geschikt voor grote aula's, dus goedkoop. In de meeste andere landen wordt constructivisme toegepast. De leerkracht organiseert het leren maar de lerende leert zelf ('kennisconstructie'). Niet te verwarren met methodescholen (Steiner, Freinet, Montessori e.d.). Waarschijnlijk als reactie tegen het dwangmatige van klassiek onderwijs stellen die de leerbereidheid centraal. Volgens de huidige leerplannen moeten leerdoelen worden omgezet in 'haalbare, uitdagende activiteiten'. Te veel herhaling is slaapverwekkend. Boven de hoofden van de leerlingen lesgeven is stresserend. Leerlingen moeten vooruitgang kunnen maken. Dat is goed voor het zelfvertrouwen. Re-constructie verlaagt rendement en output. In constructief onderwijs worden activiteiten onmiddellijk geëvalueerd. Uit niet-wetenschappelijk onderzoek van onderwijsgoeroes Mr & Mrs Hollingsworth blijkt dat leerlingen best tevreden zijn over Expliciete Directe Instructie. Veel leerlingen zijn niet graag actief in de les. Ons hoger onderwijs mag best duurder, bv. een maand vakantiewerk als inschrijvingsgeld. Als de docenten maar worden omgeschoold om 'het leren te organiseren' en niet gewoon 'les (leerstof) te geven', soms nog zonder cursus of met enkel een digitale presentatie. Sinds de boekdrukkunst wordt kennis gedrukt. Integreer authentieke publicaties (eventueel online) in de kennisconstructie. Meer studenten zullen waar voor hun geld krijgen en de studie kunnen afmaken waarvoor ze betaald hebben.

Reageren
G

Gerda

27 januari 2018

Ik merk dat hier heel veel onderzoeksresultaten aangehaald worden.Elk onderzoeksresultaat heeft wel een tegenhanger die het tegenovergestelde beweert. Zo is het ook met statistiek. Het hangt er van af hoe je je parameters stelt, daarmee kan je alles bekrachtigen of afbreken.Ik heb ondertussen 45 jaar bewuste ervaring met ons schoolsysteem, als leerlinge, student en docent. Ik heb heel wat onderwijsstijlen,stromingen enz...aan den lijve ondervonden, uitgeprobeerd en toegepast, sommige gebruik ik nog steeds, andere heb ik aangepast. Directe instructie kan- waarbij heel schematisch en gestructureerd gewerkt wordt. zelfs daarin kan de leerling zelf ontdekken. De leerkracht leidt echter het leergebeuren stapsgewijs tot de leerling het beheersingsniveau bereikt. Soms een opluchting voor leerlingen die niet het gevoel hebben dat ze in het luchtledige gedropt worden. Anderzijds kan men volledig vanuit het ontdekken vertrekken. En dan stapsgewijs info aanreiken zodat de leerling als het ware de kennis zelf verwerkt en eigen maakt... via een stappenplannetje. Differentiatie kan in beide grote stromen toegepast worden.( Op tempo/wijze/moeilijkheidsgraad/zelfredzaamheid en via creatievere paden bij beheersing). Stop met het idee dat alle neuzen in dezelfde richting moeten.(ik haat deze uitdrukking-doet me aan hitler denken) We moeten een gezamelijk draagvlak hebben en aanvaarden dat we samen een doel nastreven- het pad naar dat doel mag de leerkracht bepalen, die weet na enkele jaren ervaring- hoe ze dat doel op de meest effectieve manier bereikt. Als Rome het doel is, dan weten we toch allemaal dat er meer dan één weg heen loopt ? De één neemt de autostrade voor de hele rit. De ander neemt af en toe de sightseeing tour met tussenstops. De ongeduldige neemt het vliegtuig....enz...als we allen aankomen en we hebben genoten van onze reis dan hebben we ons doel bereikt. Wat voor de één niet werkt is voor de andere op een bepaald moment dé methode enz...diversiteit mag en moet wezen, aanvaarding van verschillen naast elkaar is het ultieme doel, ja toch ?Durf innoveren, durf eens antiek doen, vind het evenwicht dat is mijn moto !

Reageren
G

G. De Vos

27 januari 2018

Natuurlijk moet er ruimte blijven om te experimenteren. Het liefst is uitproberen gericht op het verbeteren van het onderwijs. Niet op het terugschroeven van innovatie. Er mag toch ook een zekere consensus zijn over terminologie. Hieronder wordt directe instructie gebruikt om doceren te rechtvaardigen. Constructivisme wordt op één hoop gegooid met methodescholen. Klasse mag niet degraderen tot een digitaal netwerk. Intellectuele eerlijkheid gebiedt te erkennen dat het onderwijs van de jaren vijftig grondig fout zat. Zowel didactisch als pedagogisch. Je kan niet beweren dat de evolutie van de voorbije decennia voor niets geweest is. Het aantal leerlingen met schoolachterstand bijvoorbeeld is de laatste twintig jaar teruggebracht van één vierde naar één achtste. Het ideaal is nul. Veel westerse landen tonen dat het kan. De onderwijshervorming naar studiegebieden werd in Nederland na vele jaren van onderzoek ingevoerd in 1999. Bij ons wordt die hervorming minstens tot 2019 stopgezet. Alleen een nieuwe regering kan ze afwerken. Het zou een enorme impuls betekenen als het hoger onderwijs alvast autonoom de transitie maakt van selecterend naar oriënterend, van focus op reproductie naar focus op intelligentie. Momenteel worden in het eerste jaar alleen inleidingen gegeven. In een graduaat van drie jaar zouden in alle studiegebieden volledige opleidingen gegeven kunnen worden. In een postgraduaat zou verdere verdieping kunnen aangeboden worden. Stages, duaal leren, projectwerking zouden deel moeten uitmaken van elke studie. Gewoon omdat wij weten dat onze hersenen nu eenmaal zo werken. Kennis moet ergens over gaan. Constructief onderwijs moet een inleiding en een reflectie organiseren op de werkelijkheid. Onverantwoorde kennis is inhoudsloos.

Reageren

Laat een reactie achter