Vlaanderen
Klasse.be

Verhaal

“Ukelele leren spelen en nee zeggen”: leraren bij de loopbaancoach

  • 16 mei 2019
  • 8 minuten lezen

‘Is dit het nu?’ Met die vraag stonden leraren Katelijne en Jolie op een dag voor de spiegel. Jolie: 6 jaar leraar PAV en lid van het GOK-team in het secundair. Katelijne: al 20 jaar een vaste waarde in de eerste kleuterklas. Ze pakten hun twijfels vast en stapten ermee in loopbaancoaching.

Leraren Jolie en Katelijne bij de loopbaancoach
Katelijne en Jolie – leraren

Waarom besloot je naar een loopbaancoach te trekken?

Jolie: “De werkdruk was enorm. Ik had amper parallelklassen, gaf naast PAV ook geschiedenis en cultuurwetenschappen, en zei ja tegen elke vervanging. Voor ik het wist zat ik in 3 werkgroepen en het GOK-team en verzorgde ik de social media van de school. Ik gaf 4 jaar les, en een sociaal leven buiten de school had ik niet meer. Zo hou ik het niet vol, besefte ik.

Katelijne: “Bij mij was het niet zozeer de werkdruk. Al 20 jaar sta ik in de eerste kleuterklas. Fantastisch om te zien hoe groot ze worden op 1 jaar tijd. Maar in september begin je telkens opnieuw, met kinderen die alles nog moeten leren. Al jaren trok ik met veel plezier het grootouderfeest en het bezoek van de Sint. De laatste tijd gaf me dat bakken stress. Mission impossible leek het wel.”

Hoe kom je op dat punt?

Jolie: “Je kijkt naar je job en ziet enkel wat niet lukt. Ik kreeg mijn lesvoorbereidingen en verbeterwerk niet rond, ook al werkte ik elke avond en elk weekend. En ik zette me 100% in voor het GOK-beleid, maar ook dat liep niet altijd zoals ik het voor ogen had. Logisch, maar ik vond dat enorm ontmoedigend en staarde me er blind op.”

Katelijne: “Herkenbaar. Ik kwam steeds vaker in een dipje terecht. Ook dit schooljaar startte ik met frisse moed. Maar tegen Kerstmis zat ik op mijn tandvlees, klaar om me van vakantie naar vakantie te slepen. Net toen brak ik mijn arm. Zat alleen thuis en kon er niet meer omheen: is dit wat ik wil? Kan ik niet beter uit de klas stappen en in een winkel gaan werken?”

Wat kwam je te weten bij de loopbaancoach?

Katelijne: “Dat ik mijn job doodgraag doe. 1 gesprek volstond om dat te beseffen. Ik kreeg meteen ook een opdracht mee: vraag aan enkele collega’s om je sterke eigenschappen op papier te zetten. Confronterend, maar ik raapte mijn moed bij elkaar en sprak de directeur, de zorgco en mijn 2 parallelcollega’s aan. Hun waardering hielp me om luidop te zeggen: ik doe mijn werk heel graag.”

Jolie: “Dat eerste gesprek was voor mij pure herkenning. Eindelijk kon ik mijn gedrag plaatsen. Uit een zelftest bleek dat ik een ‘zichtbare presteerder’ ben. Ik wil erkenning voor wat ik doe, en vind het lastig als ik dat schouderklopje niet krijg. Mijn directie waardeert me, maar je kan een team van 100 mensen onmogelijk de hele tijd bedanken voor hun inspanningen. Dat wist ik wel, en toch knaagde het.”

Zat het probleem ook bij de leerlingen?

Jolie: “Met klasmanagement heb ik nooit echt geworsteld. De contacten met mijn leerlingen geven me net de energie om er elke dag tegenaan te gaan. Natuurlijk komen de meeste van mijn leerlingen naar school omdat ze moeten. Ze hoeven ook niet elke dag te zeggen: ‘Dank u mevrouw, het was weer fijn’. Als ze iets bijleren en vooruitgaan, betekent dat al veel voor me.”

Katelijne: “Zo is het helemaal. In mijn klas gaat het prima. Wat buiten de klas gebeurt, kan me helemaal leegzuigen. Gescheiden ouders die ruziën over wie hun kind die dag mee naar huis neemt. Of een discussie met het CLB wanneer je een probleem signaleert bij 1 van je kleuters en zij dat anders inschatten. Zo kan je de hele dag brandjes blussen en zie je het grote plaatje niet meer.”

Leraar Jolie over de loopbaancoach
Jolie: “De contacten met mijn leerlingen geven me net de energie om er elke dag tegenaan te gaan.”

Hoe leer je om opnieuw naar de positieve kanten van je job te kijken?

Katelijne: Je leert benoemen wat je energievreters en -gevers zijn. Die laatste zijn mijn klas en mijn hobby’s. Daar maak ik nu heel bewust tijd voor. Ik werk langer door op school en neem niets mee naar huis. De weekends zijn heilig. Pas op zondagavond open ik Smartschool. Zo hou ik de balans en ben ik elke maandag weer de juf die mijn kleuters verdienen. Iedereen moet voor zichzelf die afweging maken. Als een collega zegt dat ze de hele vakantie voor school werkte, is dat prima. Maar het is wel háár keuze.”

Jolie: “Sport en sociale contacten zijn voor mij een belangrijke uitlaatklep. Ik moet erover waken dat die uurtjes er niet bij inschieten. En hard werken kan me evengoed energie geven. Me eens helemaal inwerken in een leerstofonderdeel of een steengoede les uitwerken: een heerlijk gevoel. Met een vol rooster en te veel taken op je bord wordt dat heel moeilijk.”

En dus moet je ‘nee’ leren zeggen?

Jolie: “Ik heb de directeur tijdens mijn functioneringsgesprek om een haalbare opdracht gevraagd. Dat gesprek heb ik samen met mijn loopbaancoach voorbereid. Het was de eerste keer dat ik op tafel legde wat me dwars zat. Een fijn moment, want ik voelde begrip van de kant van mijn directeur. En ze deed ook iets met mijn vraag. Ik zit nu in 1 werkgroep, geen 3. En als ze mijn opdracht uittekent, vraagt ze me vooraf of ik die haalbaar vind.

Katelijne: “Vroeger zette ik mijn naam als eerste op elke werklijst. Alles klaarzetten voor het schoolfeest? Ik heb geen kinderen, voor mij geen probleem. Nu zeg ik soms: nee, ik heb al plannen, het komt niet uit.”

Pak je de dingen nu anders aan?

Katelijne: Voor mijn collega’s is het even wennen. ‘Je bent wat veranderd’, zeggen ze dan. Maar ze weten waar ik mee bezig ben en laten me wat vaker met rust. Mijn directeur zegt al jaren: ‘80% is goed genoeg Katelijne, het kan niet elke dag 200% zijn. Moeilijk om te aanvaarden, maar ik werk eraan.”

Jolie: “Als GOK-lid heb je vaak externe contacten. Een stroom aan mailtjes, die ik steeds zo snel mogelijk wilde beantwoorden. Zelfs in de wagen ging ik snel naar Smartschool als ik voor het stoplicht stond. Ik wilde niemand laten wachten. Tot je merkt dat de wereld niet vergaat als je een mailtje even laat liggen. Dat lukt me nu beter. Of ik een perfectionist ben? Dat vind ik een lelijk woord voor iemand die zijn werk goed wil doen. Maar nu zie ik wel dat ik soms gas moet terugnemen. Het stopt toch nooit, en je moet ook voor jezelf leren zorgen.”

Katelijne: Voor mij is de drukte van de lerarenkamer een energienemer. Dus blijf ik er soms weg tijdens de pauze. Moet ik me dan een slechte collega voelen? Ik heb 2 goede vriendinnen op het werk. De anderen zie ik als collega’s, fijne mensen op wie ik kan bouwen. En dat is prima.”

Leraar Jolie over de loopbaancoach
Katelijne: “Goed mogelijk dat je je hele leven voor de klas wil staan, maar daar mag je toch even over nadenken?”

Moet je ook leren aanvaarden dat niet iedereen is zoals jij?

Jolie: “Iedereen is anders, en dat betekent dat ik mijn verwachtingen soms moet bijstellen. Of net voor mezelf mijn grenzen moet aangeven. Mijn frustratie uitspreken, uitleggen wat het met me doet. En beseffen dat niet elke samenwerking kan slagen.”

Katelijne: “Vroeger wilde ik met mijn parallelcollega’s alles exact hetzelfde doen. Tot en met de decoratie van de paasmandjes. Maar iedereen is zichzelf en legt andere accenten volgens zijn sterktes. Even goed, en op het einde van de rit zijn al die kleuters klaar voor de tweede kleuterklas.”

Kijk je nu anders naar je job?

Jolie: “Ik weet nu dat ik wel degelijk op mijn plaats zit in het onderwijs. Dat ik de job met hart en ziel doe. En dat elke job ook mindere kanten heeft. Ik sta sterker in mijn schoenen. Het helpt als iemand tegenover je zit en zegt hoe je in elkaar steekt.”

Katelijne: “Ik vond mijn tweede adem. Als er eens een plek in de tweede kleuterklas vrijkomt, wil ik die uitdaging aangaan. Dat had ik voordien nooit ernstig overwogen. Veranderen is vaak minder zwaar dan alles bij het oude laten.

Wat brengt de toekomst?

Jolie: “Op aanraden van mijn loopbaancoach blijf ik in contact met de docenten uit mijn opleiding. Zo hou ik voeling met onderwijsvernieuwingen. Leerplannen uitdenken, onderzoek op de voet volgen, wie weet meewerken aan een handboek. Nóg meer werk, maar het geeft me een boost en brengt me rust omdat je mee bent en de dingen in een breder perspectief plaatst.”

Katelijne: Sinds kort leer ik ukelele spelen. De kleuterjuf die mijn grote voorbeeld was, bracht haar instrument vaak mee naar de klas. Die kant van mezelf wil ik ontplooien. Ik kan niet wachten tot ik voor mijn kleuters kan spelen.”

Iedereen naar de loopbaancoach?

Katelijne: “Toen ik in mijn omgeving vertelde dat ik eraan dacht om uit het onderwijs te vertrekken, kreeg ik vreemde reacties. ‘Je hebt toch alles wat je wil? Een schone job, om half 4 gedaan, leuk met de kinderen en veel vakantie’. Stilstaan bij je job is voor iedereen een meerwaarde, ook als het lekker loopt. Goed mogelijk dat je je hele leven voor de klas wil staan, maar daar mag je toch even over nadenken?”

Jolie: “De klik met je loopbaancoach lijkt me erg belangrijk. De vrouw die me begeleidde stond zelf in het onderwijs. Dat hielp enorm. Maar een open gesprek met iemand die je goed kent, is ook een stap in de juiste richting.”

Katelijne: “Ik zie rondom mij dat het mensen soms te veel wordt. Ze zitten een tijdje thuis, komen uitgerust terug, maar aan hun probleem hebben ze niet gewerkt. Daar help je jezelf niet mee vooruit.”

Jolie: “Dat is misschien wel de belangrijkste les die je kan trekken: je hebt het zelf in de hand. Als jij het lastig hebt in je job, ligt dat niet alleen aan je directeur, je collega’s en de rest van de wereld. Je kan er zelf wat aan doen. Door voor de spiegel te gaan staan. Door anders naar je job te leren kijken. En dat vraagt moed.”

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter