Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Wiskunde in secundair: co‑teachen op maat van elke leerling

  • 22 oktober 2019
  • 5 minuten lezen

Alle leerlingen uitdagen op hun niveau en zowel de zwakke als sterke leerlingen laten bijleren. Daar slaagden leraren wiskunde Cindy Baert, Steven Demeyer en Elke Vanacker van het IHKA in hun eentje moeilijk in. Dus gooiden ze hun volledige werking om.

leraren wiskunde Cindy Baert, Steven Demeyer en Elke Vanacker van het IHKA
Cindy Baert, Steven Demeyer en Elke Vanacker van het IHKA

“We ondervonden alle 3 hetzelfde probleem tijdens onze lessen wiskunde in de eerste graad. De zwakkere leerlingen moesten wachten op uitleg omdat de sterkere leerlingen op dat moment extra uitdaging zochten. Maar ook omgekeerd: de sterke leerlingen konden niet verder omdat je dezelfde uitleg echt nog eens moest herhalen voor leerlingen die er moeite mee hadden.”

We hadden constant het gevoel dat we onszelf in 2 moesten splitsen. Uit die gedeelde frustratie kwam ons ‘zotte idee’: we gooien alle leerlingen samen en gaan co‑teachen, dan kunnen we ons wél opdelen en beter differentiëren.”

Van zot idee naar de praktijk

“We dachten na over wat belangrijk is in onze lessen en welke doelen we willen bereiken. Op basis daarvan schreven we een visietekst waar we samen volledig achter staan. Achteraf bleek dat een belangrijke stap: we toetsen geregeld af of we nog wel bezig zijn volgens onze visie.”

“Ook als we iets willen veranderen, checken we of dat past in onze doelen. We willen bijvoorbeeld dat leerlingen zelf notities leren maken in een schrift. Dat kadert perfect in ons doel ‘leerlingen zelfredzaam maken’. En dus bieden we geen werkschrift meer aan met voorgedrukte oefeningen. We merken dat ze op dat vlak echt bijgeleerd hebben.”

We geven uitleg als een leerling of een groepje leerlingen dat nodig heeft

Cindy Baert, Steven Demeyer en Elke Vanacker
leraren wiskunde, IHKA

“Daarna werkten we ons idee praktisch uit. We zochten overal op school de grootste lokalen waar onze leerlingen samen les kunnen krijgen: de feestzaal, de eetzaal, de muziekklas … We volgden ook veel bijscholingen en bezochten andere scholen. Niet om een bepaald systeem klakkeloos te kopiëren, maar om ideeën op te doen en zo onze eigen visie vorm te geven. We testten ook verschillende vormen van co‑teaching en pasten telkens onze manier van werken aan tot we een werkbaar ‘product’ hadden. We wilden oorspronkelijk ook zelf een handboek schrijven. Maar toen ontdekten we er een dat aansloot bij onze visie en onze leerlingen. Dat gebruiken we nu.”

“We geven altijd met 2 les aan 2 klassen samen, zo’n 35 à 40 leerlingen. We starten de les telkens met een instructiemoment dat niet verplicht is. We werken ook meer en meer individueel: we geven de uitleg als een leerling – of een groepje leerlingen – dat nodig heeft. Er zijn dus leerlingen die bijna nooit instructie volgen. Zij zouden zich in het klassieke systeem heel erg vervelen. Ondertussen kregen we ook de kans om een lokaal in te richten volgens onze visie en methodiek.”

leraar wiskunde Elke Vanacker bij een leerling
Cindy Baert, Steven Demeyer en Elke Vanacker – leraren wiskunde, IHKA: “Doordat alle leerlingen op hun niveau werken, kunnen ze altijd verder. Ze werken heel zelfstandig.”

Leerwinst en zelfstandig werken

“Op het einde van het schooljaar hebben geen 2 leerlingen exact dezelfde oefeningen gemaakt. Ze maken alleen wat voor hen interessant is. Alle leerlingen leren bij tijdens de wiskundeles. Ook zij die wiskunde moeilijk vinden. En wiskundeknobbels ervaren dat wiskunde ook voor hen moeilijk kan zijn. Ze worden op hun eigen niveau uitgedaagd. Dat merk je doordat iedereen vragen stelt, de sterke en zwakke leerlingen.”

“We hebben veel minder problemen met leerlingen die niets doen of zich vervelend gedragen omdat ze moeten wachten. Doordat ze allemaal op hun eigen niveau werken, kunnen ze altijd voort. Ze kunnen veel gerichter vragen stellen: ze weten welke stap in de oefening niet lukt. Ze werken veel zelfstandiger, daar groeien ze heel sterk in. En ze helpen elkaar veel. Pas als ze het samen niet opgelost krijgen, roepen ze er een leraar bij.”

“We zijn nu 3 schooljaren bezig en zien meer leerwinst. De resultaten zijn over het algemeen goed. Dat is voor ons het allerbelangrijkst: we dagen elke leerling uit op zijn of haar niveau en we leren zowel de zwakke als de sterke leerlingen iets bij. ”

Vertrouwen moet er zijn

“Omdat we een duidelijk plan hadden, kregen we carte blanche van de directie. We stelden geen eisen: we willen dat lokaal, dat lessenrooster, die lesopdracht … We gaven het eerste jaar echt overal les waar 2 klasgroepen binnen geraakten, dachten goed na over welk handboek we wilden gebruiken, sleutelden aan onze visietekst. Zo zag de directie dat het ons menens was. We speelden van in het begin open kaart, waardoor er wederzijds vertrouwen groeide. Zo konden we volop experimenteren en fouten maken. Als je daaruit leert, bekijkt de directie dat positief.”

Je moet iets doen met je frustraties. Door te zeuren, verandert er niets

Cindy Baert, Steven Demeyer en Elke Vanacker
leraren wiskunde, IHKA

“Door samen te werken, leerden we dat je eerlijk moet zijn tegen elkaar. Als je 22 uur lesgeeft, is er altijd wel een les die niet goed was. Dat gebeurt hier ook. Dan moet je kunnen zeggen ‘hier zijn we de mist in gegaan’. Maar dat mag geen reden zijn om de boel af te blazen, wel om het de volgende keer anders aan te pakken. Of als er net iemand een stuk leerstof heeft uitgelegd aan het bord, zeggen we tegen elkaar of we het goed vonden of niet: ‘ik leg het zo uit en denk dat de leerlingen het zo beter begrijpen’. Doordat er een wisselwerking is, aanvaard je dat beter van elkaar.”

Niet zeuren, maar doen

“Onze werking toont aan dat je met je frustraties iets moet doen. Als je een uur lang zeurt ‘ze kunnen dat niet meer’ en dan naar huis gaat, verandert er niets. Op een bepaald moment moet je beslissen om samen actie te ondernemen. Je moet je wel durven blootgeven. Als je durft uitspreken dat je het niet meer ziet zitten en het anders wil, zijn er altijd wel 1 of 2 collega’s die op je kar springen. En dan ben je vertrokken.”

Leen Leemans - Sigrid Vandemaele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter