Actueel
6 werven van het onderwijsbeleid
Hoe ver staat het onderwijsbeleid halfweg de regeerperiode? Aan welke initiatieven en hervormingen wordt er getimmerd en welke zijn er al gerealiseerd? Hoe zullen zij het onderwijs veranderen? 6 belangrijke werven.

1. Hervormingen om de loopbaan van leraren aantrekkelijker te maken en het lerarentekort aan te pakken
Het gebrek aan werkzekerheid in het begin van de carrière beperken én de kwaliteit van de leraren garanderen, is de ambitie. Daartoe werden de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD), de vaste benoeming en de functiebeschrijving en evaluatieprocedure van leraren hervormd. Je krijgt meer aanvangsbegeleiding op maat en weet sneller waar je aan toe bent. Je krijgt de kans om je competenties bij te schaven door gerichte begeleiding en ondersteuning.
Startende leraren krijgen al na één schooljaar zicht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur en daarna op een vaste benoeming. Ze kunnen na 290 dagen dienstanciënniteit en mits een positieve (of geen) beoordeling in aanmerking komen voor een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) en na 360 dagen dienstanciënniteit voor een vaste benoeming. Zo krijgen beginnende leraren sneller vaste grond onder de voeten.
Leraren die niet goed functioneren, zullen na een evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ een persoonlijk begeleidingstraject krijgen van minstens 120 dagen. Na 2 opeenvolgende definitieve evaluaties met eindconclusie ‘onvoldoende’ ofwel 3 definitieve evaluaties met eindconclusie ‘onvoldoende’ gedurende de loopbaan, kan de school een leraar die tijdelijk aangesteld is voor doorlopende duur of vastbenoemd is, ontslaan.
Er werden nog maatregelen ingevoerd om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken, ook voor zij-instromers, en op die manier het hoofd te bieden aan het lerarentekort. Voor sommige ambten of vakken kan je tot 10 jaar beroepservaring meetellen voor je geldelijke anciënniteit. Ook zonder diploma hoger onderwijs kan je nuttige ervaring laten meetellen via een bekwaamheidsbewijs.
Wil je een lesopdracht combineren met de lerarenopleiding? Via de lerarenbonus heb je recht op een wekelijkse vermindering van je opdracht met maximaal 3 uren om de lerarenopleiding te volgen, en dat zonder loonverlies. Je school mag een vervanger aanstellen in deze uren, volgens de gewone vervangingsregels.
De maatregelen die in de beleidsnota staan, zijn gerealiseerd. Er wordt nog verder gewerkt aan bijkomende maatregelen.

2. Digisprong: meer dan alleen computers
- Voor een kwaliteitsvolle digitalisering in het onderwijs, zet het beleid in op ICT-infrastructuur, ICT-schoolbeleid, ICT-competente leraren en lerarenopleiders, aangepaste digitale leermiddelen en een kenniscentrum Digisprong ten dienste van het onderwijsveld.
- Scholen van het kleuteronderwijs en de eerste 4 leerjaren van het lager kregen in mei 2021 een budget om gedeelde toestellen aan te kopen. Voor de derde graad van het lager onderwijs kreeg elke school een budget van €290 per leerling en voor het secundair onderwijs kreeg elke school een budget van €510 per leerling om elke leerling van een computer te voorzien. Scholen kregen ook €42 per leerling extra voor investeringen in ICT-infrastructuur.
- Het Kenniscentrum Digisprong ging op 1 september 2021 van start, en ondersteunt en inspireert het onderwijsveld bij het gebruik van ICT. Met onder meer de publicatie van inspiratiegidsen en infofiches, de creatie van hulpmiddelen zoals de ICT-beleidsplanner en het ter beschikkingstellen van raamcontracten, helpt het Kenniscentrum scholen bij de digitale omwenteling.
- Sinds 1 september 2021 mogen alle onderwijsniveaus een ICT-coördinator aanstellen en benoemen. Ook profielen zonder pedagogisch diploma zijn welkom. Het loon ligt even hoog als dat van een leraar en een master IT verdient evenveel in het basisonderwijs als in het secundair. Het Kenniscentrum Digisprong ondersteunt een tweejarig Europees project genaamd ‘Digitale transformatie in het Vlaamse Onderwijs: hervorming van ICT-teams op school’. De resultaten zullen de overheid een goed inzicht geven in toekomstige beleidsopties en scholen richtlijnen geven op de overgang naar doeltreffende ICT-coördinatie. Het Departement zal op grond van het onderzoek adviezen formuleren om verder te professionaliseren. De rapporten van dit onderzoek worden stapsgewijs vrijgegeven.

3. Verplichte taalscreening voor vijfjarigen
Vanaf schooljaar 2021-2022 screenen basisscholen in het gewoon basisonderwijs elke kleuter van 5 jaar op luistervaardigheid Nederlands. De screening gaat na of de leerling het Nederlands voldoende beheerst. De screening gebeurt met het KOALA-instrument, maar diagnostische informatie bekomen in de kleuterklas mag meegenomen worden bij het interpreteren van de KOALA resultaten. Als uit die resultaten blijkt dat leerlingen het Nederlands onvoldoende beheersen, moeten ze een actief taalintegratietraject Nederlands volgen. Dat is in beginsel een taalbad of een volwaardig alternatief dat dezelfde resultaten bereikt. Ook kinderen die onvoldoende aanwezig waren in de kleuterklas kunnen een taalintegratietraject opgelegd krijgen. Er kan dus op 2 verschillende momenten in de schoolcarrière van een leerling een taalintegratietraject worden opgelegd, met name bij een slecht resultaat op de KOALA-test en bij de beslissing over de toelating tot het lager onderwijs. Enkel anderstalige nieuwkomers worden niet gescreend met de KOALA-test. Zij krijgen hoe dan ook een taalintegratietraject. Een on- en offline gids over effectieve taalintegratietrajecten biedt inspiratie.

4. De Vlaamse toetsen worden uitgetest
De Vlaamse regering test dit schooljaar de gestandaardiseerde toetsen uit in het vierde jaar basisonderwijs en het tweede jaar secundair.
Met die genormeerde en gevalideerde net- en koepeloverschrijdende toetsen wil het beleid de interne kwaliteitszorg van scholen ondersteunen en de onderwijskwaliteit versterken.
De Vlaamse toetsen verschillen van veel centrale toetsen in het buitenland, want de resultaten zijn niet beslissend voor de studievoortgang van de leerling. De schoolresultaten zullen ook niet publiek bekend gemaakt worden en leraren worden niet geëvalueerd op basis van het toetsresultaat van hun klas.
De toetsen focussen in eerste instantie op Nederlands (begrijpend lezen) en wiskunde. Het steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs, samengesteld uit onderzoekers van 5 Vlaamse universiteiten en 2 hogescholen, ontwikkelt de toetsen en test ze uit.
Het steunpunt zal in kaart brengen in welke mate leerlingen de eindtermen bereiken en scholen en leraren concrete feedback bieden waarmee zij aan de slag kunnen.
Timing: In mei 2023 is er een eerste proefafname in een aantal scholen in het 4de leerjaar lager onderwijs en het 2de leerjaar van het secundair onderwijs.
In het schooljaar 2023-2024 volgt dan een eerste hoofdafname in alle scholen. In het schooljaar 2025-2026 is het de beurt aan het 6de leerjaar basisonderwijs en in het schooljaar 2026-2027 aan de derde graad van het secundair onderwijs. Het Vlaams Parlement keurde de Vlaamse toetsen definitief goed op 26 april 2023.

5. Nieuwe eindtermen secundair onderwijs
Sinds september 2019 worden de nieuwe eindtermen leerjaar per leerjaar ingevoerd in het secundair onderwijs. Het Vlaams Parlement keurde op 10 februari 2021 de nieuwe onderwijsdoelen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs goed. Voor de tweede graad gingen ze in vanaf september 2021.
Op 16 juni 2022 heeft het Grondwettelijk Hof de nieuwe onderwijsdoelen voor de tweede en derde graad vernietigd. Ze blijven wel van kracht tot en met het schooljaar 2024-2025.
Er vinden op dit moment gesprekken plaats om een nieuw akkoord te sluiten over de eindtermen, waarbij het nog steeds de ambitie is om de lat hoger te leggen. Meer concrete info volgt. Lees tot die tijd de veelgestelde vragen over de eindtermen.

6. Leersteundecreet als vervanger voor het M-decreet
Een nieuw Decreet Leersteun zal het M-decreet voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vervangen. Het principe van inclusie blijft overeind, maar er wordt gekozen voor een realistische en pragmatische aanpak.
Om het draagvlak te vergroten, wil het beleid met dit decreet
- scholen en leraren versterken zodat ze zo veel mogelijk leerlingen kunnen blijven meenemen in het gewoon onderwijs. Daarbij wordt ook de kwaliteit van het onderwijs niet uit het oog verloren.
- tegemoetkomen aan het recht op leren en de ontwikkeling van elke leerling, ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften om hun leerwinst en ontwikkelingskansen te maximaliseren.
- de handelingsbekwaamheid van leraren verhogen om een doeltreffend beleid op leerlingenbegeleiding te realiseren.
Wanneer de basiszorg en verhoogde zorg onvoldoende is, krijgen de leraar en de leerling hulp vanuit een leersteunmodel met leersteuncentra. Er komt een definitief model en de leerondersteuners krijgen een vast statuut. Scholen voor gewoon onderwijs zullen kunnen kiezen met welk leersteuncentrum ze samenwerken.
Het buitengewoon onderwijs behoudt een volwaardige plaats in het onderwijslandschap en wordt kwalitatief versterkt. Scholen voor gewoon en buitengewoon krijgen ruimte om samen verantwoordelijkheid te nemen voor de begeleiding van individuele leerlingen. Ze hebben daarbij bijzondere aandacht voor de terugkeer van leerlingen van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs.
Timing: De maatregelen worden ingevoerd vanaf het schooljaar 2023-2024. Het huidige ondersteuningsmodel blijft nog 1 schooljaar in werking. De Vlaamse regering hechtte op 8 juli 2022 haar eerste principiële goedkeuring aan een ontwerp van decreet. Het Vlaams Parlement moet nog zijn definitieve goedkeuring geven.
Meer lezen?
De beleidsnota ‘Onderwijs’ bevat de grote strategische keuzes van de Vlaamse Regering voor de periode 2019-2024. Deze nota geeft de visie van onderwijsminister Weyts weer.
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter