Vlaanderen
Klasse.be

Schooltips

Zo bewaar je het beste van online onderwijs

  • 23 september 2021
  • 6 minuten lezen

Weer voltijds fysiek voor de klas, dat doet ongetwijfeld deugd. Maar die webcam en online leerpaden hoeven niet overboord. Een directeur, een coördinator en een leraar delen wat ze digitaal houden na corona.

Illustratie: mix van online en klassikaal onderwijs
mix van online en klassikaal onderwijs

Bepaalde vakken of lesuren op jullie school blijven online. Waarom?

Nikolai Dobbelaere, leraar Nederlands en Engels, Sint-Andreaslyceum, Sint-Kruis: “Tijdens corona ontdekte ik de voordelen van blended learning: als je leerlingen thuis een tekst laat doornemen of een fragment laat bekijken of beluisteren, doen ze dat vaak grondiger dan in de klas. De kwaliteit van je klasgesprek ligt nadien hoger. Omdat er minder fysieke lessen zijn, appreciëren de leerlingen ze ook meer. We starten in de derde graad met 1 halve dag afstandsonderwijs per week. Voor die leerlingen is dat een laagdrempelig opstapje naar zelfstandig werk in het hoger onderwijs. Bovendien sla je zo bijna automatisch aan het differentiëren.”

“Het afstandsonderwijs heeft voor ons alleen meerwaarde in combinatie met lessen op school. Geen enkel vak wordt nog 100% in afstand gegeven, zoals tijdens corona. Het is zeker niet de bedoeling dat we hiermee leraren vervangen of het lerarentekort oplossen.”

Marjan Sturbaut, directeur BS De Wegwijzer, Assenede: “In het lager onderwijs zetten we onze Chromebooks in voor contractwerk: de leerlingen maken in de klas zelfstandig taken via Google Classroom. Ideaal voor binnenklasdifferentiatie, zowel snelle leerlingen als kinderen met leerproblemen varen er wel bij. De leraar wint tijd om iedereen op maat te begeleiden. En als er tijdens de naweeën van corona nog een klas of leraar in quarantaine moet, schakelen we moeiteloos naar afstandsonderwijs.”

Ilse Verheecken, leraar en coördinator NT2, Centrum voor Volwassenenonderwijs CVO Gent: “Voor de snelle leerders van het verkorte traject in ons CVO is (deels) afstandsonderwijs een zegen: ze hoeven hun werk niet halsoverkop te verlaten voor de Nederlandse les van 18 tot 21.30 uur. Nu leren ze heel zelfstandig: schrijfopdrachten maken gebeurt bijvoorbeeld in het weekend of ze bekijken op eigen tempo filmpjes.”

Met online spreekopdrachten in breakoutrooms heb je niet de ruis van een volledig klaslokaal

Nikolai Dobbelaere
leraar Nederlands en Engels

Hoe pakken jullie het blended leren praktisch aan?

Nikolai Dobbelaere: “Wij focussen met onze online woensdag vooral op vakken met meer uren: de leerlingen krijgen bijvoorbeeld elke week 3 uur Nederlands op school en om de 2 weken 2 uur Nederlands online. Zo komen we aan 4 uur Nederlands op weekbasis. Tijdens die 2 uur op afstand pas ik vooral flipping the classroom toe: de leerlingen lezen of beluisteren thuis teksten, in de klas bespreken we ze. Sommige spreekopdrachten lenen zich ook uitstekend tot afstandsonderwijs: in kleine groepjes heb je niet de ruis van een volledig klaslokaal. Ideaal dus voor een gesprek of een debat, bijvoorbeeld in breakoutrooms.”

Ilse Verheecken: “Onze hoogopgeleide cursisten van het ‘verkorte traject’ kunnen de hoogste schriftelijke modules volledig in afstandsonderwijs afleggen. De meeste hebben voldoende discipline en structuur om zelfgestuurd te leren. Als ze spreken, schakelen ze wel vaak over op Engels. Daarom creëren we zoveel mogelijk spreekkansen tijdens het fysiek lesmoment van de mondelinge modules. In alle andere modules behouden we sowieso een contactmoment in de klas en integreren we ICT via de digitale agenda, het leerplatform en de iPads.”

Het is niet de bedoeling dat we het lerarentekort oplossen met afstandsonderwijs

leraar Nederlands en Engels

Welke werkpunten neem je mee uit de afstandslessen tijdens corona?

Nikolai Dobbelaere: “Eenvormigheid is belangrijk: leerlingen vinden nu de informatie van alle vakken op één plaats. En online lessen vragen meer voorbereiding: je moet je opdracht helder genoeg formuleren zodat je leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen. Ik blijf aanwezig als leraar: de online les start met een korte intro en ik sluit samen af. Ook heel fijn: je kan persoonlijke feedback op schrijftaken inspreken via de app ‘Talk and comment’ van Google. Zo activeer je je leerlingen: ‘Zoek de dt-fout in je eerste alinea.’ En het bespaart je schriftelijk verbeterwerk.”

Marjan Sturbaut: “Tijdens de lockdowns ging de digitale omwenteling voor sommige ouders te snel. Het is niet vanzelfsprekend dat iedereen weet hoe je inlogt of werkt in Google Classroom. Voldoende inzetten op ouderbetrokkenheid, dus. Zo weet je welke ouders je extra moet begeleiden. Intussen maakten we een ‘SELFIE’ van onze digitale sterktes en zwaktes. Onze digi-juf maakt de collega’s warm om hun ICT-vaardigheden te onderhouden en te updaten. Samen met de directie schrijft ze onze ICT-visie uit: wat met wachtwoordbeleid en privacy? En schermen we onze kinderen af voor sommige sites? Want vorig jaar belandden ze soms in donkere hoeken van het internet.”

Hoe vermijd je dat leerlingen of cursisten online afhaken?

Nikolai Dobbelaere: “Als de leerlingen zelfstandig werken, heb je online een goed overzicht via Google Classroom. In hun gedeelde document zie ik of ze snel weg zijn met de opdracht, of meer begeleiding nodig hebben. Dreigt een leerling af te haken, dan begeleid ik hem intensiever tijdens de contacturen. Lukt dat niet, kan de leerling de afstandslessen volgen op school, onder toezicht op een rustige plaats.”

Ilse Verheecken: “Die nabijheid van de leraar is inderdaad cruciaal. Bij schriftelijke cursussen in afstandsonderwijs laten we onze cursisten niet volledig los. In de wekelijkse videoles bespreken we interessante fouten van iedereen. Daaraan hangen we lesinhouden op. De meeste cursisten tekenen present in die videoles. Zo krijgen ze toch het gevoel een klasgroep te zijn. Ook de snelle en persoonlijke feedback online motiveert hen.”

De digi-juf helpt collega’s om hun digitale vaardigheden te updaten

Marjan Sturbaut
directeur

Gebruik je nog online materiaal of lesfilmpjes uit de lockdowns?

Marjan Sturbaut: “Zeker, het is een handig differentiatiemiddel maar kan ook langdurig zieke kinderen bij de les houden.”

Nikolai Dobbelaere: “Of je zet het in als remediëring. Naast mijn leerpaden en oefeningen, nam ik filmpjes op over grammaticale items uit vorige leerjaren. In de derde graad moeten ze die al beheersen, maar soms vergeten ze regels toe te passen in een spreek- of schrijfopdracht. Dan verwijs ik naar mijn lesfilmpje over die regel, en geef eventueel extra online-oefeningen. Zelfstandig gaten in je kennis vullen komt hen ook in het hoger onderwijs van pas.”

Ilse Verheecken: “Sommige oefeningen maakten we vorig jaar onder tijdsdruk. We gaven lange tijd 100% online les, in al onze trajecten. Dat is een andere insteek dan blended learning. Met de vakgroep maken we keuzes: waarvoor heeft de cursist de leraar echt nodig? Wat kan hij thuis online? We passen de zelfcorrectie aan en voorzien betere feedback bij online oefeningen. Sommige bookwidgets bundelen we in een leerpad, zodat een late instromer zelfstandig kan bijbenen.”

En de online vergaderingen, gaan die helemaal op de schop?

Ilse Verheecken: “Nee, niet allemaal. Wij hebben veel verschillende locaties en lesmomenten: collega’s kunnen zowel ’s morgens, ’s middags als ’s avonds voor de klas staan. Online klap je je pc open waar je op dat moment bent. Handig voor de vakgroepwerking, maar naar personeelsvergaderingen of ‘lerarennamiddagen’ komen we allemaal fysiek. Dan kunnen leraren trajectoverschrijdend bijscholen of brainstormen, zodat iedereen elkaar eens ziet.”

Marjan Sturbaut: “Nu is de nood hoog om terug ‘normaal’ te vergaderen, bij te kletsen en dingen ter plekke te regelen. Maar de stap naar digitaal is zeer klein geworden. Een collega die halftijds werkt, bijvoorbeeld, moet die zich op een thuisdag nog verplaatsen voor een vergadering? Die kan even online inloggen. Ook ouders kunnen misschien digitaal naar het oudercomité als ze geen kinderoppas vinden.”

Trekt je school het telewerk ook door voor ander onderwijspersoneel?

Ilse Verheecken: “Secretariaatsmedewerkers en trajectbegeleiders mogen een deel van hun uren thuis presteren. Niet in de inschrijvingsweken, als er een lange rij aan het loket staat. Het contact met cursisten en collega’s staat voorop, natuurlijk. Maar op luwe momenten is het perfect mogelijk om thuis aan de boekhouding of administratie te werken.”

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


M

Marij Vanlauwe

23 september 2021

Ik ben verwonderd dat wat Nikalaï doet, ook mag. Ik dacht dat daar nog geen wettelijk kader voor voorzien was. Hoe zit dat nu precies? (Voor alle duidelijkheid: ik ben fan. Dit is dus geen kritische vraag ...)

Reageren
J

Joost Laeremans

30 september 2021

Beste Marij
Ik ben de directeur van de school van Nikolai. Zoals wel vaker loopt de reglementering achter op de realiteit. Daarom houden we rekening met o.a. de aandachtspunten die Katholiek Onderwijs Vlaanderen formuleert (https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/afstandsleren/localNews/afstandsonderwjis-schooljaar-2021-2022). Het enthousiasme bij de leerkrachten én leerlingen was echter zo overtuigend dat we hiermee verder wilden gaan. Al blijft het voorlopig een experiment dat we in de loop van het schooljaar kritisch blijven opvolgen en evalueren.

Reageren

Laat een reactie achter