Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

“Een leraar geen therapeut? Je nabijheid is onvervangbaar”

  • 24 februari 2022
  • 5 minuten lezen

De psychische jeugdzorg luidt de alarmbel: wachtlijsten voor jongeren zijn sinds corona meer dan verdubbeld. Die druk sijpelt door tot in je klas. Wat kunnen leraren betekenen voor hun leerlingen? En hoe zorg je ervoor dat je zelf niet kopje onder gaat? Kinder- en jeugdpsychiater Lieve Swinnen.

Lieve Swinnen
Lieve Swinnen:Durf vragen wat er scheelt. We gaan die vraag nog te vaak uit de weg.”

Lieve Swinnen: “Hoe acuut het probleem sinds corona ook is: psychische zorg blijft onderbemand. Als iemand zijn been breekt, krijgt die meteen de juiste zorgen toegediend. Maar als een jongere eindelijk de moed vindt om te vertellen dat hij aan zelfmoord denkt, sturen ze hem soms gewoon weer naar huis, omdat er geen plaats is. Dat is een schande.”

“Dat gebrek aan begrip voor mentale problemen voel je nog steeds in onze maatschappij, en helaas ook soms in scholen. Als een leerling ernstig ziek is en bijvoorbeeld leukemie heeft, doet elke school wat ze kan om dat kind te ondersteunen en naar een volgend jaar te laten gaan. Een leerling met donkere gedachten moet zich vaker verantwoorden, alsof hij zelf ergens schuld heeft aan zijn situatie. Terwijl die kinderen voor mij allebei in een verontrustende situatie zitten en allebei alle mogelijke hulp verdienen.”

Voor een leerling die ernstig ziek is doen we wat we kunnen. Een leerling met donkere gedachten moet zich vaker verantwoorden

Lieve Swinnen
Kinder- en jeugdpsychiater

Kunnen leraren het tekort aan psychische zorg oplossen?

Lieve Swinnen: “Dat niet. Maar onderschat niet hoe belangrijk je bent. Je nabijheid is onvervangbaar. Tijdens de eerste golf kregen psychiaters de boodschap: ‘Blijf werken, ze hebben je nodig’. Maar wat jongeren vooral nodig hadden, was de school. Hun vrienden, hun leraren, een daginvulling. Als je alleen thuis zit, ben je alleen met je gedachten en raak je er steeds dieper in verstrikt.  Dat hoor je ook bij jongeren zelf. Ze beseffen maar al te goed wat ze misten, zijn blij dat ze weer naar school kunnen.”

Hoe maak je duidelijk dat je leerlingen bij jou terecht kunnen?

Lieve Swinnen: “‘Als je een probleem hebt: mijn deur staat open’. We zeggen dat met de beste bedoelingen, maar het haalt weinig uit. Elke dag een blik uitwisselen aan de schoolpoort schept wél een opening. Verbinding leggen. En durven vragen wat er scheelt. Dat gaan we nog te vaak uit de weg. Zoals we bij een sterfgeval vaak terughoudend zijn om de nabestaanden te vragen hoe het met ze gaat. Terwijl ze dat net wel aan iemand kwijt willen.”

“Iedereen kan wel een leraar noemen die indruk maakte op hem of haar. Maar als je bij jezelf nagaat wat die persoon deed, zit dat zelden in de grote gebaren. Wel in die simpele ‘hoe is ’t’. Als leraar sta je in een bevoorrechte positie om die vraag te stellen, omdat je je leerlingen zo vaak ziet. Je voelt het wel, als er wat scheelt. Niet enkel bij die leerling die opvalt, ook bij wie dichtklapt. Bij de leerling die moeilijk doet én bij de leerling die het moeilijk heeft.”

Een leraar is toch geen therapeut? Kan je die moeilijke gesprekken wel voeren?

Lieve Swinnen: “Je hoeft geen bijzondere dingen te zeggen, je moet er zijn. Let erop dat je niet begint in te vullen. ‘Hoe is dat voor jou, wat voel je dan?’ nodigt uit om te vertellen. ‘Ik begrijp wat je meemaakt, ik herken het bij mezelf’ en dan je eigen ervaring brengen, is empathisch bedoeld. Maar wie zijn verhaal bij je kwijt wil, voelt zich niet altijd gehoord.”

“Luisteren, daar begint het mee. Onthoud dat je niet alles kan oplossen. Dat kan een therapeut trouwens ook niet. Maak dus geen beloftes in die richting. En geef op tijd aan wanneer de hulpvraag je petje te boven gaat, betrek je leerlingbegeleider en andere instanties. Ook zij moeten voorzichtig zijn met beloftes. Als je op een opname hoopt en dan te horen krijgt dat er voor jou geen plekje meer is, is dat een koude douche. Jongeren lopen vaak al een hele tijd met hun probleem rond voor ze ermee naar buiten komen. Logisch dat ze op hulp hopen zodra ze de vraag gesteld hebben, maar helaas steeds minder haalbaar.”

Hoe anticipeer je als school op die vraag om hulp?

Lieve Swinnen: “Het is belangrijk dat je goed weet welke hulp je als school kan inroepen. Een goede samenwerking met het CLB is noodzakelijk, net als interne en externe protocollen: wat doe je als een leerling een poging tot zelfdoding achter de rug heeft? Wat als een leerling na een lange opname weer naar school komt?”

“Als psychiater bezorg ik mijn medisch dossier steeds aan het CLB. Zij vertalen de informatie naar de school. Als leraar heb je recht op informatie over het functioneren van die leerling en hoe je daarmee omgaat, als de ouders en de leerling daar toestemming voor geven. Stroomt die informatie niet door, neem dan zelf initiatief en neem contact op met het CLB of de ziekenhuisschool.”

‘Ik wil niet dat je dit aan mijn ouders vertelt’ betekent eigenlijk ‘ik weet niet hoe ik dit thuis vertel’

Lieve Swinnen
Kinder- en jeugdpsychiater

Wat doe je als een leerling je in vertrouwen iets vertelt?

Lieve Swinnen: “Als leraar heb je discretieplicht, geen beroepsgeheim. We zien het helaas nog veel te vaak: ‘Ik heb haar beloofd om niks te zeggen’. Als een leerling die voorwaarde stelt voor hij je in vertrouwen neemt, geef dan op tijd aan dat je dat niet kan beloven. Vaak is dat ook niet wat die jongere echt wil. ‘Ik wil niet dat je dat aan mijn ouders vertelt’, betekent eigenlijk ‘Ik weet niet hoe ik dit thuis moet vertellen’. Een meisje in mijn praktijk bekende dat ze zich steeds kraste. Geen idee hoe ze dat aan haar moeder die in de wachtzaal zat, kon uitleggen. Dan kan ik helpen. Een leraar ook: dat gesprek met de leerlingbegeleider, ouders, het CLB samen voorbereiden. En erbij zijn, veiligheid bieden.”

Leraren krijgen soms zware verhalen op hun bord. Hoe ga je daarmee om?

Lieve Swinnen: “In de zorg zijn we meer gewend om te debriefen, om elkaar steun te bieden. Corona sloeg ook gaten in de band binnen schoolteams. Alles begint bij een verbindend klimaat. Denk aan het onthaalmoment in de kleuterklas: even vertellen hoe het met je gaat, wat je hebt beleefd. Gek dat we dat enkel bij jonge kinderen vast inplannen. Elke mens heeft daar nood aan.”

Wat als je maar blijft malen als leraar?

Lieve Swinnen: “Zorg voor aanspreekpunten binnen je team. Een groene leraar, je directeur. Het helpt om even te praten met mensen die wat meer afstand kunnen nemen, die niet persoonlijk betrokken zijn. 100% loslaten: we zijn er allemaal slecht in, maar dat maakt ons net menselijk. Wat ik doe? Schrijf het eens van je af, enkel en alleen voor jezelf. Vertel het thuis. Kijk in de spiegel en besef dat je je best deed om een verschil te maken. En dat je ook zonder schuldgevoel voor jezelf moet zorgen, om de volgende dag weer dat verschil te kunnen betekenen.”

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


e

els

18 juni 2016

dit: "Scholen verwijzen gemakkelijker een leerling door omdat zij last hebben met hem of haar, niet per se omdat die leerling zelf last heeft." Ik vind dit een krasse uitspraak, niet akkoord om dit zo veralgemenend te formuleren. Als zo een zinnetje in de media geraakt wordt dit weer hoe de publieke opinie over ons denkt, het is en dit is niet juist. Let hier toch mee op.
.

Reageren

Laat een reactie achter