De Vlaamse leraar spreekt nauwelijks standaardtaal in de klas. Onderzoeker Steven Delarue (UGent) ging na waarom. Leraren geven 7 redenen aan waarom ze zo vaak tussentaal spreken.
De leerlingen
De leraar denkt dat de leerlingen hem zullen uitlachen als hij standaardtaal spreekt. Of dat ze er opmerkingen over zullen maken. Of ook: als de leerlingen geen standaardtaal gebruiken, waarom zou hij het dan wél doen?
De leraar zelf
Als de leraar te moe is of te gestresseerd, dan spreekt hij geen standaardtaal in de klas.
De klascontext
Als de leraar interactie wil in de klas, vindt hij dat hij zijn taalgebruik moet aanpassen. Standaardtaal ervaart hij dan als niet dynamisch genoeg, te onpersoonlijk. In standaardtaal kan hij zichzelf niet zijn, komt hij niet authentiek over.
Hiërarchie in het takenpakket
De maatschappij verwacht steeds meer van de leraar: dat hij lessen burgerschap, filosofie, verkeersopvoeding geeft. Goed lesgeven is voor leraren daarom belangrijker dan goeie standaardtaal spreken. Inhoud is belangrijker dan vorm, spelfouten corrigeren is belangrijker dan taalfouten in gesproken taalgebruik aanpassen.
Perceptie
Standaardtaal kan arrogant en verwaand overkomen. ‘Die is te lang naar school geweest’, klinkt het dan.
Bredere norm
Normaal gezien wordt standaardtaal gezien als de gesproken variant van de woordenboeknorm. Maar sommige leraren verbreden hun definitie van standaardtaal: alles wat voor hen geen dialect is, is acceptabel taalgebruik in de klas. Zolang er geen grammaticale fouten in zitten, is het taalgebruik oké.
De samenleving
Voor sommige leraren mag de school geen eiland van standaardtaal zijn als niemand die daarbuiten nog spreekt. Ook in de media hoor je steeds meer tussentaal.

Lees meer in het interview met Steven Delarue.