Zo doen zij het
Hoe ga je om met een jong schoolteam?
29 jaar: dat is de gemiddelde leeftijd van het lerarenteam in Vrije Basisschool Heilige Familie in Schaarbeek. Wat zijn de voordelen en valkuilen van zo’n jong team? Startende leraar Ina Van Ingelgom (23) en directeur Stef Colens (54) delen hun ervaring.
Laten we er eerst de cijfers voor Vlaanderen even bijnemen. Volgens het meest recente TALIS-onderzoek is de gemiddelde Vlaamse leraar 39 jaar. Vergrijzing in het onderwijs? In vergelijking met de rest van Europa valt dat bij ons best nog mee. Op Engeland na zijn er nergens minder 50-plussers aan de slag dan in Vlaamse scholen.
Zeker in grootsteden, waar scholen schreeuwen om nieuwe leraren, kan de leeftijd van het team nog een pak lager liggen. Dat is ook het geval in de school van directeur Stef Colens. Daar startten er 10 nieuwe leraren in september 2022. Een groot deel kwam pas van de schoolbanken. Liefst twee derde van het personeel bestaat er uit twintigers.
© Alexandra Bertels

Jong zijn is een mindset
Stef Colens: “Het is niet dat ik op een goeie dag opstond en dacht: vanaf nu neem ik alleen nog jonge leraren aan. Dat is vrij natuurlijk gegaan. 15 jaar geleden lag de gemiddelde leeftijd hier een stuk hoger. Maar de visie van onze school is toen sterk veranderd. Er kwam een stevige capaciteitsuitbreiding: van 180 leerlingen gingen we naar het dubbele, en we trokken voluit de kaart van co-teaching. Leraren geven standaard in duo les aan grotere klassen.”
“Een deel van ons toenmalige team kon zich moeilijker vinden in die nieuwe manier van werken. Nieuwe sollicitanten zagen coöperatieve werkvormen als een pluspunt. Onder hen opvallend veel jonge mensen.”
“Omdat die flexibeler zijn? Daar heeft leeftijd weinig mee te maken. Jong zijn is een mentaliteit: het draait niet om die 2 cijfertjes, maar om de juiste mindset. Die zit bij jong en oud op één lijn: school maken doen we samen, groeien doen we elke dag opnieuw door van elkaar te leren.”
Flexibel in de job staan is ook makkelijker wanneer je weet dat je er niet alleen voor staat
Ina Van Ingelgom
startende leraar
Ina Van Ingelgom: “Flexibel in de job staan is ook makkelijker wanneer je weet dat je er niet alleen voor staat. Een week voor het schooljaar van start ging, vroeg Stef of ik in het eerste leerjaar kon beginnen in plaats van in de derde kleuterklas. Ik twijfelde: ik ken al die werkboeken niet, was ik wel voldoende voorbereid?”
“Maar dat ik het samen met mijn co-teacher Debbie zou doen haalde me over de streep. Achteraf gezien ben ik zo blij: in het eerste merk je gigantisch snel vooruitgang bij de leerlingen, daar haal ik veel voldoening uit.”
Geen ja-knikkers
Stef Colens: “Wat is goed lesgeven? Dat blijft een zoektocht. Daarom vind ik het belangrijk dat mijn leraren een kritische geest hebben. Ik neem niet snel ja-knikkers aan. Maar ook daar speelt leeftijd eigenlijk geen rol. Pas afgestudeerden komen geregeld met nieuwe ideeën, maar leraren die al jaren werken doen dat evengoed.”
“Of zij-instromers: die zijn al wat ouder, hebben professionele bagage en kiezen bewust voor het onderwijs. Zij arriveren met een koffertje vol inzichten, zien meteen praktische toepassingen en stellen onze werking daardoor soms ook in vraag. Dat vind ik een enorme meerwaarde.”
“Zo stelde iemand bijvoorbeeld voor om de kleuters ‘s ochtends gespreid te laten binnendruppelen: meer tijd voor een afzonderlijke ontvangst, contact met ouders, kinderen die op hun eigen tempo kunnen landen. We hebben dat omgezet in de praktijk, en dat werkt! Dan denk je: waarom hebben we daar niet eerder aan gedacht? Soms heb je gewoon een frisse wind nodig.”
Ina Van Ingelgom: “Je gedacht zeggen, dat doe je enkel in een veilige omgeving. Een open dynamiek is belangrijk voor jonge mensen om zichzelf te durven zijn. Gelukkig heerst die op onze school zeker. Ieders inbreng telt, jong of oud. We worden niet verondersteld alles meteen te weten, krijgen de ruimte om op ons tempo zelf dingen te ontdekken. En fouten maken mag.”
© Alexandra Bertels

Feedback in twee richtingen
Stef Colens: “Hoe je het ook draait of keert: in een organisatie met veel jonge mensen kruipt er meer tijd in aanvangsbegeleiding. Starters kunnen nog niet aan hetzelfde tempo werken als hun doorgewinterde collega’s. En ruimte vrijmaken om dieptekennis door te geven, dat vraagt ook een extra inspanning van je ervaren personeel.”
“Al is dat geen verplichting: leraren kunnen zich vrijwillig kandidaat stellen om mentor te worden. Daarnaast staat ook de aanvangsbegeleider en het zorgteam voor ze klaar. En mijn deur staat ook altijd open. Maar in een ‘jonge school’ kost dat sowieso meer tijd en volk.”
Ervaring is relatief in een jong team: een leraar die hier 2 of 3 jaar werkt, is vaak al expert
Stef Colens
Directeur
Ina Van Ingelgom: “Hulp vragen voelt laagdrempelig aan. Op WhatsApp hebben we een groep voor alle starters en mentoren. Erg handig. Onlangs moesten we onze eerste rapporten schrijven, die hadden we uitgesteld tot het laatste moment. Wat moest daar allemaal in? Mijn co-teacher werkt hier ook pas sinds dit schooljaar en had er ook nog niet bij stilgestaan. Daarom gooiden we onze vraag in de groep. Meteen stuurde een collega een uitgewerkt sjabloon door.”
Stef Colens: “Feedback geven is nooit eenrichtingsverkeer: de mentor heeft niet per se de wijsheid in pacht. De nieuwkomer moet een methodiek ook niet klakkeloos kopiëren. Ervaring is relatief in een jong team: een leraar die hier 2 of 3 jaar werkt, is vaak al expert ten opzichte van nieuwe collega’s. Ik wil vooral kruisbestuiving faciliteren: dat al mijn leraren met elkaar kunnen praten. Een school is een minimaatschappij. Met verschillende profielen die van elkaar leren en voor elkaar zorgen.”
Groepsgevoel in en buiten de school
Ina Van Ingelgom: “Het grootste voordeel aan mijn jonge collega’s? We zitten vaak op dezelfde golflengte. Zelf ben ik er bijvoorbeeld nog steeds niet toe gekomen om onze dozen met schrijfgerief eens netjes te ordenen. Als ik dat in de lerarenkamer laat vallen, is er altijd wel een leeftijdsgenoot die hetzelfde ervaart als ik. Daardoor voel ik me nooit alleen. Weten dat je samen aan het zoeken bent: dat geeft steun.”
“In én buiten onze school is een goede sfeer erg belangrijk. Vaak neemt iemand initiatief om na de uren iets te gaan drinken of samen een uitstapje te doen. Dat creëert een band. En niet alleen binnen het kliekje jonkies: vaak tekenen alle leeftijden daarop in. Wat mij dan opvalt: oudere leraren zijn na een hele dag dansen en springen vaak nog energieker dan wij. Misschien omdat zij intussen al een evenwichtig ritme gevonden hebben, en wij nog iets meer moeten leren doseren.”
© Alexandra Bertels

Jeugdig enthousiasme
Stef Colens: “Dat merk ik vaak bij jonge leraren. Vaak willen ze meteen veel hooi op hun vork nemen. Ze geven zich bijvoorbeeld op voor grote kleppers als de organisatie van ons eetfestijn. Of ze willen meteen deel uitmaken van onze werkgroep huiswerkbeleid. ”
“Dat engagement siert hen en ik zal ook nooit iets verbieden. Maar ik stel wel de vraag: ben je zeker dat het er nog bij kan? Je vertelde onlangs dat je je klasmanagement nog niet helemaal op punt hebt. Misschien kan je eerst daarop focussen?”
“Iedere beginner moet een ontgroeningsperiode door. En ik ben me er heel bewust van dat die ook meer tijd, stress en energie van hen vergt. Als directeur is het niet altijd makkelijk om dat jeugdige enthousiasme te temperen zonder het vuur te doven. Maar ik heb liever dat mijn leraren eerst kunnen stappen voordat ze beginnen te lopen.”
Assertiever
Stef Colens: “Omgekeerd merk ik ook op dat de jongere generatie assertiever is wanneer het gaat over hun grenzen bewaken. Onlangs vroeg een kleuterleraar me waarom er in hun uurrooster nergens wat vrije ruimte voorzien was. Hun collega’s uit het lager onderwijs zijn tijdens de lessen turnen en godsdienst meestal wel even vrij om wat administratie te doen, met het zorgteam te overleggen of wat rust op te zoeken tijdens een wandeling. Zo’n adempauze zou er voor iedereen moeten zijn. Daar gaan we dan ook werk van maken.”
Ina Van Ingelgom: “Wanneer ik om 9 uur ’s avonds nog een bericht krijg van ouders, moet ik me nog steeds inhouden om daar niet direct op te reageren. Mijn generatie is ook opgegroeid met de gsm natuurlijk, daar komen werk en privé soms nog samen. Maar aan de andere kant lukt het me steeds beter om het ’s avonds los te laten. Dat leer je ook snel van anderen: je hoeft niet 24 op 24 beschikbaar te blijven voor je werk.”
Kansen geven
Stef Colens: “Het is geen geheim dat er veel verloop is in grootstedelijke scholen. Wanneer een ervaren leraar besluit om in een school dichter bij huis te gaan werken, is dat altijd even slikken. Als schoolhoofd denk je dan niet alleen aan een vervanger vinden, maar ook aan de continuïteit van je organisatie.”
“Al lukt het me steeds beter om dat te relativeren. Kansen geven zit in het DNA van onze school. Dat betekent ook: mensen die een andere uitdaging aangaan kunnen loslaten en hopen dat ze ambassadeurs van onze school blijven. Kansen geven ook wanneer onervaren mensen komen solliciteren. En als die dan voor een klas komen te staan waarin kansarmoede een gezicht krijgt, dan verwacht ik van hen hetzelfde. Door je leerlingen elke dag opnieuw kansen te geven, kan je als leraar écht het verschil maken. En ik denk dat dat ons allemaal jong houdt.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter