Duiding
PISA-onderzoek: 5 belangrijke conclusies
Hoewel Vlaamse 15-jarigen internationaal nog altijd goed scoren voor lezen, wiskunde en wetenschappen, dalen hun resultaten gestaag. Bovendien haalt bijna 1 op de 5 leerlingen niet het niveau dat nodig is om goed te functioneren in de maatschappij. Dat blijkt uit het 3-jaarlijkse PISA-onderzoek.
1. Leesvaardigheid: Vlaamse leerlingen halen subtop
Wereldwijd scoren 10 landen hoger op lezen – het hoofddomein uit dit PISA-onderzoek – dan Vlaanderen: 5 Aziatische toplanden, Estland, Canada, Finland, Ierland en Polen.
11 landen halen een score die vergelijkbaar is met die van Vlaanderen, waaronder Europese landen Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Noorwegen, Duitsland en Slovenië.
De Frans- en Duitstalige Gemeenschap en onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Luxemburg doen het minder goed.
2. Wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid: Vlaamse leerlingen scoren sterk
Voor wiskunde scoren alleen 6 Aziatische landen beter. 6 andere landen halen een vergelijkbare score, waaronder Estland, Nederland, Polen en Zwitserland.
Voor wetenschappen halen leerlingen uit een paar Aziatische landen, Estland en Finland betere scores. 10 landen halen een vergelijkbare score, waaronder Polen, Slovenië, Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland.
3. Vlaamse scores dalen in alle domeinen
Hoewel Vlaamse leerlingen internationaal en Europees nog altijd goede resultaten halen voor lezen, wiskunde en wetenschappen, zien we door de jaren heen wel een duidelijke dalende trend in de gemiddelde score. Voor wiskunde kent Vlaanderen tussen 2003 en 2018 zelfs de op 1 na grootste puntendaling van alle Europese landen.
4. De kloof tussen zwakke en sterke leerlingen is groot
Het verschil tussen de zwakste en sterkste leerlingen is in Vlaanderen groter dan gemiddeld, zowel voor lezen, wetenschappen als wiskunde.
Meer dan in andere landen wordt het verschil in score mee verklaard door de sociaal-economische-thuissituatie (SES) en thuistaal: kansarme leerlingen en leerlingen die thuis geen Nederlands spreken, scoren beduidend slechter.
5. Steeds meer leerlingen halen het basisniveau niet
Terwijl het aandeel toppresteerders relatief groot blijft (maar wel daalt voor wiskunde), stijgt het aandeel leerlingen dat voor lezen, wetenschappen en/of wiskunde het basisniveau niet haalt (bv. lezen: PISA 2009: 13 %, PISA 2018: 19 %). Dat basisniveau is het minimale niveau om in de maatschappij op eigen benen te kunnen staan en wordt in PISA aangeduid als niveau 2.
Wat is PISA?
PISA is een internationaal onderzoek dat 3-jaarlijks de leeruitkomsten in verschillende OESO- en partnerlanden vaststelt en analyseert. Voor PISA 2018 werden in 79 landen in totaal meer dan 600.000 15-jarigen getest op leesvaardigheid (hoofddomein), wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid. In Vlaanderen namen 4822 leerlingen uit 172 scholen uit alle onderwijsvormen deel.
Log in om te bewaren
Bert Verplanken
4 december 2019Enkel een gemiddelde geven is helaas onvoldoende om te werken binnen de statistiek. Bovendien blijft het PISA onderzoek steken op 3 domeinen die volgens hen bepalen of iemand kan meedraaien in de maatschappij of niet. Die domeinen zouden moeten evolueren net zoals de maatschappij dat jaar na jaar doet...allen blijven ze vasthouden aan die domeinen en evolueert het PISA onderzoek niet mee. Bijvoorbeeld: digitale geletterdheid...daar spreekt men niet eens over en is minstens even belangrijk geworden als wetenschap. De titel van dit artikel is bovendien wat ongelukkig gekozen. "PISA Onderzoek - 5 mogelijke conclusies" ware een betere titel geweest...wie bepaald dat dit "belangrijke" conclusies zijn? Het enige waar zo'n onderzoek in resulteert is opnieuw aanpassingen aan visies en nieuwe visies voor de nu al te diverse niveaus in ons onderwijslandschap. En wie draagt er de gevolgen van, de leerkracht in de klas die zelf geen visie mag hebben en de greep op zijn eigen klas verliest in de visies van tal van structuren die het goed bedoelen maar er eigenlijk teveel aan zijn en de maatschappij veel geld kosten.
Stijn Govaerts
5 december 2019dag Martine, dit is een update. De reacties uit 2016 zijn blijven staan onder het artikel.
vriendelijke groeten
Stijn voor Klasse
Mike Goudeseune
5 december 2019Wat ik graag eens zou willen gemeten zien is waar onze kinderen wel sterk in zijn. Onze begeleiders (leerkrachten) zetten zich dag en nacht in om het beste van zichzelf te geven. Wat met alle vaardigheden waar we wel sterk in zijn, wat met alle mogelijkheden die onze kinderen wel hebben. Moeten we dat er niet eens naast leggen. Er komt een trend waarbij we meer en meer moeten inzetten op kennis, terwijl het net de vaardigheden die veel belangrijker zijn. En die worden niet gemeten . Je hoort me zeker niet zeggen dat er geen kennis meer nodig is, maar AUB hou op met enkel kennis te meten en bekijk ook eens de rest aan de dingen die onze kids WEL in excelleren? Misschien ook wel eens meenemen dat onze kinderen de dag van vandaag overspoeld worden met alle problemen die zich in de maatschappij voordoen en waar we binnen onderwijs oplossingen moeten voor zoeken. Het pakket uren dat kids op school zijn is niet gewijzigd, maar alle zaken die we moeten bereiken is heel hoog geworden. Ik kan er een boompje over opzetten en wil positief zijn , positief naar de toekomst. Zet die positieve dingen ook in de kijken en stop ons onderwijs af te breken!
G. De Vos
5 december 2019Vreemd dat die kleine verschuivingen eruit gelicht worden terwijl iedereen ondertussen weet dat de meting waarmee vergeleken wordt niet representatief was. Daarin waren ASO-leerlingen oververtegenwoordigd en die hadden meer uren Nederlands, wiskunde en wetenschappen. Voor veel belangrijker analyses gaat ons onderwijs erop vooruit: welbevinden van de leerlingen, schoolverlaters zonder diploma en participatie hoger onderwijs. Daarvoor scoorden we vroeger dramatisch slecht (het slechtst, zeg maar).
Raf Feys
6 december 2019Tijdens zijn KULAK-lezing op 21 maart 2018 formuleerde prof. Dirk Van Damme (OESO) veel kritiek op de evolutie van kennisgedreven naar competentiegericht onderwijs en op de onderwaardering van alles wat te maken heeft met kennisoverdracht.
Van Damme: "We hebben de voorbije decennia onvoldoende beseft dat we ook in Vlaanderen zo'n evolutie aan het meemaken waren. En dit is ook een zelfkritiek." Volgens hem luid(d)en de misleidende kritieken o.a.: "*Abstracte kennis heeft geringe impact op gedrag. *In tijden van kennisexplosie is encyclopedische kennisverwerving niet langer mogelijk. *Kennis werd/wordt vaak voorgesteld als gereduceerd tot accumulatie van feiten en werd geassocieerd met memorisatie en rotelearning. *Disciplinaire vakkennis staat ver af van de concrete noden van het beroepsleven."
Van Damme stelde verder: "De dominantie van het competentie-paradigma, ook in de eindtermen, leerplannen en handboeken, was/is nefast. De competentiegerichte aanpak is nauw verwant met de constructivistische . In de bijdrage 'Focus op competenties is ook nefast voor niveau begrijpend lezen' in De Standaard van 23 augustus 2019 formuleerde Van Damme scherpe kritiek aan het adres van de uithollers van het taalonderwijs."
Rik Cooreman
6 december 2019Zeer juist !!
Ik stel mij nog dagelijks de vraag of wij nu, met al onze zgn. kennis en vaardigheden zo dom zijn opgeleid dat we onze nieuwere generaties geen treffelijke kennis meer kunnen bijbrengen i.v.m. taalvaardigheid, wiskunde, wetenschappen enz ? Leidden wij niet vele leerlingen op tot hooggeschoolden , tot volwaardige intellectuelen en zorgden wij er niet voor dat onze leerlingen een volwaardige plaats konden innemen in de maatschappij ? Ja juist, taalvaardigheid en leesvaardigheid zijn achteruit gegaan, maar is de oorzaak daarvan niet grotendeels te zoeken in de hedendaagse ICT en media en andere vormen van bezigheid van de jonge mensen ?
Leerkrachten draaien dag en nacht hun botten af voor een degelijke opleiding, opvoeding en nog zoveel andere vaardigheden en worden ondanks alles nog steeds aanzien als profiteurs. Wat een motivering !!
G. De Vos
11 december 2019Leerlingen leren nog te vaak voor de volgende toets en niet om bekwaam te worden in een vakgebied. Competentiegericht onderwijs integreert kennis, vaardigheden en attitude. Om de motivatie te versterken wordt de relevantie van kennis aangetoond. Om inhouden langer te onthouden worden verbanden gelegd. Door uitgebreide oefening worden automatismen voor het leven gekweekt. In de optiek van vrij onderzoek is het zinvol dat wetenschappelijke bevindingen vanuit traditionele hoek betwijfeld worden. Misschien was geheugentraining wel efficiënt en niet vermoeiend. Ooit kwam het inzicht. De geruststelling van veel testjes leidde niet bij alle leerlingen tot gokken en hiaten. Wat was er mis met dwang en eindeloze voorschriften? Er waren vroeger toch ook volwassenen die zelfstandig en verantwoordelijk waren?
Sander Van Acker
17 december 2019Er is een noodzaak aan beter evalueren op vele gebieden in het Vlaams onderwijs. Eén van de zaken die ons onderwijs direct terug een eind vooruit zou helpen is elke school verplichten om de bestaande gestandaardiseerde peilingsproeven voor wetenschappen, Nederlands, Frans en wiskunde af te nemen bij de desbetreffende schoolpopulatie. Nu worden onze leerlingen hun hele opleiding door geconfronteerd met testen en examens die de vakleraar zelf opstelt. De leerlingen worden zelden geconfronteerd met multiple choice-vragen die op een slimme manier zijn opgesteld. Een tweede nadeel van de huidige werkwijze is dat de leerkracht geen referentiekader heeft om op een niet bedreigende manier zijn eigen functioneren te evalueren. Een peilingsproef gaat uit van wat kan verwacht worden van een leerling van die leeftijd volgens de meest recente internationale inzichten in een vakgebied. Een vakleraar die zijn examens opstelt houdt alleen rekening met zijn verwachtingen en interpretaties van de leerstof. De resultaten van de peilingsproeven moeten niet gepubliceerd worden, zij moeten niet bepalend zijn voor het slagen of mislukken van de leerling maar ook daar zouden deze proeven minder aanleiding geven tot discussie van ouders over de betrouwbaarheid en de validiteit van de huidige toetsen en examens.
Veerle
10 januari 2020Er is meer aandacht nodig voor de studiekeuze van meisjes en jongens. Is vlanderen in vergelijking met de betere landen niet eerder wat seksistisch? De talenten en motivatie van meisjes in wetenschappen en techniek en van jongens in talige en sociale richtingen worden niet zo gemakkelijk aangesproken, noch op school noch buiten de school.
Echter de algemene resultaten vergelijken met 10 of 15 jaar geleden moet zorgvuldig gebeuren.
Laat een reactie achter