Vlaanderen
Klasse.be

Tips

Iedereen bij de les met coöperatieve leerstrategieën

  • 29 maart 2018
  • 5 minuten lezen

Je stelt een vraag en je krijgt altijd diezelfde vingers te zien. Hoe krijg je ál je leerlingen actief? Leraren Stefanie en Wendy selecteren 5 coöperatieve leerstrategieën die je meteen kan uittesten.

‘Juf, juf!’ De ijverige leerling die het antwoord weet op de vraag, steekt natuurlijk zijn vinger op. Maar te verlegen, niet zeker van het antwoord of gebrekkig Nederlands? Of gewoonweg geen zin? Dan is het sleuren en trekken om de hele klas bij de les te houden.

“In onze klas kan je je niet verstoppen.” Stefanie Baeten (leraar techniek en STEM) en Wendy Haepers (leraar Nederlands) van Stedelijk Lyceum Hardenvoort in Antwerpen zien elke dag de voordelen van coöperatieve leerstrategieën.

“Bij coöperatieve leerstrategieën is de hele klas bezig met de leerstof. We laten niet 1 of enkele leerlingen aan het woord. Iedereen oefent voortdurend actief de leerstof in. Die sijpelt zo beter binnen en nestelt zich in de hersenen. Als ze naar huis gaan, kennen ze het. En de leerlingen durven praten, ontwikkelen hun sociale vaardigheden, leren samenwerken.”

“Leerlingen werken vaak in een vast team van 4. Dat stellen we zorgvuldig samen: sterkere en zwakkere leerlingen, jongens en meisjes, verschillende karakters … Als je een pestprobleem hebt in de klas, moet je dus wel eerst aan veiligheid werken. Een hechte klasgroep is een voorwaarde om coöperatieve leerstrategieën te gebruiken.”

Coöperatieve leerstrategieën: Tweepraat

1. Tweepraat

Ideaal voor: leerstof herhalen

Zo werkt het: de leerlingen wandelen door elkaar. Op jouw signaal steken ze hun hand in de lucht en begroeten de dichtstbijzijnde partner met een high five. Je stelt een vraag, geschikt voor korte antwoorden. In elk duo geven de leerlingen elkaar om beurten enkele korte antwoorden op je vraag. En hup, snel op zoek naar een nieuwe partner en de volgende vraag. Zo herhaalt iedereen actief de leerstof.

Tip: laat de leerlingen hurken of de armen kruisen als ze klaar zijn. Zo zie je meteen wanneer iedereen klaar is.

Coöperatieve leerstrategieën: Mix en ruil

2. Mix en ruil

Ideaal voor: kennisvragen, leerstof memoriseren, overhoren of inoefenen

Zo werkt het: verdeel je klas in duo’s. Elke leerling heeft een vraag op een kaartje, met op de achterkant het antwoord. Leerling 1 stelt de vraag. Leerling 2 antwoordt. Als die het niet meteen weet, geeft de vraagsteller een tip. Als het nodig is, vertelt leerling 1 het antwoord en herhaalt leerling 2 het. Dan wisselen ze van rol. Daarna ruilen ze de kaart en gaan ze op zoek naar een nieuwe partner. Verplicht ze ook om elkaar te begroeten, een compliment te geven tussendoor en afscheid te nemen. Zo oefenen ze tegelijkertijd sociale vaardigheden.

Tip: gebruik de gang als je niet genoeg plek hebt.

Coöperatieve leerstrategieën: Toon mij

3. Toon mij!

Ideaal voor: voorkennis of leerstof toetsen

Zo werkt het: elke leerling krijgt een klein white board (dat maak je met gelamineerd papier en een uitwisbare stift). Je stelt een vraag. Iedereen schrijft individueel het antwoord op. Als je zegt ‘toon mij’, steekt iedereen zijn bordje in de lucht. Zo zie jij meteen wie de leerstof al goed of nog niet goed genoeg kent. En leerlingen kunnen in alle veiligheid antwoorden want ze zien elkaars antwoord niet.

Tip: probeer ook eens de variant ‘genummerde koppen bij elkaar’ in kleine teams van 4 leerlingen. Hier tonen de teamleden eerst aan elkaar hun antwoord en discussiëren ze tot ze het eens zijn over 1 antwoord. Ideaal om leerlingen te leren argumenteren.

Coöperatieve leerstrategieën: Rondpraat op tijd

4. Rondpraat op tijd

Ideaal voor: veel presentaties op korte tijd, informatie verwerken, denkvaardigheid

Zo werkt het: maak teams van 4 leerlingen. Wie aan het woord is, staat recht. Zo krijgt die alle aandacht. Daarna krijgt elke leerling om beurten evenveel tijd voor zijn presentatie. De leerlingen die luisteren, noteren een compliment, werkpunt of vraag. In plaats van 20 presentaties op 2 lesuren ben je nu in 20 minuten rond. Wat een tijdswinst!

Tip: maak een affiche met elke stap van je coöperatieve leerstrategie. Dat helpt jou en je leerlingen om geen enkele stap over te slaan.

Coöperatieve leerstrategieën: Tweetal coach

5. Tweetal coach

Ideaal voor: stappenplan of vaardigheden oefenen

Zo werkt het: maak duo’s met 1 blad papier en 1 balpen per duo. Leerling 1 leest de opgave en vertelt aan zijn partner hoe hij de vraag zou oplossen. Leerling 2 luistert en mag alleen vragen stellen of coachen met tips, extra uitleg en een compliment. Als ze het eens zijn, schrijft leerling 2 het antwoord op. Tijd om te wisselen.

Tip: als er discussie ontstaat over het antwoord, weet je meteen dat iemand de leerstof nog niet goed begrepen heeft.

“Coöperatief leren is niet hetzelfde als groepswerk”

Steve Daponte, trainer in coöperatieve leerstrategieën, legt het abc uit.

Wat is het?

“’Coöperatieve leerstrategieën’ is een wetenschappelijk bewezen methode van de Amerikaanse breinpsycholoog Spencer Kagan om alle leerlingen actief te krijgen in de les. Hij bestudeerde gedurende 40 jaar hoe het brein werkt en hoe je leerrendement bereikt. Het resultaat: een 200-tal technieken, telkens met een gedetailleerd stappenplan en concrete doelstelling zoals kennis overdragen, informatie verwerken of presenteren, denkvaardigheden oefenen …”

“Vaak denken leraren dat het hetzelfde is als groepswerk, maar daar is slechts een deel van het groepje echt actief en een deel verstopt zich achter de anderen. Een van de basisprincipes van coöperatieve leerstrategieën is individuele aanspreekbaarheid: iedereen moet iets presteren voor iemand anders.”

Wat zijn de effecten in de klas?

“Deze methode heeft een positief effect op de leerresultaten. De kloof tussen sterke en zwakkere leerlingen verkleint. Want die laatsten krijgen meer kans om te participeren aan de les. Bovendien is het brein actief omdat ze voortdurend aan het woord zijn, bewegen, rechtstaan of luisteren. En ze oefenen elke dag sociale en communicatieve vaardigheden. Zo ontstaat er ook een positieve interactie tussen de leerlingen en ze voelen zich beter in hun vel.”

Is het voor alle leerlingen geschikt?

“Je kan het voor alle vakken, van kleuters tot volwassenen gebruiken. Bij de derde graad secundair merken we wel dat we goed het waarom ervan moeten uitleggen om weerstand bij leerlingen te beperken.”


Op Klascement.net vind je heel wat technieken rond coöperatieve leerstrategieën.

Sara Frederix

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


P

Patrick

29 maart 2018

Coöperatieve werkvormen zijn inderdaad fantastisch om te doen.
Alleen... de lijm plakt niet altijd...
Met onze school (lagere school) hebben we de voorbije jaren fel ingezet om coöperatieve werkvormen uit te pluizen, te selecteren en te gebruiken. Een werkgroep, een vorming en een team vol enthousiaste leerkrachten die erin geloven, concretiseren dit op verschillende momenten, in verschillende situaties en verticaal opbouwend. Prachtig toch?
De nodige "stoefmomentjes" zorgen ervoor dat iedereen de nodige kracht blijft vinden om deze werkvormen in leven te houden...
Waar heb ik dan bedenkingen over?
Zeker niet over de werkvormen an sich en de overvloed aan doelstellingen die je hiermee bereikt. Ook niet over de activiteit van de leerlingen die ergens verplicht worden om uit hun schulp te komen. Ook niet over het "extra lawaai", de chaos of de drukte die deze werkvormen veroorzaken. Wel over de angst en de stress die dit bij bepaalde kinderen veroorzaakt. Niet iedereen kan of wil zomaar interactief participeren. Een kind met lichte kenmerken van ass (er zit er momenteel zo eentje in mijn klas, het M-decreet, remember...), is helemaal de kluts kwijt als er een coöperatieve werkvorm wordt gebruikt, zelfs als alles vooraf duidelijk wordt voorgesteld, afgesproken en gebrieft. Minder contactvaardige kinderen vinden het "de hel" en scoren merkelijk slecht bij dit soort werkvormen. Het vertrouwen (dat maar heel langzaam groeit) krijgt een deuk. Ik constateer bij deze kinderen zelfs een algemene terugval en vooral een knauw in hun welzijn en zelfvertrouwen. Dus... over dat 'positieve effect op leerresultaten' verschil ik wel wat van mening.
Mijn conclusie: coöperatieve werkvormen zijn zeker bijzonder waardevol voor de meeste leerlingen maar moeten zeer omzichtig worden toegepast. Een grondige SWOT vooraf voor jezelf en je klasgroep is zeker nodig om er voor te zorgen dat "iedereen" mee is.

Reageren
s

saskia

30 maart 2018

Zelf leerkracht en mama van 2 kinderen met ASS. Ik merk bij mijn zoon in het 2de middelbaar dat hij in het eerste jaar toen hij ondergedompeld werd in coöperatieve leerstrategieën, het hier best moeilijk mee had. Nu vindt hij deze ok, normaal. Iedere leerkracht werkt met die methode en dit is heel duidelijk geworden. Ik hoor hem meestal moeite hebben met leerkrachten die dit niet volgen....Hij heeft geleerd om voor de klas te praten, zijn mening te geven, samen te werken met iedereen (en niet alleen met 'vriendjes'). Dit doordat de oefeningen vooral kort tussendoor aangeboden worden. Dit hoeft niet een hele les te duren (dat is veel te intensief en vermoeiend), kleine "tussendooroefeningen" werken heel goed. Ik pas ze bij mijn volwassen cursisten ondertussen ook regelmatig toe. Er is vaak eerst wat weerstand, maar het zorgt er wel voor dat de hardste roepers eens getemperd worden en de stillere cursisten meer aan het woord (kunnen) komen, kortom iedereen krijgt een kans. De weerstand verdwijnt meestal wanneer ze positieve ervaringen opdoen.
Ik heb in een bijscholing zelf mogen ervaren hoe die strategieën aanvoelen als deelnemer. Het is best intensief. Onderuit zakken en ondergaan zit er dan niet in. Je bent continue alerter omdat de kans bestaat dat jij straks actief iets voor de klasgroep moet zeggen/doen. In het begin gaf de timer, die vaak gebruikt wordt, wat stress, maar ook dat went snel.
Ik neem mee dat weerstand altijd wel ergens ervaren wordt, gelijk welke lesmethode je gebruikt. Ik geniet zelf ook meer van mijn lessen als ik deze werkvormen gebruik. Bij groepen waar ik merk dat er een cursist weerstand heeft of hierdoor de kluts kwijt is, probeer ik dit geleidelijk aan in te voeren.

Reageren
G

G. De Vos

1 april 2018

Het is altijd fascinerend leerlingen zelfstandig te zien werken bij houtbewerking of bij elektrische installaties. Technisch tekenen en informatica leer je ook niet na uiteenzettingen van vijftig minuten. Bij wiskunde, staatkunde of talen krijgen de leerlingen net voldoende informatie om de opdrachten te kunnen uitvoeren. Bij de verbetering ontstaat interactie met de leerkracht. Moeilijkere opgaven zijn het meest geschikt voor coöperatief leren. De sterkere leerlingen consolideren hun kennis en delen die met de zwakkere. Evaluatie met cijfers gebeurt het best individueel. Met aangekondigde toetsen of door één van de oefeningen als klastaak te laten maken. Huistaken houden het risico van kopieerwerk in. De hersenen worden niet per se geactiveerd door stoelen en tafels aan de kant te schuiven en de polonaise te dansen. In de nieuwe lerarenopleidingen leren leerkrachten het leren beter te organiseren. Groepswerk kan worden opgesplitst in sessies planning - voorbereiding - presentatie. Je kan elk groeopslid een document laten voorleggen als bewijs van inwerking in het thema. Vijf tot tien regels schriftelijke voorbereiding zijn een goede maat voor presentaties. Niet naar de voorbereiding kijken moet opgewaardeerd worden. Digitale media zijn een bonus zolang de leerling het publiek aankijkt en zich niet vastklampt aan het scherm. Elk duo heeft een neerslag van een conversatie in de notities staan. Repetitie. Presentatie. Algemene feedback - hebben jullie gehoord dat ...? - om het zelfvertrouwen te sparen. Alle scholen promoten actief onderwijs maar moeten passieve instructie toch nog tolereren. Afgestudeerden moeten de keuze behouden tussen een examen op het einde van een lessenreeks en heel het jaar door projectmatig werken. Voor sommige vakken is het niet zo belangrijk veel te onthouden of inzicht en coöperatieve vaardigheden te verwerven.

Reageren
E

Erik

4 april 2018

Hallo,

Zou iemand mij kunnen vertellen voor welke leeftijdsgroepen deze technieken ontworpen zijn?

Reageren
S

Steven

12 april 2018

Dit is echt niet leeftijd gebonden...
Dit kan je toepassen in lager, secundair, volwassen onderwijs, zelfs hoger... De moeilijkheidsgraad van de opdrachten daarmee kan je spelen...
Om voldoende impact te hebben bepleit ik wel voldoende een bepaalde vorm te gebruiken, leerlingen/volwassenen moeten het in de vingers hebben/krijgen, meer dan...oh wat een leuke werkvorm... Dat laatste is geen synoniem voor effectief leren namelijk. Succes!

Reageren
S

Sandra

13 april 2018

En zelfs bij kleuters kan je een aantal toepassen!

Reageren
C

Cindy

15 april 2018

IK gebruik al deze werkvormen in de eerste graad (lager).

Reageren
J

Jan T'Sas

13 april 2018

In dit artikel ontbreken een paar erg interessante en bruikbare (of zelfs essentiële) bronnen om coöperatief leren te organiseren (o.a. over het creëren van vertrouwen en van een werkklimaat, omgaan met leerlingen die om allerlei redenen geen 'groeps'werkers zijn, het aandeel van gesprekstechnieken...). Spencer Kagan wordt hier enkel bij naam vermeld, maar zijn boek 'Coöperatieve leerstrategieën' is een aanrader vanwege zijn laagdrempeligheid, veelzijdige benadering van groepswerk en de lawine van strategieën om uit te kiezen. Voor multiculturele groepen kleur- en lager onderwijs is de lesmap 'Peper en zout' van Veerle Ernalsteen een juweeltje, met tal van interessante ideeën. Leraren secundair onderwijs blijken voorts weinig op de hoogte van de CLIM-methodiek die Paelman en Vleurick in de praktijkbrochure 'CLIM. De kracht van de leerkracht' uit de doeken doet. Ten slotte beveel ik graag 'Sprekend leren. Wanneer groepswerk echt rendeert' aan, over de leereffecten van van exploratieve gesprekken (totaal onbekend in ons onderwijs), uitgegeven bij Die Keure. Die effecten zijn wetenschappelijk aangetoond door internationaal en Vlaams onderzoek in school en klas, en werken zelfs het sterkst bij taalzwakke leerlingen. Best mee starten in het lager onderwijs, maar later kan ook. Zie de recensie daarover van Kris Van den Branden op https://duurzaamonderwijs.com/2013/07/03/de-kracht-van-interactie-3-sprekend-leren-tijdens-groepswerk/ en natuurlijk ook https://www.klasse.be/1509/zo-maak-je-van-groepswerk-een-succes/

Reageren
S

Sam

21 november 2018

Voor mijn bachelorproef werk ik coöperatieve lessen uit voor leerkrachten in het secundair onderwijs. Concreet richt ik me op toepassingen binnen handel/beco/boekhouden en godsdienst. Ik heb al enkele lessen uitgewerkt waarbij ik verschillende coöperatieve werkvormen toepas. Ik merk dat het gebruik van coöperatieve werkvormen gemakkelijker gaat voor theoretische lessen zoals handel en godsdienstlessen. Ik ervaar echter heel wat moeilijkheden bij opstellen van een coöperatieve les boekhouden. Af en toe lees ik dat leerkrachten coöperatieve werkvormen gebruiken in een wiskundeles. Ik denk dat, wat de inzet van coöperatieve werkvormen betreft, een wiskundeles min of meer gelijkt op een les boekhouden. Op welke manier zetten jullie coöperatieve werkvormen in een les wiskunde en/of boekhouden?

Reageren

Laat een reactie achter