Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Blended learning: hoe maak je van een noodgreep een blijver?

  • 4 mei 2021
  • 7 minuten lezen

Corona zette blended learning even onverwacht als radicaal op de agenda. Tommy Opgenhaffen, coördinator onderwijsontwikkeling en digitaal leren (Arteveldehogeschool Gent) en auteur van Leren. Hoe?Zo! vraagt om de combinatie thuis en klas te verankeren: “Laat de negatieve online ervaringen de positieve niet overschaduwen.”

Illustratie: Leerlingen doen aan afstandsleren met laptop

Wat is blended learning?

Tommy Opgenhaffen: “Blended learning is een doordachte mix van face-to-face en digitaal onderwijs. Daarbij krijgen leerlingen een stukje in handen wanneer, waar en aan welk tempo ze de online leerstof individueel of in groep verwerken.”

“Blended learning is meer dan alleen maar technologie toevoegen. Het verandert ook hoe je contactmomenten en je rol van leraar invult. Zo word je meer een coach van het leerproces van je leerlingen.”

Kies je het beste voor theorie in de klas, oefeningen via afstandsonderwijs?

Tommy Opgenhaffen: “Dat kan. Maar omgekeerd werkt ook. Dan bekijken je leerlingen thuis een instructievideo en vullen ze een eerste oefenreeks in om daarna complexere opdrachten te maken in de klas. Blended learning tekent geen scherpe breuklijn tussen theorie in de klas, oefeningen thuis. Je moet als leraar gewoon goed nadenken wat je leerdoel is, welke werkvormen effectief zijn, wat beter online kan en wat in de klas. En dan beslissen hoe je technologie krachtig inzet. Een vaste verhouding tussen online en contactmomenten bestaat niet. Dat hangt af van je leerlingen, hun voorkennis en je leerstof.”

“Leraren kunnen perfect inschatten waar ze liever meer tijd voor vrijmaken in hun lokaal en wat voor hun leerlingen het beste werkt. De ene leraar doceert moeilijke wiskundige principes aan het bord en reserveert oefeningen voor thuis, de andere stuurt een kennisclip met uitgewerkt voorbeeld en verdiept efficiënter in de klas.”

“Wat voor allebei de leraren geldt: wat je online uitbesteedt, moet inhoudelijk inspelen op je klasmomenten. Daar sluiten je lessen aan op de voorkennis van je leerlingen. Die willen thuis zeker een inspanning doen voor je les, maar hun motivatie en werkkracht knapt snel als je er niets mee doet. Dan rendeert blended learning niet.”

Illustratie: Leerlingen doen aan afstandsleren met oefenboekjes

Zijn praktijkvakken de achilleshiel van blended learning?

Tommy Opgenhaffen: “Praktijkonderwijs zal vooral in de klas of op de werkvloer moeten. Van mechanica tot gezondheidszorg: leerlingen hebben thuis het materiaal niet om vaardigheden op te doen. En al oefenen creatieve tieners op huisgenoten, de finesses van tiltechnieken of infusen leggen leren ze beter in de klas of op stage.”

Eigenlijk ben je het na al die stevige inspanningen aan jezelf verplicht om te registreren wat wél werkt aan blended leren en wat je wil meenemen

Tommy Opgenhaffen
coördinator onderwijsontwikkeling en digitaal leren

Scholen schakelden in volle crisis naar blended learning. Kunnen ze daarvan veel recupereren?

Tommy Opgenhaffen: “Lerarenteams kregen nauwelijks tijd om na te denken over een uitgebalanceerd leerprogramma of gemeenschappelijke aanpak met een selectie online tools. Wat ze deden was uit moeilijke maanden het beste halen. Die noodgreep kan je eigenlijk geen blended learning noemen.”

“Toch kan je die periode wel meenemen als een eerste oefenkans. Eigenlijk ben je het na al die stevige inspanningen aan jezelf verplicht om te registreren wat wél werkt en wat je wil meenemen. Laat daarbij negatieve ervaringen, zoals haperende pc’s, platformen of moeilijk te motiveren leerlingen, de positieve niet overschaduwen.”

“Online liggen mooie voorzetten om te differentiëren en krachtige leerstrategieën als spaced of retrieval practice toe te passen. Als we daarmee ons onderwijsniveau kunnen verhogen, gaan we die bal toch binnentrappen? Bovendien: een korte video maken met duidelijke instructies en quiz achteraf of je huiswerk gevarieerder opbouwen, vraagt geen groot programmeerbrein. Wel een gezonde interesse in goede didactiek.”

Werkt blended learning beter als je leerlingen bij de denkoefening betrekt?

Tommy Opgenhaffen: “Je werkt zo’n plan het best met je hele schoolteam, leerlingen én ouders uit. Dat mag, zeker in de derde graad secundair, vertrekken vanuit het idee: als we 1 dag niet via contactonderwijs houden, hoe vullen we die goed in? Moet die vijfde dag dan online of vullen we die zelfsturend in op school? En welke vakken lenen zich voor een uurtje zelfsturing? Bijkomend voordeel: als je samen spelregels uitdenkt, speelt iedereen met meer discipline mee. Inspraak draagt immers bij tot een motiverend leerklimaat. En presteren ze online toch ondermaats? Dan zet je die leerlingen op school aan het werk.”

“Je kan tieners trouwens ook technisch inschakelen. Sommige kunnen explainer-video’s in Screencast-O-Matic of PowerPoint maken. En die met jou en de klasgenoten delen. Zo ontwikkel je samen digitaal materiaal. Dat werkt veel sterker dan: ‘Hier ligt een stapel digitale kennis over erfelijkheid of communicatie. Verslind hem maar’.”

Illustratie: Leerlingen doen aan afstandsleren met laptop

Beschikken tieners over de digitale skills en zelfsturing om blended te leren? Want online onderwijs liep niet altijd vlot.

Tommy Opgenhaffen: “Lang niet allemaal. Daarom is er geen one size fits all-invulling. Wat werkt voor de derde graad secundair, lukt niet noodzakelijk in de eerste graad. En misschien vraagt de ene klas zesdejaars een andere aanpak van blended leren dan hun leeftijdsgenoten uit een andere klas.”

“Blended leren slaagt alleen als je als leraar ook inzet op de zelfsturing, digitale kennis en metacognitie (weten hoe je denkt en leert) van je leerlingen. Focus bij je online materiaal niet alleen op de inhoud, maar vertel ook hoe leerlingen die het best kunnen verwerken. Dwing ze om na te denken: wat moet ik precies doen, waar roep ik hulp in, hoe controleer ik mezelf, wat heb ik opgestoken? Die vragen of stappenplannen pas je aan de leeftijd van je leerlingen aan.”

“Niet makkelijk, natuurlijk. Want naast een pc en internet-toegang voor alle leerlingen, moeten we ook nog voorbij stap 1 naar blended leren. Daar wees de Nederlandse onderwijsexpert Paul Kirschner op: ‘destroy the weapons of mass distraction’. Leraren botsen daarop: hoe nemen we – zeker thuis – de digitale prikkels weg die de aandacht van leerlingen roven?”

Is blended learning uitgesloten voor basisonderwijs?

Tommy Opgenhaffen: “Wel als je vasthoudt aan de strikte definitie van blended leren. Leerlingen uit basisonderwijs laat je geen dag thuis. Waar ze leren, leg je beter niet in handen van jonge leerlingen. Wanneer en hoe lang ze over iets doen, kan wel. Zelfs in de kleuterklas gebeurt dat.”

“Kleuters en leerlingen uit het basisonderwijs mogen op sommige scholen via contractwerk een paar taken zelf ‘inplannen’, onder begeleiding van hun leraar. Soms gebruiken leraren daarbij kennisclips als extra instructie of remediëring. Tegen het einde van de week moet alles af zijn. Maar of ze een opdracht op maandagochtend of vrijdagmiddag realiseren, dat is allemaal even goed. Zo zetten ze stapjes in zelfsturing en oefenen ze executieve functies.”

Om een goede band met je leerlingen op te bouwen blijft face-to-face-contact cruciaal

Tommy Opgenhaffen
coördinator onderwijsontwikkeling en digitaal leren

Hebben leraren vandaag voldoende digitale ervaring om over te gaan tot blended onderwijs?

Tommy Opgenhaffen: “Sommige leraren zetten al jaren sterk in op digitaal onderwijs, denk aan de laptopscholen. Andere kopieerden hun klasaanpak misschien eerst te letterlijk naar online, maar schaafden bij en hebben intussen van alles getest. De gouden regel voor elke leraar blijft: keep it short and simple. Niet te veel online tools door elkaar, geen propvolle video’s. Weet wat je belangrijkste doel is. Leraren maken kennisclips of plukken er op YouTube, maar vergeten soms die leerzaam te maken.”

“Een instructie als ‘Bekijk de video over de Tweede Wereldoorlog’, is waardeloos. Dan zappen je leerlingen na 2 minuten weg. Logisch, niemand houdt van een spel waarvan je de regels en het einddoel niet kent. Dat is online niet anders dan in de klas. Alleen kan je minder kort op de bal reageren. Geef daarom heldere stappenplannen of duidelijke instructies: ‘Bekijk de video en zoek 3 oorzaken waarom de oorlog uitbrak’. Alle leerlingen hebben ook online nood aan structuur, zelfs de toppers uit je klas.”

“Achteraf kan je een verwerkingsniveau hoger gaan en vragen welk verband je leerlingen ontdekken tussen die oorzaken. Merk je dat leerlingen 2 oorzaken haarfijn destilleren, complimenteer ze daarmee. De derde lukt niet of ze gaan de mist in bij het verband? Daarvoor maak je extra tijd vrij in de klas.”

Hoe kijk je als onderzoeker naar die onverwachte testperiode? Wat zag je bevestigd, wat leerde je bij?

Tommy Opgenhaffen: “Online leren verrijkt het klassieke leerproces. Je kan leerstof concreet en visueel maken, je kan leertijd efficiënt inzetten, je leerlingen kunnen meermaals informatie oproepen. En je kan differentiëren met adaptieve software. Een leerling met 8 op 10 is klaar voor de volgende stap. Zijn klasgenoot die 6 scoort, gaat online eerst door een tweede set sommen als tussenstap. Als leraar monitor je makkelijk wat leerlingen precies doen voor je vak. Je ziet bijvoorbeeld of een leerling de video uitkeek of halverwege verliet.”

“Maar contactonderwijs houdt z’n grote waarde. Voor het leerproces van leerlingen én zeker voor hun welbevinden blijft face-to-face-contact cruciaal. Alle intuïtieve en doordachte online pogingen ten spijt, je leerlingen connecteren beter als ze écht samen zitten. Op school gebeurt meer dan alleen kennis verzamelen of een stiel leren, dat werd tijdens corona extra duidelijk.”

“Mijn eigen tienerdochter verraste me. Ze gaf aan liever 5 dagen op school samen met klasgenoten te zeuren over lessen dan hele dagen online onderwijs te moeten volgen. Alles draait om evenwicht en doordachte invulling. Pas dan kan blended leren de vaste plek krijgen die het verdient. Daarvoor moeten we samen ervaringen evalueren en bijsturen. Moeilijk maar mooi, want draait niet elke vorm van leren daarrond?”


De inspiratiegids, een samenwerking tussen VUB, UGent en Thomas More, zet secundaire scholen op weg naar blendend leren.

Bart De Wilde

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter