Mening
Filosoof Tinneke Beeckman: “Leraren zijn drijvende krachten in de samenleving”
Vlaamse leraren kiezen voor hun beroep voor de maatschappelijke meerwaarde, maar krijgen ze daarvoor altijd waardering van de samenleving? Filosoof Tinneke Beeckman over wereldverbeteraars, winst die je niet meteen kan meten en ouders die hun kinderen als prestigeprojecten zien. En ze vertelt ook wat we kunnen leren van Hegel, Heidegger en Camus?
Zijn leraren wat naïeve wereldverbeteraars?
Tinneke Beeckman: “Lesgeven moét een missie zijn. Verschillende leraren vertellen me geïnspireerd te zijn door de film Dead Poets Society. Ze beseffen dat jongeren kwetsbaar zijn, maar ook geweldige kwaliteiten hebben. Dat je als leraar een mensenleven kan veranderen. Nieuwsanker Martine Tanghe zei ooit dat ze haar liefde voor taal te danken heeft aan een leraar. De geweldige emancipatie van Vlaanderen heeft veel met onderwijs te maken. Het opende werelden die voor mensen thuis gesloten bleven. Onderwijs kan dus zeker de wereld verbeteren. Het zou erg zijn als leraren daar niet meer in geloven.”
De leraar uit de film wordt uiteindelijk wel ontslagen. Waarom vallen te veel gemotiveerde leraren uit?
Tinneke Beeckman: “In deze tijd moet je je voortdurend verantwoorden. Leraren krijgen het gevoel dat ze gewantrouwd worden. Te veel administratie doorkruist hun engagement voor jongeren. Dat is dodelijk voor hun motivatie. Je moet ze autonomie geven, zodat ze voelen dat je vertrouwt op hun kunde. Geef ze een opdracht mee, maar laat ze zelf kiezen hoe ze die uitvoeren. Natuurlijk is controle nodig. Er zijn leraren die er de kantjes aflopen of die bijsturing nodig hebben. Feedback stimuleert ook. Maar het probleem is dat collega’s elkaar alleen aanspreken wanneer iets misloopt.”
Het beeld uit de film doet romantisch aan. In realiteit huppelen leerlingen niet altijd achter de bevlogen leraar aan.
Tinneke Beeckman: “Het moeilijke is dat de dankbaarheid pas achteraf komt. In de klas zijn leerlingen soms lastig, zien ze het doel van je inspanningen niet of rebelleren ze als je ze straft. Maar achteraf zijn ze vaak wel blij met wat ze geleerd hebben of dat ze op tijd zijn bijgestuurd. Misschien kunnen we leraren wat meer uitgestelde feedback geven over de belangrijke impact die ze hebben door oud-leerlingen daarover te bevragen.”
“Erkenning mag ook niet alleen van leerlingen komen. Je zit nu eenmaal met een autoriteitsrelatie. Hegel zegt daarover dat een meester zich nooit helemaal erkend kan voelen als hij alleen maar slaven heeft. Een slaaf kan je per definitie geen appreciatie geven. Nu wil ik leerlingen niet met slaven vergelijken, maar feedback van collega’s is noodzakelijk om te weten of je echt naar waarde geschat wordt.”
Moeten leraren elkaar meer complimenten geven?
Tinneke Beeckman: “Er kan meer steun voor mekaar zijn, meer kwetsbaarheid en positieve feedback tussen leraren. Ze moeten van elkaar horen dat ze het goed doen en waar progressie mogelijk is. Kwetsbaarheid betekent aan elkaar zeggen waar je geen raad mee weet, wat je al geprobeerd hebt en elkaar ondersteunen. Een grote verbondenheid is daarin heel belangrijk. Ook als ouders vertrouwen in leraren uitspreken, heeft dat effect.”
Slechts 30% van de leraren voelt zich gewaardeerd door de samenleving, volgens het internationale TALIS-onderzoek uit 2018. Waar komt dat vandaan?
Tinneke Beeckman: “Ouders zien in hun kinderen meer dan ooit het verlengde van zichzelf. Vroeger kregen mensen meer kinderen. Die verschilden soms sterk van elkaar. De ene ging studeren, de andere was goed in een ambacht. Dat er ook een zwart schaap van de familie was, hoorde erbij. Maar nu hebben ouders 1 of 2 kinderen. Die moeten het waarmaken volgens de heersende prestigenorm en dus verschillende diploma’s binnenhalen.
“De prestaties van het kind stralen af op de ouders. Voor kinderen is dat een loodzware last. Want ze kunnen niet allemaal de verwachtingen inlossen. Ouders aanvaarden moeilijker tekorten of beperkingen. Als het misloopt, wijzen ze naar de leraar: die haalt niet uit het kind wat erin zit.”
“Je ziet dat ook op andere vlakken. Groepsgeest wordt minder geapprecieerd. Waarom speel je voetbal? Volgens Albert Camus leerde hij er de moraal. Hij ontdekte wat kameraadschap en fair play is. Dat je je best kan doen en toch kan verliezen. Maar nu schuilt in elk zoontje misschien wel de nieuwe Messi. Aan de trainer om dat talent te ontdekken en helemaal te ontwikkelen. Er zijn clubs waar ouders niet meer langs de kant van het veld mogen staan bij trainingen. Ze hebben voortdurend commentaar. Hun kind krijgt niet genoeg aandacht.”
“Onderwijs, je hobby of sport geeft kinderen en hun ouders vandaag identiteit en status. Daar toon je wie je bent, dat je beter bent dan anderen. Je moet overal excelleren, de primus zijn.”
Sommige experten zeggen dat we net meer moeten mikken op excellerende leerlingen. Is dat geen goede zaak?
Tinneke Beeckman: “De vraag is op welke manier. Dat kan ook door te zeggen dat een kind niet te veel naar zijn ouders moet luisteren. Als leerlingen verpletterd worden door verwachtingen en schoolresultaten een persoonlijkheidskenmerk worden, is dat niet goed. Leren is ook weten dat je soms opnieuw moet proberen. Dat een fout een gelegenheid is om te leren. In dat opzicht is een 10 op 10 gewoon saai. Het is een gemiste kans om iets bij te leren.”
“Leerlingen moeten leren inschatten waar hun mogelijkheden liggen met hoe de kaarten voor hen geschud zijn qua aanleg, temperament, opvoeding of vorige keuzes. Daar moet je het beste van maken. Zo bereik je meer dan wanneer je rondloopt met onrealistische verwachtingen van anderen. En het maakt je gelukkiger. Een goede school geeft dat soort feedback aan leerlingen en ouders. Die invulling van excelleren is prima.”
Die feedback zal niet altijd even goed aankomen. Begrijp je ouders die meteen op school staan om te klagen?
Tinneke Beeckman: “Achter boosheid schuilt vaak angst. Veel ouders vertrouwen er niet op dat het met hun kinderen in deze snel veranderende samenleving per definitie goed zal gaan. Een wereld vol technologie die veel beroepen overbodig zal maken, jaagt ze op. Die angst is begrijpelijk.”
“De leraar is een toegankelijk aanspreekpunt. Als je je zorgen maakt over diversiteit of het gebruik van sociale media, tegen wie ga je klagen? Of als je bang bent dat het niveau van het onderwijs daalt. Dan is een oudercontact een goed moment om je hart te luchten.”
Hoe kunnen we het beroep weer meer prestige geven?
Tinneke Beeckman: “Het probleem is dat in een neoliberale maatschappij degenen die de winst maximaliseren het meeste prestige krijgen. Bedrijfsleiders bijvoorbeeld of financiële experts en consulenten.
Voorbeelden als Steve Jobs illustreren een hyperindividualistische kijk op de wereld. Je hebt alles aan jezelf te danken. School is niet nodig als je slim bent. Je ontdekt alles zelf wel. Dat is een vorm van narcisme. Mensen zien zichzelf niet meer als een schaal tussen generaties of andere mensen. Ze zijn niet dankbaar voor wat anderen voor hen gedaan hebben. Die mentaliteit heerst helaas op dit moment.”
“Terwijl goede leraren bij uitstek zorgen voor winstmaximalisatie op termijn. Die is niet onmiddellijk meetbaar, maar iedere keer dat je mensen motiveert, zelfvertrouwen geeft, talenten ontwikkelt, ben je een van de drijvende krachten in de samenleving. Dat moeten we veel meer benadrukken als we over onderwijs spreken.”
“Mensen waarderen goede leraren nog altijd heel erg. Hun hoge verwachtingen verraden dat ze onderwijs net heel belangrijk vinden. Leraren scoren als een van de weinige groepen hoog qua vertrouwen, veel hoger dan politici of journalisten.”
Je hebt zelf ook een hele poos lesgegeven aan studenten. Wat probeerde je ze mee te geven?
Tinneke Beeckman: “Ik deed nooit zomaar aan kennisoverdracht. Ik vertrok altijd vanuit de vraag van een denker. Waarmee zat die op dat moment? Waarom was het een probleem? Als je alleen de antwoorden bekijkt, ben je snel uitgepraat. Maar de vragen blijven boeien. Hoe loste de filosoof dat probleem op, had hij het anders kunnen doen, hoe deed een latere filosoof het en hoe denken we er vandaag over?”
“Die link met het heden is belangrijk. Onlangs keek ik naar The Wire. Dat is perfect materiaal om het over vrijheid te hebben. Macchiavelli legde ik uit met The Godfather. Zo maakte ik concreet wat leiderschap betekent en hoe je soms gedwongen wordt tot handelen.”
“Maar je moet die vragen ook met een zekere afstand overschouwen. Je kijk op dagelijkse dingen verandert afhankelijk van hoe je begrippen als ‘vrijheid’ of ‘leiderschap’ invult. Kwaliteitsvol onderwijs moet net dat abstracte denken meegeven.”
Aan welke abstracte vragen denk je dan?
Tinneke Beeckman: “Wat betekent vrijheid? Is dat niet gehinderd worden in wat je wil, zoals we het nu invullen, of is het de vrijheid om jezelf te verwezenlijken? En wat is dat dan, zelfverwezenlijking? Of wat betekent gelijkheid? Jongeren leren zo dat er meerdere opties zijn. We trekken te snel conclusies. Door met een bredere blik naar die zaken te kijken, kan je je aannames in vraag stellen. Dat is altijd een winst. In je persoonlijke leven én professioneel.”
Filosofie als een soort medicijn voor geestelijke gezondheid?
Tinneke Beeckman: “Het geeft je inzicht in hoe mensen naar je kijken. De stille normering in deze zogezegd zeer vrije samenleving is immens. Sociale media zitten vol met normen. Je moet er perfect uitzien – mager, mooi, modieus gekleed ) met een boel coole vrienden. Maar heel wat tieners voelen zich niet voortdurend gelukkig. Ze worstelen met eenzaamheid en verdriet.”
“Maar je hoeft daar niet in mee te gaan. Verschillende filosofen hebben daar bijzonder waardevolle dingen over gezegd. Over het belang van verzet tegen wat Heidegger ‘Das Man’ noemt, dé heersende mening over hoe je hoort te zijn. Hij maakt duidelijk dat, zelfs al zou je willen zijn wat de buitenwereld verwacht, dat toch niet lukt.”
“Filosofie leert je ook met wat afstand naar jezelf te kijken. Zo geef je leerlingen wapens in handen om er iets mee te doen. Bij depressies bijvoorbeeld. Mensen worden geplaagd door een stem in zichzelf die hen neerhaalt. Waar komt die vandaan, van wie nemen ze die over? De antwoorden op die vragen geven je niet altijd oplossingen voor de problemen waar je mee worstelt, maar helpen om ermee om te gaan. Alles wat die denkers geschreven hebben, dat zijn schatten die je kan ontdekken. Waarom boren we die rijkdom niet aan?”
Omdat mensen van onderwijs praktisch bruikbare kennis en vaardigheden verwachten?
Tinneke Beeckman: “Klopt. Steeds meer moet je het onmiddellijke rendement kunnen aantonen van wat je doet. Terwijl filosofie op school een indirect rendement oplevert. Je kijkt creatiever naar problemen. Natuurlijk moeten mensen ook klaargestoomd worden door een beroepsleven, maar ik geloof toch dat we daar veel kansen laten liggen.”
Je hebt zelf een jonge dochter met een hele onderwijscarrière voor de boeg. Wat hoop je dat ze zeker meekrijgt?
Tinneke Beeckman: “Vooral liefde voor het leren. Dat ze erop vertrouwt dat ze vooruitgaat als ze zich inzet en probeert bij te leren. Dat ze soms de boodschap krijgt dat iets helemaal niks voor haar is en dat bepaalde ambities te hoog gegrepen zijn, maar dat leraren haar ook verrassen door te zeggen dat ze beter is in iets dan ze dacht. En dat ze leert sociaal zijn.”
“Wat ik hoop dat leraren niet zullen doen, is te veel proberen te bepalen wat ze moet denken. We leven in zeer ideologische tijden en daar ben ik wel bevreesd voor. Dat ze nooit een fout mopje mag maken. Er wordt vandaag heel snel gemoraliseerd. Wij zijn de goeden. Wij denken en handelen juist. En wie anders denkt of doet, zit in de andere groep. Ik hoop dat dat beperkt blijft, zodat ze in alle openheid haar mening kan vormen.”
Log in om te bewaren