Vlaanderen
Klasse.be

Gesprekstips

Hoe pak je faalangst aan?

  • 4 juni 2015
  • 4 minuten lezen

Examens of toetsen, in elke klas zijn er leerlingen die dan lijden onder faalangst of minder presteren dan ze kunnen. Een coachend gesprek kan helpen. Vergeet ook de ouders niet. Zij zijn soms medeoorzaak van faalangst.

Zo herken je faalangst

Dit denken leerlingen met faalangst:

  • Ze denken enkel aan moeilijke taken of toetsen (tunneldenken).
  • Ze denken vooral aan de verwachte mislukking en de gevolgen ervan. Daardoor denken ze minder grondig aan de op te lossen toets.
  • Ze denken vaak negatief over zichzelf: ‘Ik kan dat niet, ik ben de domste van de klas.’ Of ze zijn perfectionist: ‘Ik mag geen fouten maken.’
  • Ze wijten mislukkingen aan zichzelf: ‘Ik ben dom.’ Die gaan ze ook vaak opblazen. Succes wijten ze aan externe factoren: ‘Ik had geluk, het was makkelijk.’ Ze zijn nooit fier.

Dit voelen leerlingen met faalangst:

  • Ze hebben vaak last van hoofd-, maag- en buikpijn.
  • Ze gaan trillen en zweten, krijgen last van hyperventilatie.

Dit doen leerlingen met faalangst:

  • Ze kijken meteen naar wat ze niet kunnen.
  • Actief faalangstigen studeren vaak veel, maar niet altijd even efficiënt. Ze nemen weinig ontspanning.
  • Passief faalangstigen vertonen vaak vermijdingsgedrag. Ze proberen mislukkingen te voorkomen door af te haken of de lat laag te leggen. Of ze gaan extreem relativeren: ‘Het is niet belangrijk, dus doe ik niks.’
  • Soms uit de angst zich ook in overbeweeglijkheid: ze hangen bijvoorbeeld de clown uit.

Zo praat je met de leerling

  1. Praat met de leerling over zijn angst. Neem het gevoel ernstig. Wuif het niet weg (‘Doe niet zo flauw’, ‘Voor de andere leerlingen in de klas is er blijkbaar geen probleem’…).
  2. Maak de leerling duidelijk wat faalangst is, hoe dat werkt. Dat het probleem vaak niet de opdracht is, maar de negatieve gedachten en gevoelens bij die opdracht.
  3. Werk samen aan de ‘niet-helpende’ gedachten. Dat zijn die gedachten die faalangst oproepen: ‘Ik kan dat niet’, ‘Ze gaan met mij lachen’, ‘Papa wordt boos als ik niet scoor’, ‘De leraar zal mij niet meer sympathiek vinden’, ‘Ik ben een loser als ik dit niet kan’. Het is de kunst ze te vervangen door ‘helpende gedachten’: ‘Ik kan het wel’, ‘Als het nu niet lukt heb ik nog een kans’, ‘Mijn ouders zien me niet minder graag’, ‘Ik ga niet af voor de klas’, ‘Je kan niet overal goed in zijn’, ‘Ik hoef niet perfect te zijn, niemand is dat, ook de leraar maakt fouten’.
  4. Ga met de leerling op zoek naar de verklaringen van zijn successen en mislukkingen. Benadruk zijn aandeel in het succes. Een taak lukt omdat je ervoor gewerkt hebt, een taak mislukt omdat je een slechte dag hebt, het niet goed geleerd hebt, je ziek was. Laat hem voelen dat je die gedachten kan sturen.
  5. Angst veroorzaakt lichamelijke problemen. Zoek samen hoe een leerling zich kan ontspannen.
  6. Bekijk je eigen klaspraktijk. In hoeverre bevordert die faalangst? En wat met de collega’s, de school?
  7. Bekijk het aandeel van de ouders.

Zo praat je met de ouders

  1. Vraag hen de angst van hun kind te erkennen, niet weg te wuiven. Dus niet: ‘Doe niet zo flauw’, ‘Wees eens flink’, ‘De rest van de klas kan het wel’ …
  2. Raad ze aan om niet in te gaan op vermijdingsgedrag zoals ‘Ik wil niet naar school’. Door toe te geven, geven ze hun kind niet de kans te leren omgaan met stress en mislukking.
  3. Vaak herkennen ouders de faalangst ook bij zichzelf. Dat bespreken met hun kind is oké, het besmetten niet.
  4. Kan je hen wijzen op normen en waarden waarmee zij zijn opgegroeid en die faalangst veroorzaken? Denk aan ‘Je kunt alles bereiken als je maar wil’ of ‘Gewoon hard leren dan lukt het wel.’
  5. Een onzekere thuissituatie kan voor faalangst zorgen: ruzies, echtscheiding, overlijden of de angst ervoor, verhuizing, maar ook een vriendschap die plots ophoudt.
  6. Misschien krijgt het kind al te veel verantwoordelijkheid en moet het bijvoorbeeld zorgen voor anderen in het gezin.
  7. De grootste oorzaak van faalangst zijn vaak de te hoge verwachtingen van de ouders. Het kind zegt dan: ‘Ik wil mijn ouders niet teleurstellen’.
  8. Misschien moet het kind overal presteren, ook in zijn vrije tijd: in de sportclub, de academie … Kunnen ouders zorgen voor genoeg evenwicht tussen inspanning en ontspanning? Misschien kan het kind een hobby zoeken waar het niet noodzakelijk moet presteren en waarbij het zich goed voelt (of misschien net geen hobby).
  9. Benadruk dat ze niet enkel naar de cijfers op het rapport kijken, ook naar de inspanningen, de vorderingen van hun kind.

Extra hulp

Er zijn veel gradaties in faalangst. Kinderen die lange tijd last hebben van angst en er moeilijk uit geraken, hebben misschien deskundige hulp nodig. Verwijs door naar het CLB. Jij bent geen therapeut. Weet dat je geen beroepsgeheim hebt. Zaken die aan de orde komen tijdens een faalangstgesprek ben je verplicht te melden aan de directeur.

Leen Leemans

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


N

Nancy Jacqmotte

15 maart 2018

Hallo ,

Ik geef les in het bijzonder lager onderwijs . Ik herken veel faalangst bij de kinderen. Veel kinderen hebben een negatief zelfbeeld. Ze hebben zelfs zo weinig energie.
Hoe pak ik het aan in de klas ?
Ik werk rond ' gedachten '. Hoe zijn onze gedachten ? Hoe kunnen we onze negatieve gedachten ombuigen naar positieve gedachten.
Focus op de positieve gedachten.
ik werk rond ' zelfwaarde bezitten ' . : houden van jezelf : je bent de diamant.
ik werk rond mindfulness : focus op adem , kwebbelgeest ( slechte gedachtewolk laten we voorbij gaan)
ik werk rond ' durven dromen ' : opent , verruimt de geest .
ik werk rond bewustworden van de tegenpolen : welke geven je energie ?
ik werk rond ' zelfvertrouwen ' : angst overwinnen

Ik merk dat er bij vele kinderen waar ik les aan geef een hele verandering bezig is in positieve zin. Ze geloven meer in zichzelf, minder prikkelbaar , kunnen vlot om met een probleem , bezitten een meer zelfwaarde.

Reageren
N

Nancy Jacqmotte

15 maart 2018

Ik geef les in het buitengewoon lager onderwijs.
Elke dag zie ik heel veel kinderen met een zeer laag zelfbeeld.
Ze geloven zelfs dat ze niets kunnen.
Ze vertonen gedragsproblemen. Ze zijn heel prikkelbaar en reageren boos op anderen.
Er wordt veel gepest. Ze zien er kortom niet gelukkig uit.
Hoe komt dit ? Heel de maatschappij is gericht op resultaten.
Alleen focus op de punten, de resultaten. En... later een goede job met de goede resultaten, goed loon.
Kunnen wij als ouders, als leerkrachten er iets aan doen ? Ja .
Schuld geven aan ons eigen ? neen . We zijn zelf zo opgevoed en we racen zelf maar mee naar prestaties.
Ons bewustzijn focussen op de mogelijkheden die er zijn . Wij krijgen meer energie en we geven dit door aan onze kinderen.

Probleem is de negatieve gedachte en gevoelens bij de opdracht.
Hoe kan je dit in de klas aanpakken ?
Maak de kinderen bewust over hun denken door te vertrekken uit het gevoel , de beleving . Het gedrag verandert.
Ik laat kinderen hun wensdroom schrijven of maken door visualisaties.
Ik laat ze terug houden van zichzelf door keuze te laten tussen een vol hart/ een gebroken hart. Ik laat ze beleven dat zij de diamant zijn dat mag schitteren. Ik laat hun denken zelf onderzoeken door wolkjes.
ik laat ze kennis hebben van tegenpolen en daarna het positieve zoeken.
Ik laat ze door een roze bril kijken. ik laat ze "dankbaar zijn " beleven.
ik laat ze hun focussen op succes.
Ik laat ze de stappen zoeken op weg naar hun geluk.
ik laat ze vooral geloven in zichzelf door hun zelfvertrouwen te stimuleren, vergroten.
ik laat ze dwars door hun angst heen stappen te zetten.

Alleen zie je met deze lessen dat de kinderen blijer zijn , lief zijn , zichzelf graag zien en aanvaarden met wat ze kunnen, in zichzelf geloven. Dit is de basis van hun verdere leven.
Dit is de faalangst aan de wortels aanpakken.

Nancy Jacqmotte

Reageren

Laat een reactie achter