Vlaanderen
Klasse.be

Duiding

Wist wetenschap jouw buikgevoel uit in de klas?

  • 13 november 2023
  • 9 minuten lezen

Het dalende kennisniveau bij leerlingen wegwerken: onderwijsonderzoek is een van de sleutels. Hoe helpt wetenschap jou efficiënter les te geven? Hoe onderscheid je goed onderzoek van hypes? En welke plek krijgt je ervaring of buikgevoel nog? 

Portret Jeroen Backs
Jeroen Backs: “Onderwijs is complexer dan een raket naar de maan sturen.”

Dat wetenschappelijk onderbouwd lesgeven nodig is, verdedigt Jeroen Backs, afdelingshoofd van Strategie en Kennis van het Departement Onderwijs en Vorming. “We glijden al jaren weg op internationale testen zoals PISA, TIMSS, PIRLS, maar ook op Vlaamse peilingen. Dat is een kanjer van een alarmbel: onze onderwijskwaliteit daalt. Meer evidence-informed werken – je visie en klaspraktijk wetenschappelijk onderbouwen – is een van de aangewezen wegen om uit die benarde situatie te raken.”

Internationaal wint die focus op evidence-informed lesgeven aan terrein. In Engeland draagt de private stichting Education Endowment Foundation (EEF) bij tot effectiever onderwijs door te onderzoeken welke klasinterventies echt tot leerwinst leiden. “Voor hun toolbox stellen ze heel hoge eisen aan onderzoek”, zegt Jeroen Backs.

“Per interventie, zoals feedback geven of huiswerk, kan je zien hoe sterk de evidentie is, hoeveel maanden leerwinst je kan boeken, en hoeveel ze kost. Even belangrijk: 80% van het onderzoek leidt tot de conclusie dat een bepaalde interventie geen of zelfs een negatief effect heeft. De inspanning die je doet, brengt dan niks op. Ook dat wil je weten als leraar.”

“Engeland en Ierland zitten al een tiental jaar in de lift omhoog op internationale testen. Inzetten op meer evidence-informed onderwijs is belangrijk voor die positieve evolutie, dat geloof ik echt. Het geeft hoop dat je de trend kan keren.”

IKEA-kast 

Ook in onze contreien beweegt er wat. In Nederland vertaalt het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) internationaal onderzoek naar de Nederlandse context. En in Vlaanderen verspreidt het kenniscentrum Leerpunt effectieve lesmethodes naar de klasvloer. Elk land zijn kenniscentrum en toolbox. Zijn er dan geen universele succesformules om goed les te geven?

“De Vlaamse en Nederlandse toolboxen zijn vertalingen van de Britse, aangepast aan onze eigen context. Want je mag onderzoeksresultaten uit een ander land niet zomaar overnemen”, waarschuwt Jeroen Backs. “Angelsaksisch onderzoek over centrale toetsen legt bijvoorbeeld de link met rankings en woonsegregatie. De prijs van huizen rond succesvolle scholen zou stijgen. Dat speelt inderdaad in sommige Amerikaanse staten, waar ouders geen vrije schoolkeuze hebben. Je woonplaats bepaalt daar je school. Maar in Vlaanderen geldt er een vrije schoolkeuze en is dat niet het geval.”

“In elk land, in elke school, bij elke leerling en bij elke leraar zijn de omstandigheden anders. Dat wil niet zeggen dat je wetenschap overboord moet gooien. Onderwijs is geen IKEA-kast die je met een simpele handleiding snel in elkaar zet. Maar we weten wel dat bepaalde methodes meer kans op succes hebben dan andere en dat sommige andere methodes zeker niet werken.”

“Lesgeven is net zoals kinderen opvoeden in zekere zin nog complexer dan een raket naar de maan sturen. Slaag je erin om die raket in 1 keer de ruimte in te krijgen, dan kan je met die knowhow een succeservaring herhalen. Maar als ouders tips uit opvoedingsboeken toepassen, merken ze al snel dat ze geen absolute zekerheid bieden in alle omstandigheden.”

Niet volgens het boekje

Handboeken die leerstof volgens altijd werkende methodes aanbrengen, klinken aanlokkelijk. Maar van het idee dat we blind ‘een boekje kunnen volgen’, moeten we af, vindt Jeroen Backs. “De aanhangers van evidence-based werken gingen ervanuit dat een bewezen aanpak altijd, in elke klas en voor elke leerling werkt. Het was een reactie op het buikgevoel dat het onderwijs erg stuurde.”

“In de VS leidde dat tot de What works-beweging en de groei van effectiviteitsonderzoek. Een groep kinderen kreeg les volgens een bepaalde methode, een controlegroep niet. Het verschil werd helemaal toegeschreven aan de aanpak. Alleen kan je je afvragen of je in het onderwijs alle contextfactoren in rekening kan brengen. Nog los van de ethische vragen die je je soms kan stellen bij dit soort onderzoek.”  

“Ondertussen evolueerden we meer naar een evidence-informed aanpak: onderzoek krijgt een rol in je beslissingsproces, maar je ervaring als leraar ook. Jij kent je leerlingen, jij weet in welke omstandigheden je lesgeeft. De combo context, ervaring en onderzoek levert het beste resultaat. Dat maakt het verhaal complexer, maar ook boeiender. Je bent als leraar geen uitvoerder, je denkt zelf mee.”

“Neem nu huiswerk. Dat heeft volgens de EEF-toolbox een duidelijk positief effect op leerprestaties en kost weinig. Schrap je huiswerk toch, bijvoorbeeld omdat het merendeel van je leerlingen thuis geen plek heeft om te studeren, weet dan dat je dat gemiste leereffect elders moet compenseren. Misschien zijn huiswerkklassen op school dan een goed alternatief.”

Kristin Vanlommel, gastprofessor Opleidings- en Onderwijswetenschappen (UAntwerpen): “Baseer je je alleen op ervaring, dan riskeer je beslissingsfouten te maken.”

Onderzoek als mindset

Ook Kristin Vanlommel, gastprofessor Opleidings- en Onderwijswetenschappen, ziet meer heil in een onderzoekende en kritische mindset, dan in vaststaande methodes. Zij begeleidt veranderingstrajecten in scholen. “Een van de obstakels is onze confirmation bias. Leraren of scholen kiezen soms een aanpak die al ‘in hun straatje’ past. Ze houden van directe instructie of gepersonaliseerd leren, en pikken het onderzoek eruit dat hun ideeën bevestigt. Het foute vertrekpunt.”

“Formuleer liever eerst een vraag of doel. Wil je je cognitief sterke leerlingen meer uitdagen? Moet je het motivatieprobleem van je leerlingen aanpakken? Pas daarna duik je in onderzoek.” 

“Je intuïtie, ervaringen en overtuigingen zijn waardevol, maar zoek niet alleen daar je antwoorden. Je riskeert onbewust beslissingsfouten te maken. Een school die cognitief sterke leerlingen wilde motiveren, richtte kangoeroeklassen in. Pas 3 jaar later lazen ze daarover onderzoek: leerlingen een paar uur uit de klas halen voor aparte taken, werkt niet.”

Globale trend

Maar hoe selecteer je uit die massa onderzoek? Want waren ook de verketterde ‘onderwijshypes’ niet op onderzoek gebaseerd? En wat als onderzoeken elkaar tegenspreken? Jeroen Backs: “Focus op de globale trend, niet op 1 studie. Neem nu alcohol. De meeste studies tonen aan dat alcoholgebruik het risico op kanker vergroot. Maar soms stelt een krantenartikel dat een paar glazen per week net goed zijn voor je gezondheid. Misschien had dat laatste onderzoek wat meer sporters in zijn sample?”

“Goed onderzoek wordt meermaals uitgevoerd of ‘gerepliceerd’, en onderworpen aan reviews. Over zelfontdekkend leren vind je misschien een positieve studie, maar over het algemeen is er – zeker bij jonge kinderen – weinig onderbouw voor.”

Voor welke aanpak is er dan wél veel wetenschappelijk bewijs? “De basis van hoe mensen leren, zit vervat in de 12 bouwstenen van het boek ‘Wijze lessen’. De leerstrategieën die Tim Surma daar opnoemt, zijn stevig onderbouwd. Je komt er ver mee. Toch helpen ook die niet in elke situatie. Leerproblemen, digitalisering, een veranderd leerlingenpubliek en thuistaal vragen om bijkomende wetenschappelijke inzichten.”

“Worstelt je school met een spijbelproblematiek, dan stelt Vlaams en internationaal onderzoek dat een autoritatief school- en klasklimaat een positief effect heeft op de motivatie van leerlingen. Een mix van hoge verwachtingen en grote betrokkenheid: niet alles top-down beslissen en leerlingen als kleine kinderen behandelen, maar de regels ook niet lossen. Hoe je dat concreet invult in je school, onderzoek je zelf. Moet jij vooral de verwachtingen opschroeven of dichter bij je leerlingen staan?”

Grijs boven zwart-wit

Het onderwijsdebat slingert al eens van vaardigheden naar kennis of van welbevinden naar orde en discipline. Pieter Tijtgat, leraar PAV, was in een vorig leven onderzoeksverantwoordelijke van de lerarenopleiding binnen de Odisee hogeschool. Hij kent de debatten, en is ervan overtuigd dat topleraren van alle strekkingen elkaar waard zijn.

“Ze zetten de juiste didactiek op het juiste moment in. Ze combineren doordacht zowel instructie als zelfsturing, structuur en autonomie. Hun lessen en leeruitkomsten verschillen niet zoveel als onderzoekers ons soms doen geloven. Maar niet elke leraar heeft datzelfde probleemoplossend vermogen.”

“In mediadebatten lijken klassikale instructie en samenwerkend leren soms haaks op elkaar te staan”, bevestigt Jeroen Backs. “Over de methode geen woord. Cruciaal nochtans: welk publiek werkte mee aan het onderzoek, kleuters of adolescenten, kinderen met een hoge of lage sociaal-economische status? Zien de onderzoekers hun hypothese al te graag bevestigd? Wordt het onderzoek door een commerciële organisatie gepromoot?”

Ook Pieter Tijtgat vindt het jammer dat die nuance niet altijd de weg naar de media en de lerarenkamer vindt. “Misschien willen we ook als leraar te snel simpele oplossingen, voorschriften die we meteen kunnen uitvoeren? Of misschien selecteren we startende leraren te veel op zorgzaamheid en orde, maar te weinig op creativiteit, nieuwsgierigheid en kritische zin?”

Portret Pieter Tijtgat
Pieter Tijtgat, leraar PAV in de derde graad in Richtpunt campus Gent Henleykaai: “Misschien willen we in de lerarenkamer te snel simpele oplossingen.”

Klassiekers

Hoe krijg je dat onderzoek nu tot op de klasvloer? Pieter Tijtgat twijfelt. De vraag is een rode draad in zijn loopbaan. “Je verdiepen in onderzoek of onderwijsblogs die vertrekken vanuit de klaspraktijk en erover nadenken in een werkgroep kost tijd. Niet elke leraar slaagt daarin naast een fulltime lesopdracht. Toch moet je een aantal klassiekers kennen. Zonder te verkrampen: je mag de besluiten uit het onderzoek tijdens de les gerust een beetje ‘vergeten’. Doordat je ze las en verwerkte, neem je haast automatisch werkende elementen mee naar de klas.”   

“Professor Vansteenkistes ABC van de motivatie is voor mij zo’n klassieker. Die theorie helpt me om mijn leerlingen uit de arbeidsmarktfinaliteit tot leren te brengen. Daarnaast hou ik hard vast aan andere onderbouwde basisprincipes die voor mij de leidraad zijn voor kwaliteitsvol onderwijs. Betekenisvolle leerinhouden, bijvoorbeeld. En een band met mijn leerlingen uitbouwen waarbij we in interactie gaan en tonen dat we elkaar nodig hebben. Bij hen check ik ook geregeld of ik me daar voldoende aan hou.”

Dat elke leraar na de uren wetenschappelijke literatuur doorploetert, vinden ook Jeroen Backs en Kristin Vanlommel onhaalbaar. “Daarvoor hebben we nood aan zogenaamde brokers die wetenschappelijke inzichten vertalen naar bruikbare handleidingen of leesbare inspiratiegidsen. De keuze ligt daarna bij de leraar. Heel belangrijk. Je beslist zelf of je ruimte hebt voor een bepaalde ingreep.”

“Echt inzicht komt pas na een intensieve training in de klas. Kunnen trekkers in de lerarenkamer wetenschappelijk onderbouwde lessen demonstreren? Want op lesbezoek gaan bij een collega is een kleinere stap dan dikke rapporten lezen,” vraagt Pieter Tijtgat zich af. Ook Jeroen Backs is grote voorstander van meer peer learning. “We weten uit het TALIS-onderzoek dat Vlaamse leraren te weinig in elkaars klassen kijken. Meer expertise delen, kan bijdragen aan de open cultuur die nodig is om aan de slag te gaan met wetenschappelijk onderzoek.”

Gaten blootleggen

Kristin Vanlommel hoopt dat die onderzoekende cultuur de hele school doordringt, van lerarenkamer tot schoolbestuur. Leidende teams of ervaren leraren kunnen het voortouw nemen, maar je oogst pas succes als leraren positief staan tegenover evidence-informed lesgeven.

Hoe je er dan aan begint? “Vertrek altijd vanuit je schoolvisie en de doelen die je wil bereiken. Baken eerst samen je vraag of doel goed af. ‘We willen het welbevinden van onze leerlingen verbeteren’, gaat te breed. Beter is: ‘Hoe laat ik mijn leerlingen met respect luisteren naar de overtuigingen van andere leerlingen?’”  

“Raadpleeg daarna wetenschappelijke bronnen, maar ook data van de school, zoals toetsen, observaties, gesprekken met ouders en leerlingen. Koppel er de ervaring en intuïtie aan van het lerarenteam. Leg je dat alles in de weegschaal, dan kom je tot een weloverwogen beslissing. Distilleer daar een paar mogelijke aanpakken uit en kies er met je team 1 van. Spreek een moment af, pakweg een half jaar later, om de resultaten te evalueren en bij te sturen. Zo weet je wat er écht verandert als je iets nieuws invoert.” 

“Onderzoek kan ook gaten in je visie blootleggen. De school die zich afvroeg hoe ze cognitief sterke leerlingen beter kon uitdagen, ontdekte dat ze een visie miste over differentiatie. Wat heeft elke leerling apart nodig? Ze nemen nu onderzoek door over individuele leerbehoeften, samen met een andere school die zich dezelfde vraag stelt.”

Experiment 

Iets wordt pas onderzocht als iemand het ooit geprobeerd heeft. Is er in deze evidence-informed aanpak nog ruimte voor experiment? Scrollen we door de EEF-toolbox, dan zien we dat er onvoldoende onderzoek is dat bewijst dat buitenlessen of schooluniformen tot betere leerresultaten leiden. Maar bestaat de kans dat die bewijslast later nog komt?  

“EEF en Leerpunt focussen op meetbare leerwinst”, besluit Pieter Tijtgat. “Belangrijk natuurlijk, maar onderwijs doet meer dan leerlingen klaarstomen voor een job. Ze stimuleert ook hun groei als mens en bereidt hen voor op hun maatschappelijke rol. Die laatste taken zijn veel moeilijker te meten.”

“Hoe verwerft een leerling een leerdoel rond burgerschap of een duurzame attitude? En wat met een interventie waarvoor onderzoek geen directe link met leerprestaties vindt, maar wel een sterke stimulans voor socialisatie, zelfvertrouwen of motivatie? Verdient die ook geen plek in de gereedschapskist van leraren? Evidence-informed geeft leraren sterke tools. Maar als je het te paternalistisch invult, verdwijnen de kleuren in het onderwijsdebat. Dat kan niet de bedoeling zijn.”

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


R

Raf Feys

20 november 2023

Onderzoek krijgt een rol in je beslissingsproces, maar je ervaring als leraar ook? De belangrijkste oorzaak van onze sterke Vlaamse onderwijstraditie was noch wetenschappelijk onderzoek, noch allerperoonlijkste ervaring van de individuele leerkracht. Maar de gedurende eeuwen opgebouwde praktijk- en ervaringswijsheid die doorgegeven werd van generatie op generatie, en ook via lerarenopleidingen en oefenscholen die hierbij aansloten; en ook via de neerslag van die praktijkwijsheid in vakdisciplines als cultuurproducten, in leerplannen, in methodes voor leren rekenen e.d. Jammer genoeg hebben vooral de universitaire onderwijsexperten, topambtenaren, ... die praktijk- en ervaringwijsheid de voorbije 50 jaar voortdurend in vraag gesteld en hun nieuwlichterij opgedrongen. Hierdoor is het doorgeefketting van die praktijk- en ervaringswijsheid doorbroken - ook vaak op lerarenopleidingen, en zijn vakdisciplines en methodes van zwakkere kwaliteit. Terug op het juiste spoor geraken en dezelfde kwaliteit bereiken wordt dus vrij moeilijk en vergt heel veel tijd.

Reageren
G

G. De Vos

20 november 2023

In 'Hoe was het op school?' werd de weerstand tegen actief onderwijs geduid. Begin jaren '70 probeerde het VSO door differentiatie kinderen uit verschillende sociale klassen te mengen. Er kwam een brede eerste graad. Het onderwijs moest leuker. Allemaal evidence-based maar fout gestructureerd en overduidelijk politiek gekleurd. Alsof de zoon van een dokter geen lasser kon worden en de zoon van een lasser geen dokter. Homogene groepen vormen is even goed evidence-based. Je kan klassen naar een bepaald profiel toe motiveren: 'a common purpose'. Er is in de reeks maar één enthousiaste leerkracht: die van Duits. Zij begint haar les over de Modalverben met Ich will van Rammstein. Vanuit waarneming, authentiek materiaal, Whole Brain Learning. ICT heeft potentieel.

Reageren

Laat een reactie achter