Vlaanderen
Klasse.be
Leraar op klasuitstap naar het riolenmuseum in Brussel

Met je Lerarenkaart

Op klasuitstap naar het Riolenmuseum in Brussel

  • 13 oktober 2025
  • 6 minuten lezen

“Wij zijn nu de ratten!” In het Brusselse Riolenmuseum dalen de derdejaars van basisschool ‘t Populiertje uit Sint-Pieters-Leeuw af in de hoofdriool van de Bergensesteenweg. Samen met Klasse-redacteur Vera volgen ze hier welke weg regen- en afvalwater afleggen. Neusknijpers klaar? 

Aan de drukke Anderlechtsepoort, vlak bij het Zuidstation, verzamelt gids Raf alle leerlingen op de stoep voor een klasuitstap naar het Riolenmuseum in Brussel. “Onder onze hoofdstad ligt 2000 kilometer aan rioolpijpen. Til dit riooldeksel op en je stapt er zo in.” “Zoals dieven, met een koevoet”, herkent Tatiana Rafs hefboombeweging. Gelukkig laat hij die 90 kilogram onaangeroerd liggen en kiest hij de museumingang.

Klas op klasuistap in het riolenmuseum in Brussel
Na regen komt… duurzaam omspringen met dat regenwater.

Sponsstad

Tijdens de klasuitstap in het Riolenmuseum in Brussel regent het boven een grote maquette.  “In de natuur neemt de bodem regenwater op en dat water sijpelt langzaam door tot in onze drinkwaterlaag”, legt Raf de watercyclus nog eens uit. “Maar hier in Brussel?” De leerlingen weten hoe een stortbui eruitziet in deze stad. Lekkende dakgoten, ondergelopen straten, openstaande rioolroosters.

“Kunnen we dat kostbare regenwater niet laten doordringen of hergebruiken?” Aan de magneetmuur hertekenen enkele leerlingen de verharde stad. Arthur en Sarah schuiven met groendaken en wadi’s. Op de parkeerplaatsen maakt asfalt plaats voor waterdoorlatende betondallen met gras.

Tatiana en Salma kiezen voor een ondergrondse regenwatertank. “Met regenwater kan je je toilet doorspoelen of je planten water geven”, bedenken ze. “Is er nog plaats voor bomen?” mengt Luciano zich. Raf knikt instemmend. “Goed idee: één grote boom zuigt met zijn wortels al snel 500 liter op.”

Verstoppertje

Regenwater dat in Brussel op daken, straten en pleinen valt, vloeit weg via de riolen. “Onze hoofdstad heeft helaas geen gescheiden riolering: regenwater en huishoudelijk afvalwater worden door dezelfde buizen afgevoerd.” Raf wijst naar de doorsnede van zo’n afvoerpijp. “Bah, zo vuil!” klinkt het.

Aangekoekte resten bewijzen het: je mag niet alles in je toilet of gootsteen gieten. Met enkele spelletjes zoeken de leerlingen het zelf uit. Yanis kiepert afwaswater of zure melk met overtuiging weg, maar wat met frituurolie? “Vetten stollen wanneer ze afkoelen”, helpt Raf. “Als je dat in de riool loost, raakt die zeker verstopt.” Aan de overkant vertrouwt Tatiana op haar neus: “Deze geur ken ik!” Maar dat vochtige wegwerpdoekjes toch bij het restafval thuishoren, is nieuw voor haar.

Sofia twijfelt nog over verfresten, Luciano weet niet wat gedaan met medicijnen. “Chemicaliën verstoren het waterzuiveringsproces”, verduidelijkt Raf. “Sommige schadelijke stoffen worden niet uit het water gefilterd en belanden alsnog in onze waterlopen.” Dus: recyclagepark beats riool.

Sorteren kan je leren.

Risicoberoep

Een verdieping lager ruiken we die al. “Wie een carrière als rioolwerker overweegt, went maar beter aan de stank”, lacht Raf. “En aan de vuile en donkere gangen.” In de sfeervol verlichte reconstructie van een smalle riooltunnel denken we de uitwerpselen en metalen obstakels er dan maar zelf bij.

De maskers, veiligheidslaarzen en helmen in de Edouard Goffinzaal verraden het al: rioolwerkers doen gevaarlijk werk. Denk maar aan verkeersongevallen bij rioleringswerken, giftige dampen, ziektekiemen of verdrinking. Edouard Goffin werd op 14 september 1988 zelf verrast door het wassende water. “Kon Edouard dan niet zwemmen?” wil Tatiana weten. “Toch wel, maar de aanzwellende stroming was hem te sterk”, weet Raf. “Zijn collega’s vonden zijn lichaam pas 2 kilometer verderop in de Zenne.”

Ratrace

Voor we zelf durven afdalen, wil Salma eerst weten of in de riolen veel ratten zitten. “Zeker!” Ook al blijkt het exacte aantal ratten onbekend, toch overdrijft Raf niet. “1 rattenkoppel telt per jaar al snel 15.000 nakomelingen. 2 keer per jaar probeert Stad Brussel de populatie daarom met rattenvergif onder controle te houden.” Salma vertrouwt het steeds minder.

“Ratten kunnen hun ribben samendrukken”, gaat Raf onverstoord verder. “Een opening ter grootte van een muntstuk van 2 euro volstaat om in en uit de riolen te kruipen.” Maar ze houden niet van lawaai, verzekert hij ons. “De enige rat die je zal zien, is deze!” De vrolijke mascotte van het Riolenmuseum is inderdaad een geruststellend exemplaar.

Klas met gids in het riolenmuseum
In de Zennekoker durven de derdejaars opnieuw diep ademhalen.

Hier begint de zee

“De muren niet aanraken!” herhaalt Camelia beneden in de riool. Ze trekt haar mouwen ver over haar handen. Bij hevige regenval staat het water hier soms tot tegen de gewelven. De achtergebleven bacteriën – Raf vertelde zonet over tetanus, modderkoorts en salmonella – geeft ze geen enkele kans.

De kleine riool van de Slachthuislaan klatert hier in de collector van de Bergensesteenweg. “Kijk, daar drijft afval!” spotten enkele meisjes. “En een drol!” Raf toont hen de schuifwagen. “Als we deze plaat schuin naar beneden hangen, verhoogt de druk op het water en kunnen we via een smalle opening de tunnels schoonspuiten.” En dat leidt af en toe tot bijzondere vondsten: van afval tot goudstaven, van een zakrevolver tot een lijk.

“Zie je daar die lichtpuntjes?” Op de terugweg wijst Raf naar boven. “Dat zijn de 4 gaatjes van het riooldeksel naast het museum.” Nog voor we ons hier 6 meter lager opnieuw kunnen oriënteren, loopt hij alweer een andere, koudere tunnel in.

“En dit is dan de Zenne!” Ooit de openluchtriool van de hoofdstad, vandaag opnieuw een leefbare waterloop. “Het ruikt hier ook al wat beter”, oordeelt Arthur. Samen met zijn klasgenoten volgt hij de overwelfde rivier enkele tientallen meters stroomopwaarts. Richting frisse lucht en daglicht.

Van onschatbare waarde

Terug boven in het museum zet Raf de leerlingen nog een laatste keer aan het denken. “Gemiddeld verbruikt elke Brusselaar ongeveer 100 liter drinkwater per dag.” Hij zet 100 kleine waterflesjes klaar. “Hoeveel liter hebben jullie nodig, denk je?”

Luciano en Oumayr denken met 5 liter voor het toilet en 20 liter voor de badkamer de dag wel door te komen. “Dat is te weinig”, telt Raf mee. “Douchen, tandenpoetsen en enkele toiletbezoeken: reken minstens op 60 liter per persoon.” Salma en Arthur overschatten dan weer het huishouden: “30 liter om te poetsen? Of 50 voor de afwas?” Al snel blijven er geen flesjes meer over. “En ik wou nog 5 liter om te koken”, schat Yanis als enige het verbruik juist in.

“Zo zie je maar, 100 liter kraantjeswater is best veel, maar ook snel op.” Schattend rekenen laat Raf verder aan juf Kari. Maar een sterker waterbewustzijn, dat doel heeft hij vandaag wel bereikt.

Klas met gids bij het riolenmuseum

Over het Riolenmuseum

Het Riolenmuseum is een wetenschapsmuseum met een geurtje! Daal af in authentieke riolen, wandel langs de Zenne en ontdek het beroep van rioolwerker. Een actueel thema – ‘Na regen komt …’ – vult de permanente opstelling aan.

  • Riolenmuseum – Anderlechtsepoort – 1000 Brussel
  • Gratis met je Lerarenkaart in plaats van 10 euro.
  • Kleuter-, lagere en middelbare scholen bezoeken het museum gratis zonder gids. Schoolbezoeken met een gids kosten 70 euro (max. 25 leerlingen) voor 1 uur, 120 euro voor 2 uur. Reserveren is altijd verplicht.
  • De klas van juf Kari leerde tijdens een interactief bezoek alles over de watercyclus in de stad. Liever een vertelwandeling, rondleiding of wetenschappelijke workshop? Bekijk het educatieve aanbod op sewermuseum.brussels.

Vera Verdoodt

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter