Vlaanderen
Klasse.be

Verhaal

“De druk op het volwassenenonderwijs toont ook de noodzaak ervan”

  • 27 september 2023
  • 6 minuten lezen

Het volwassenenonderwijs wordt diverser, de zorgnoden complexer. Centra goochelen daarom met studiecoaches, trajectbegeleiders en aangepaste modules. “Toch hoop ik dat meer mensen de weg vinden naar het volwassenenonderwijs. We zijn een reddingsboei. Via ons klimmen mensen weer aan boord van de maatschappij”.

Gehuld in een lichtgrijs trainingspak, flesje icetea in de linkerhand, zakje snoep in de rechter, wandelt Anouar (19) vrolijk de wiskundeles binnen die net begonnen is. “Vitamientjes bij?”, grapt leraar Sofie, terwijl Anouar zich lachend tussen leeftijdsgenoten Olivia en Ayman op de laatste rij nestelt en de ‘vitamientjes’ laat rondgaan. 

Sofie lost het intermezzo met evenveel gemak op als de vergelijking met 2 onbekenden die ze aan het bord uitlegt. Ze kan wel wat animo hebben. 20 jaar lang gaf ze les in het secundair om 2,5 jaar geleden de overstap naar het volwassenenonderwijs (GO! CVO Antwerpen) te maken. 

leraar Sofie Machiels

“Iedereen in mijn les heeft er een hobbelig parcours op zitten, niet alleen de jongeren”

Sofie Machiels, leraar volwassenenonderwijs

Diverser en complexer

Secundair en volwassenenonderwijs lijken meer en meer op elkaar, stelt ze vast. “Onze cursisten worden jonger en jonger. Wie in het middelbaar moest lossen, probeert via ons opnieuw aan te knopen met een diploma secundair onderwijs en eventueel een specialisatie.” 

Anouar heeft lang zijn weg gezocht in het secundair. “Ik heb zo wat alles geprobeerd: Moderne Talen-Wiskunde, Handel, Verzorging, Metaal, Hout.” Na 3 keer het vierde middelbaar hoopt hij tussen de volwassenen beter zijn draai te vinden. 

De cursisten van Sofie worden niet alleen jonger, ze worden ook diverser. Ze kampen vaker met psychische problemen en een taal- of leerachterstand. De zorgnoden worden talrijker en complexer, geven de centra voor volwassenenonderwijs (CVO) en basiseducatie (Ligo) aan in een uitgebreide bevraging van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR). 

Sofie beaamt: “Iedereen in mijn les heeft er een hobbelig parcours op zitten, niet alleen de jongeren. Christel wil op 54 haar eerste diploma halen. Sommigen van mijn cursisten hebben letterlijk duizenden kilometers afgelegd om hier te geraken. Ik doe mijn hoed af voor elk van hen. Maar er is vaak meer nodig dan alleen een cursus en een leraar om hun diploma te halen.”

Ondersteuning à la carte

In tegenstelling tot het reguliere onderwijs, bestaat er geen zorgkader in het volwassenenonderwijs, geen CLB of zorgleraar om op terug te vallen. Wel ontvangen de centra extra financiering voor cursisten die meer ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze nog geen diploma secundair onderwijs behaalden. Sofie en haar collega’s gaan dus zelf op zoek naar manieren om hen beter te begeleiden. Naarmate de zorgnoden toenemen, bouwen ze ook de ondersteuning uit.

Sofie Machiels: “Een van onze eerste ingrepen was het inschakelen van studiecoaches. Collega’s worden vrijgeroosterd om die rol op te nemen en helpen cursisten de moeilijkste hordes in het curriculum te nemen. Trajectbegeleiding bieden we al langer aan. Na een intakegesprek stippelen collega’s samen met de cursist een traject uit dat gaandeweg kan worden bijgestuurd. Omdat we merkten dat cursisten na de les nog met vragen zaten over de leerstof, sluiten we nu elke les standaard af met een remediëringsmoment.”

“Sinds corona bieden we, naast contact- en afstandsonderwijs, de lessen ook online aan. Zo zijn we toegankelijker voor mensen met een fysieke beperking. Maar ook wie het mentaal moeilijk heeft, kan online bijbenen en verliest niet meteen een heel jaar. Met de modules Effectief studeren en Planning werken we aan de schoolse vaardigheden die essentieel zijn om de eindstreep te halen, maar die niet iedereen in de vingers heeft.”

Leen Verdonck

“Ik hoop vooral dat veel meer mensen de weg vinden naar ons”

Leen Verdonck, leraar Ligo Brugge-Oostende-Westhoek

Van croque-monsieur tot garnaalkroket

Leen weet wat het is om met kwetsbare groepen te werken. Ze geeft al 30 jaar Nederlands aan laaggeletterden bij het Centrum voor Basiseducatie Ligo Brugge-Oostende-Westhoek. Thomas en Shukrullah, allebei 26, lezen om de beurt een rij woordjes: S-T-R-AA-T, G-I-T-AA-R, M-U-Z-IE-K. Het gaat moeizaam. 

Shukrullah uit Afghanistan herkent alle woordbeelden – van croque-monsieur tot garnaalkroket – die hij nodig heeft als hulpkok in restaurant ‘In ’t klein stadhuis’ op de Grote Markt van Ieper. Maar het woord K-A-N-T-OO-R komt er maar letter per letter uit. 

Thomas is geboren en getogen in de Westhoek en liep amper school: “Mama hield me thuis.” Leren lezen is er nooit van gekomen. Sms’en vermijdt hij. Op restaurant helpt zijn vriendin hem met de menukaart. Hij werkt in een maatwerkbedrijf en droomt ervan om bij de groendienst, in het reguliere arbeidscircuit, aan de slag te gaan. Daarom zwoegt hij hier week na week op lastige woorden. Én omdat Leen voortdurend aan zijn mouw trekt in de klas.

Niveauverschillen

Terwijl Thomas en Shukrullah leren lezen, volgt Stefaan een opleiding tot leraar elektriciteit in het volwassenenonderwijs. Hij moet nog een laatste hindernis nemen. Maar omdat zijn taal nog niet foutloos is, studeert hij voorlopig niet af. Het zijn zeer uiteenlopende profielen die allemaal hun weg vinden naar Leens klas.

“De niveauverschillen groeien en bemoeilijken het lesgeven”, merkt Leen. “Maar hoog of laag niveau, elke cursist botst voortdurend op hindernissen. De maatschappij verlangt steeds meer: digitale geletterdheid, verplichte attesten, documenten en afspraken. Wie niet in orde is, haalt zich meteen ellende op de hals. Mijn taallessen zijn daarom heel praktisch en zo veel mogelijk op maat. Ik leer hen dingen die hen helpen in het dagelijkse leven.”

Leen ondervindt dezelfde tendensen als Sofie. Cursisten zijn vaker kort geschoold, jonger en diverser. Net als bij andere Ligo-centra en CVO’s nemen leraren een zorgfunctie op om de toegenomen zorgnoden te ondervangen. Bij gebrek aan kader variëren de functies en de invulling van centrum tot centrum. Maar ook Leen houdt intakegesprekken, bepaalt doelen en stippelt trajecten op maat uit voor haar cursisten. 

Botsen en balanceren

Soms gaat ze nog een stap verder. Ze leest Stefaans lesvoorbereiding na. “Sterke teksten die inhoudelijk mijn petje te boven gaan, maar af en toe staan er nog fouten in. Die mogen zijn toekomst niet in de weg staan.” Thomas helpt ze een nieuw adres in te geven in zijn gps. Wie een brief of e-mail niet begrijpt, mag die meebrengen naar de les.

Leen: “Het is soms balanceren op de grens tussen lesgever en hulpverlener. Ik stuur ze door naar een CAW of OCMW, maar ik ben vaak hun eerste aanspreekpunt. Een doorverwijzing, hoe laagdrempelig ook, kan de barrière te veel zijn.”

Ze houdt er een dubbel gevoel aan over. “Dat we op onze grenzen botsen, toont ook onze noodzaak. Meer mensen dreigen uit de boot te vallen. Via ons klimmen ze weer aan boord, stromen ze door of we gooien hen een reddingsboei toe om het kopje boven water te houden. Ik hoop vooral dat nog veel meer mensen de weg naar ons vinden.”

De maatschappij verlangt steeds meer: digitale geletterdheid, verplichte attesten, documenten en afspraken.

Leen Verdonck
leraar Ligo Brugge-Oostende-Westhoek

Voldoening en trots

Om hun rol te kunnen blijven spelen, hopen de centra op extra ondersteuning. De functie van zorgcoördinator en externe ondersteuning bij verhoogde zorgvragen kunnen het werk van de leraren verlichten. De centra willen ook van elkaar leren door informatie over cursisten beter te laten doorstromen en hun aanpak en kennis structureel met elkaar te delen. Het zijn slechts enkele van een reeks aanbevelingen die de VLOR formuleert.

Intussen probeert Sofie zelf het verschil te maken voor haar cursisten. De voldoening van mensen vooruit te helpen, wint het van de nood om de alarmbel te luiden. Met die instelling staat ze ook voor de klas. Elke cursist, elke vraag krijgt aandacht.

Voor Anouar lijkt het wel te werken. Helemaal stil wordt het zelden op de laatste rij, maar op vraag van Sofie legt hij helder uit hoe de x- en de y-as zich tot elkaar verhouden: “haaks en loodrecht”. Op de toets die hij terugkrijgt, is hij net geslaagd.

Anouar heeft nog even te gaan, maar als het zo ver is weet hij wel al wat hij met zijn diploma wil doen: “Aan de muur hangen en trots zijn.”

Edusprong

Het relanceplan ‘Edusprong’ voorziet 30 miljoen euro voor projecten om het volwassenenonderwijs te versterken. Deze projecten werden opgezet door een CBE of CVO en willen levenslang leren stimuleren en het studieaanbod in het volwassenenonderwijs vernieuwen en verbeteren. Eén derde van de projecten zet specifiek in op zorg binnen het volwassenenonderwijs in al zijn facetten. Daarnaast wil Edusprong de digitale competenties versterken en inzetten op kwalificaties zodat cursisten daadwerkelijk hun diploma halen.

Berber Verpoest

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


V

Veerle

20 oktober 2023

Fijn om iets te lezen over volwassenenonderwijs!

Reageren

Laat een reactie achter