Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Huiswerk op de schop?

  • 19 maart 2019
  • 7 minuten lezen

‘Huiswerk geeft jongeren en ouders stress’. ‘Huiswerk verhoogt ongelijke kansen’. ‘Van huiswerk leren kinderen niets bij.’ De discussie over huiswerk wordt al jaren in slogans gevoerd. “Onterecht”, vindt lerarenopleider Pedro De Bruyckere. “Want de waarheid is veel complexer dan een simpele voor of tegen.”

Lerarenopleider Pedro De Bruyckere
Pedro De Bruyckere: “Per leerjaar mag je 10 minuten huiswerk méér uitdelen. Maar er is een plafond: bij 14-jarigen heeft huiswerk dat langer duurt dan een uur weinig effect”

Huiswerk in de boekentas. Lange traditie, maar met steeds meer barsten. Leraren krijgen half ingevulde werkbladen, via Facebook-groepjes gedeelde oplossingen, opstellen geschreven door mama’s. Ouders weten niet hoe ze hun kinderen het best begeleiden bij rekensommen of spreekbeurten. Leerlingen signaleren steeds meer huiswerkstress, zegt de Scholierenkoepel. En wetenschappers stellen dat huiswerk weinig effect heeft en de ongelijkheid verhoogt. Huiswerk vangt veel tegenwind. Pedro De Bruyckere pleit voor nuance.


Slogan 1:

‘Van huiswerk leren kinderen niets bij’

Pedro De Bruyckere: “Of huiswerk effectief is, hangt af van veel factoren. De eerste is leeftijd: wetenschappelijk onderzoek toont aan dat huiswerk veel effectiever is in het secundair dan in het basisonderwijs. Afschaffen dan maar in het basisonderwijs? Dat is kort door de bocht. Hoe jonger de kinderen – in de eerste jaren van de lagere school – hoe minder lang ze hun aandacht bij huiswerk kunnen houden, dus te veel huiswerk werkt contraproductief. Ze stoppen veel tijd in huiswerk – dat dan weinig oplevert – en niet in spel of rust. Die ook belangrijk zijn om te leren.”

Tijd is een tweede beslissende factor. Per leerjaar mag je 10 minuten huiswerk méér uitdelen. In het eerste leerjaar tien minuten, in het tweede leerjaar twintig minuten … Maar er is een plafond: bij 14-jarigen heeft huiswerk dat langer duurt dan een uur weinig effect. Dat is een belangrijk element voor een huiswerkbeleid, zeker in het secundair onderwijs. Als drie leraren denken: dat duurt maar een half uurtje, zit je al over het maximum.”

“Het is bovendien veel beter verschillende kleine taken te geven dan één grote taak. Als je leerlingen een half uur moeten oefenen om iets onder de knie te krijgen, geef je beter elke dag huiswerk van vijf minuten dan één huistaak van een half uur op één avond. Herhalen is een krachtig mechanisme: het is belangrijker dat leren op verschillende momenten gebeurt dan dat het gebeurt.”

“Bovendien is niet elke soort huiswerk nuttig. Het meeste huiswerk laat kinderen leerstof inoefenen. De tafels automatiseren is een klassieker. Daarnaast kan je ook thuis laten voorbereiden wat er in de klas op het programma staat. Zoals een oefening waardoor de leerlingen die leerstof herhalen waarop je in de volgende les zal verder bouwen. Of in het secundair, leerlingen grote projecten zoals geïntegreerde proeven zelfstandig laten uitwerken. Van deze drie soorten is wetenschappelijk bewezen dat ze een positief effect kunnen hebben.”

“Maar het meeste effect heeft ‘extensie’: huiswerk dat een verlengde is van wat in de klas gebeurt. Bijvoorbeeld als leerlingen in de klas een berekening leren maken en dan een creatieve taak krijgen waarvoor ze die berekening nodig hebben. Je leerlingen hebben bijvoorbeeld oppervlakte leren berekenen in de klas. Als huiswerk moeten ze berekenen hoeveel verf ze nodig zouden hebben om hun eigen slaapkamer te schilderen. Deze oefening gaat verder dan wat ze in de klas geleerd hebben, het is uitbreiding. Dat is niet zuiver inoefenen, maar de leerstof toepassen in een nieuwe situatie waardoor hun kennis verbreedt.”


Slogan 2:

‘Huiswerk is stresserend voor kinderen en hun ouders’

Pedro De Bruyckere: “Leren kost tijd, energie en moeite. Zoek uit hoe je kinderen kan motiveren voor huiswerk. Er bestaat al huiswerk dat leerlingen graag, zelfstandig en gemotiveerd maken. Dat zijn de oefeningen op de elektronische leerplatformen, zoals Bingel. Ze oefenen leerstof in en krijgen onmiddellijk feedback.”

Feedback geven op huiswerk werkt beter dan punten. Als je huiswerk op punten zet, zal dat wel effect hebben. Want dan zet je ouders en leerlingen aan om dat huiswerk zo goed mogelijk te maken. Maar zo ontneem je leerlingen leerkansen. Sommige ouders nemen het huiswerk dan misschien over en corrigeren fouten. Als leraar heb je daar niet veel aan: je ziet niet waar een kind moeite mee heeft. ”

“Als leerlingen meteen feedback krijgen op hun huiswerk, net zoals bij elektronische leerplatformen, stijgt hun motivatie. En meteen ook het effect. Dat is een ander verhaal dan druk. Je geeft voortdurend taakjes, je doet daar iets mee en zo bouw je verder. Dan voelen zowel leraren als leerlingen zich betrokken bij het huiswerk.”


Slogan 3:

‘Huiswerk vergroot de ongelijke kansen’

Pedro De Bruyckere: “Dat is een heel moeilijke. Als je beweert dat huiswerk de ongelijkheid vergroot, zeg je meteen dat huiswerk effect heeft. Als je huiswerk afschaft, vergroot je bijgevolg de gelijkheid niet door kansen te geven, maar door kansen af te nemen.”

“Je belandt in die discussie meteen bij de ouders en de thuissituatie. Er wordt vaak gezegd dat kansarme of anderstalige ouders minder kunnen helpen. Maar het effect van ouders die – inhoudelijk – helpen bij huiswerk is erg klein. Bij wiskunde kan het zelfs negatief zijn omdat de ouders andere methodes leerden en zo voor verwarring zorgen bij hun kind.”

“Maar los van dat huiswerk heeft de bagage van ouders sowieso een gigantische invloed. In de Verenigde Staten stelden onderzoekers vast dat kinderen uit een kansarm gezin tijdens hun eerste twee levensjaren dertig miljoen woorden minder horen dan kinderen uit kansrijke gezinnen. De taal die je met je kind spreekt, heeft veel invloed. En niet alleen tijdens dat huiswerkmomentje.”

Lerarenopleider Pedro De Bruyckere
Pedro De Bruyckere: “Welke visie op huiswerk je ook hebt, zorg dat ze past bij je aanpak en publiek”

Samengevat: huiswerk is zinvol als je het op de juiste manier aanpakt. Wat kan je als school doen?

Pedro De Bruyckere: “Stel samen een duidelijke, praktische visie op huiswerk op. Als een leerling van het eerste naar het tweede leerjaar gaat, zal de leerling de manier van werken herkennen. Het maakt niet eens zoveel uit welke visie op huiswerk je hebt, zorg gewoon dat ze past bij je publiek en aanpak. Als je als team een bepaalde keuze maakt, en ouders en leerlingen weten waarom je die maakt, zorg je voor rust in het hoofd van je leerlingen.”

“Als scholen in hun huiswerkbeleid opnemen wat ze ermee willen bereiken, dan moet dat passen in hun hele visie op leren. Je kan van huiswerk je speerpunt maken, maar dat is niet noodzakelijk. Als je andere prioriteiten stelt, hebben die automatisch invloed op huiswerk. Bijvoorbeeld: als feedback geven je speerpunt is, moet je ook consequent huiswerk bespreken in de klas. Of je bekijkt welk effect huiswerk heeft op welbevinden. Dat kan in 2 richtingen gaan: als leerlingen het gevoel hebben ‘ik kan niet mee’, hoe kan extra/individueel huiswerk daar dan bij helpen? Of we leggen de druk te hoog, is er niet te veel belasting? Om het even welke focus een school heeft, het zal altijd gevolgen hebben voor hoe leraren huiswerk collectief aanpakken.”

Moet je in je huiswerkbeleid ook duidelijk de rol van ouders definiëren?

Pedro De Bruyckere: “De eerste taak van een ouder is ervoor zorgen dat zijn kind zijn huiswerk maakt. Ouders moeten hun kinderen inhoudelijk niet ondersteunen, maar ze kunnen huiswerk belangrijk vinden en er positief over zijn, in de buurt zijn van hun kind als het huiswerk maakt, zorgen voor een rustige plek, aanmoedigen om door te zetten …”

Leg ouders uit dat ze het huiswerk niet mogen maken in de plaats van hun kind of fouten corrigeren. Dat stelt ze gerust

Pedro De Bruyckere
lerarenopleider

“Als ouders duidelijk weten dat ze hun kind niet moeten helpen met huiswerk maken, kan dat hen geruststellen. Leg uit dat ze het huiswerk niet mogen maken in de plaats van hun kind of fouten corrigeren. Want dan zie jij als leraar niet hoever hun kind staat in zijn leerproces. Als je ouders genoeg uitleg geeft en hen vragen stelt, kan je hen in het bad trekken. Alle ouders meekrijgen, is een illusie. Soms laat hun agenda dat niet toe. Maar ouders meetrekken met korte prikkels ‘Je kind heeft dat goed gedaan’ of af en toe vragen ‘Als je merkt dat je kind erg lang met huiswerk bezig is, kom dat dan melden’ kan helpen. Zo betrek je de ouder als partner: we gaan er samen voor zorgen dat je kind er iets aan heeft.”

Ouders houden niet van huiswerk. Maar als een school het wil afschaffen, protesteren ze. Hoe komt dat?

Pedro De Bruyckere: “ Bijna alle ouders willen het beste voor hun kind. Maar niet elke ouder kan hetzelfde geven. Daarom gaan ouders kansen hamsteren, hoogopgeleide ouders zijn daar sterker in.”

“Veel ouders denken: huiswerk doet leren en zorgt voor betere schoolprestaties, ze mogen mijn kind die kans niet ontnemen. Ook kwetsbare ouders zien een kans. Eén waarvoor ze niet moeten betalen. Dat fenomeen zorgt er wellicht voor dat veel ouders erg gehecht zijn aan huiswerk.”

Kan het, een school zonder huiswerk?

Pedro De Bruyckere: “Het bestaat en het kan. Maar wil je het ook? Brits onderzoek kijkt niet alleen naar het effect van een onderwijsmaatregel, maar ook naar hoe ‘duur’ die is, hoeveel moeite die kost. Huiswerk is een relatief goedkope maatregel. Met een vrij sterke kans op een behoorlijk groot leereffect, zeker in het secundair onderwijs. Dat is laaghangend fruit, en dat moet je dus plukken. Je zal er niet de grootste prestatie mee bereiken – voor een maximale leerwinst moet je ook bijvoorbeeld ook sterk inzetten op feedback – maar het kost niet veel moeite. Dan kan een school zeggen ‘we schrappen huiswerk’, maar laat ze misschien kansen liggen.”

Leen Leemans

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter