Vlaanderen
Klasse.be

Tips

Zo wordt je diverse klas een krachtige taalleeromgeving

  • 3 december 2020
  • 9 minuten lezen

Hoe wordt je klas een plek waar je taal leren maximaal stimuleert en alle leerlingen meeneemt, ook wie het thuis financieel moeilijk heeft of een andere taal spreekt? Taalexpert Carolien Frijns gaat op bezoek in de vierde klas van juf Femke en ziet hoe kwaliteitsvolle interacties en warme relaties leiden tot meer taal leren.

*Dit artikel werd gemaakt in de coronatijd. Het kan daarom beelden met mondmasker of maatregelen bevatten die vandaag niet meer van toepassing zijn.

Bekijk de video Hoe doet juf Femke dat?

Om te kunnen leren op school heb je taal nodig. Maar het is precies die taal die we ook moeten leren op school. Moeilijk?

Carolien Frijns: “Ja, we noemen taalverwerving het kip-of-eiprobleem van het eerste uur. Leraren verpakken kennis en vaardigheden in taal, maar leerlingen hebben diezelfde taal nodig om dat pakje te openen. En op school leren en verfijnen ze die taal.”

“We moeten dus goed nadenken hoe alle kinderen, ook wie thuis een andere taal spreekt en Nederlandstalige kinderen met een lage sociaaleconomische status, zo veel mogelijk kansen krijgen om maximaal tot taal leren te komen.”

“En dat is haalbaar. Juf Femke zet in haar diverse klas in op warme relaties en een sterk teamgevoel. Tegelijk daagt ze haar kinderen ook stevig uit met betekenisvolle taaltaken en sterke interactie. Het is precies deze combinatie die zorgt voor grote taalleerkansen voor alle leerlingen in haar klas.”

Hoe leren kinderen taal?

Carolien Frijns: “We hebben lange tijd gedacht dat kinderen met een soort van taalchip worden geboren. Halfweg de jaren 90 verschoof dat idee: taal leren is niet langer een louter cognitief gegeven, maar ook een affectief en sociaal fenomeen.”

Misschien hebben we dus geen aangeboren taalvermogen, maar wel een instinct om relaties aan te gaan met mensen van betekenis om ons heen. Ingebouwde sociale drijfveren die ons doen verbinden met anderen, en taal is daarvoor een verrekt handig middel.”

“Dat ‘interactieve instinct’ hebben we aan den lijve ondervonden tijdens de eerste coronalockdown: je wilde supergraag écht contact maken met mensen, maar dat mocht niet. En je voelde: wij zijn niet gemaakt om de hele tijd in ons kot te blijven.”

Taal is een vriendelijk virus. Het werkt besmettelijk

Carolien Frijns
taalexpert

“We hebben dus een sociaal brein. Onze taalmotor slaat aan als we relaties en verbindingen kunnen leggen, als we voelen dat het goed gedijen is in de taalgroep waarin we ons bevinden. Sociale relaties werken zo als geleiders voor taalverwerving.”

“Een Gentse leerling uit het zesde leerjaar vertelde me onlangs: ‘Als ik van een kamp terugkom dan praat ik zoals de meeste kinderen daar. Dus als daar veel West-Vlamingen zijn, dan praat ik zoals hen, terwijl ik helemaal geen West-Vlaming ben’. Taal is dus een vriendelijk virus. Het werkt besmettelijk.”

Hoe kunnen we dat ‘vriendelijke virus’ in de klas stimuleren?

Carolien Frijns: “Met succes een taal leren hangt samen met de mensen bij wie jij je op je gemak voelt. Als een kind voelt ‘de juf ziet mij graag, ik voel mij thuis in de klas en kan daar mijn inbreng doen’, dan toont onderzoek aan dat dit samenhangt met een sterke taalverwerving.”

“Onderzoekers aan het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven) ontwikkelden een heel inzichtelijk model: de 3 cirkels voor een krachtige taalleeromgeving op school. De baseline is: kinderen leren taal door in een emotioneel veilig klimaat met betekenisvolle taken aan de slag te gaan en daarbij ondersteund te worden in sterke interactie.”

“Uit mijn doctoraat blijkt onder andere dat denk-ontwikkelende interactie taalvaardigheid verhoogt én bijdraagt aan een positief zelfbeeld van kinderen.”

Carolien Frijns
Carolien Frijns: “Warme relaties in de klas zwengelen de taalverwervingsmotoren aan”

De taalverwervingsmotoren slaan dus al aan als de leraar zorgt voor een emotioneel veilig klimaat in zijn klas?

Carolien Frijns: “Ja en nee. Als leraren warme relaties aangaan met kinderen, prikkelen die ons sociale brein en stimuleren zo taalontwikkeling. Maar daar stopt het niet. Het is de kunst om kinderen vanuit zo’n veilige basis volop op ontdekkingstocht te laten gaan aan de hand van betekenisvolle, motiverende taaltaken.”

“Neem een les begrijpend lezen. Als je door een tekst te lezen te weten kan komen wie er heeft ingebroken bij Grootmoeder Varken, als je dus in de huid van een detective kan kruipen, dan is dat betekenisvoller én motiverender dan teksten lezen om daarna invulvragen op te lossen.”

“In de klas van juf Femke lezen de kinderen om yogaoefeningen voor de turnleraar te testen (die ze dan ook echt uitvoeren). Juf Femke toont daarbij veel geloof in het leerpotentieel van de kinderen. Ze krijgen ook veel autonomie. Zij beslissen mee over het dagverloop en discussiëren over de vraag wat het best werkt om Umut, een leerling die zich moe voelt, zich weer fris te doen voelen. Een ideaal moment om daarna een tekst over vermoeidheid te lezen, bijvoorbeeld, en 3 gouden tips te zoeken.”

En wat betekent een ‘emotioneel veilig klimaat’ voor anderstaligen?

Carolien Frijns: “Eigenlijk niks anders. Het betekent dat jij ook hen doet voelen dat ze er mogen zijn, dat je hen ‘graag ziet’, dat je beschikbaar bent voor hen, gelooft in hun leerpotentieel en dat zij net als andere kinderen inspraak hebben. Laat ze voelen dat jij meertaligheid erkent en doe daar ook iets mee.”

“Tijdens een groepsgesprek vraagt juf Femke wie thuis in bed mag eten en of dat een goed idee is. Alle leerlingen brengen ideeën in behalve … Arif, een anderstalige nieuwkomer. Hij zwijgt.”

“‘Wil je dat graag in het Turks vertellen?’, vraagt juf Femke. ‘Doe maar’. Een klasgenootje vertaalt: ‘Als je in bed eet, komen de geesten en spoken de kruimels opeten.’ Supereng dus, dat doe je maar beter niet. Dat vindt de klas wel een spannende gedachte.”

“Arif voelt zich in dit gesprek erkend, neemt deel aan het groepsgesprek en merkt: ‘ik tel mee’. Op zo’n moment geeft de leraar de boodschap dat de thuistaal er mag zijn, dat hij zijn anders-zijn niet hoeft thuis te laten omdat hij op school is.”

In zo’n klimaat heb je ook betekenisvolle taken nodig. Wat bedoel je daarmee?

Carolien Frijns: “Juf Femke schakelt haar klas in om een uitnodiging te schrijven voor het feest van de school die 25 jaar bestaat. De kinderen interviewen de directeur, de turnleraar en andere leraren. Zo komen ze meer te weten over de geschiedenis van de school en wat de school zo bijzonder maakt. En de uitnodiging die ze maken wordt ook echt gebruikt. Er is een écht publiek, de taalverwervingsmotoren van de kinderen draaien op volle toeren.”

Maak van je leerlingen meedenkers, speurneuzen, ontrafelaars

Carolien Frijns
taalexpert

“Betekenisvolle taken zijn lesactiviteiten die voor kinderen relevant zijn en die naar een uitkomst, een oplossing, een eindresultaat werken. Motivationele doelgerichtheid is een belangrijk kenmerk van een betekenisvolle taak. Het geeft een antwoord op de vraag: wat drijft de kinderen om ermee aan de slag te gaan?”

In dat leerproces is de interactie met de leraar en de klasgenoten belangrijk. Wat werkt?

Carolien Frijns: “Recent onderzoek toont aan dat niet elke interactie tussen leraar en kind even vruchtbaar is als het gaat om taalverwerving. Vooral actief-productieve gesprekken zorgen ervoor dat kinderen taal leren.

“Bij actief-productieve gesprekken stelt de leraar veel open vragen, vaak denk- en opinievragen: ‘Wat denk jij dat eerst was: de kip of het ei?’ Het gesprek kan alle kanten op. Er is veel ruimte voor dialoog, voor eigen inbreng. Kinderen krijgen de expertrol en pluizen vragen uit waar de leraar zelf het antwoord ook niet altijd op weet. Ze zijn meedenkers, speurneuzen, ontrafelaars.”

“In non-productieve interactie daarentegen stellen leraren vaak gesloten vragen waarop ze al lang het antwoord weten: ‘Hoeveel kippen zitten er op stok?’. De leerling is dan een ‘antwoordgever’. Dat soort gesprekken draagt minder bij aan taalverwerving.”

“Kinderen die vaak aan actief-productieve gesprekken deelnemen, hebben bovendien meer kans om een positief zelfbeeld te ontwikkelen, van iemand die ertoe doet, een volwaardige participant aan het klasleven.”

“Vind je het moeilijk om tijd te vinden voor zulke gesprekken? Een van de meest actief-productieve leraren uit mijn onderzoek plant regelmatig ongeplande momenten. Momenten waarop er van alles uit de kinderen kan komen. Plan het ongeplande dus.

Carolien Frijns
Carolien Frijns: “Feedforward stuwt het leerproces vooruit”

Kinderen leren ook uit de fouten die ze maken, als je hen verbetert. Hoe geef je feedback in zo’n leerklimaat?

Carolien Frijns: “Feedback is inderdaad een grote en belangrijke motor om leerwinst te boeken. Als je tijdens zo’n klasgesprek fouten hoort, kun je ze bijvoorbeeld impliciet verbeteren: door de juiste zin of het juist woord te herhalen.”

“Bij schrijfonderwijs adviseer ik vooral om feedback op taal uit te stellen en eerst de ideeën en inhoud te laten komen. Zo houd je de context voor kinderen motiverend. Juf Femke bekijkt samen met de kinderen wat ze geschreven hebben, hun eerste versies van de uitnodigingen. Ze bekijkt die inhoudelijk: ‘Klopt het? Hebben we alles verteld? Mooi werk! Morgen bekijken we of we een aantal zinnen nog beter kunnen formuleren.’”

“Femke geeft feedback op een tekst die ze echt zullen versturen: de uitnodiging voor het schoolfeest. Een echt publiek werkt motiverend om het beter te doen. Feedforward stuwt het leerproces vooruit: ‘Dit is sterk. Dit kan je nog beter doen. Als je hier en hier aan werkt, zullen de mensen graag naar ons feest komen.”

“Ook hier blijft de relatie tellen. De leraar is een tijdelijke veilige ‘hechtingsfiguur’. Feedforward vanuit een veilige haven stimuleert. Want de leerlingen weten dat de leraar hen graag ziet.”

Kinderen leren niet enkel in de klas, jij stelt dat leraren en scholen het best ook investeren in het sociale kapitaal van kinderen. Wat bedoel je?

Carolien Frijns: ‘Het sociale vangnet dat (kwetsbare) kinderen hebben, mensen bij wie ze zich goed voelen en in alle vertrouwen terechtkunnen. Menselijke hulpbronnen, zoals ouders, leraren, vriendjes … maar ook organisaties buiten de school.”

“Uit recent onderzoek blijkt dat sociaal kapitaal 3 tot 5 keer meer impact heeft op taal- en wiskunderesultaten dan financieel kapitaal. Inzetten op vertrouwensrelaties tussen leraren, kinderen, ouders, school en organisaties rond de school rendeert dus.”

“Kleine, informele ontmoetingen tussen school en ouders zijn een sterke hefboom. Op de school van juf Femke zetten de leraren in op huisbezoeken (of stoepbezoeken). De deur van de school staat ook altijd open. Je ziet de directeur letterlijk zitten zodra je de school binnenkomt.”

Versterk de taalverwervingsmotoren in jouw klas: 3 uitdagingen

Welke kleine, haalbare ingreep wil jij de komende week in je klas uitproberen?

  1. Zet 80% van je tijd in op actief-productieve gesprekken. Wat merk je? Hoe reageren de leerlingen? Van welke gespreksonderwerpen lopen je leerlingen warm?
  2. Zet in op warme relaties. Welke leerling hou jij de komende week extra in het oog? Met wie knoop je een extra informeel gesprekje aan? Wat doet dat?
  3. Laat je taalles aansluiten bij een betekenisvolle, actuele situatie op school. Kan je directeur een helpende hand gebruiken voor het volgende coronaproof schoolfeest? Of kunnen de leerlingen veilige begroetingen bedenken en beschrijven?

Carolien Frijns was 7 jaar onderzoeker aan het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven) en promoveerde op onderzoek naar taalverwerving bij anderstalige kinderen. Nu is ze lerarenopleider en onderzoeker aan Arteveldehogeschool. Haar inzichten vind je in het boek ‘De vliegtuigklas. Naar sterk taalonderwijs op de basisschool’ (Pelckmans Pro).


logo kleine kinderen grote kansen

Deze tekst kwam tot stand binnen het project ‘Kleine Kinderen Grote Kansen’, waarbij alle lerarenopleidingen kleuteronderwijs en lager onderwijs betrokken zijn. Het project wil kinderarmoede en sociale ongelijkheid in de klas in Vlaanderen doorbreken, en voor alle kinderen grote kansen realiseren.Meer info op www.grotekansen.be

Tim Paternoster, Robin De Vries en Michel Van Laere

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


G

G. De Vos

26 december 2020

Leerkrachten in het secundair, docenten in het hoger onderwijs kunnen veel leren van deze onderwijzeres. Ze gebruikt de directe methode: om de doeltaal te bereiken dompelt ze de leerlingen onder in de doeltaal. Maar ze tolereert de thuistaal. Zo creëert ze een wederzijdse interesse. Ik herken het CAR-model: ze geeft de leerlingen zo snel mogelijk het gevoel dat ze iets kunnen (Competentie), ze waardeert hun inbreng (Autonomie) en gaat zorgvuldig met hen om (Relatie). Van het verdelen van een klas in subgroepen en supergroepen ben ik geen fan. Je kan voldoende activiteiten bedenken waar iedereen iets aan heeft, bv. waarmee de sterkeren meer inzicht krijgen door uitleg te geven aan zwakkeren. Je labelt niemand voor het leven.

Reageren
K

Kaat

24 februari 2021

Hartverwarmend!

Reageren
P

Peggy

28 april 2021

Een mooi voorbeeld van hoe het hoort!

Reageren

Laat een reactie achter