Vlaanderen
Klasse.be

Verhaal

Wat als ouders er een advocaat bijhalen?

  • 19 juni 2023
  • 9 minuten lezen

Het schooljaar eindigt met klassenraden, deliberaties, evaluatiebeslissingen en attesten. Maar volgt er steeds vaker een staartje via advocaten en beroepscommissies? En is de Raad van State een wensfabriek voor A-attesten?

Portret Hasne Hajji
Hasna Hajji: “Vorig schooljaar protesteerden 35 leerlingen tegen hun attest. 2 van hen stapten tot bij de interne beroepscommissie.”

Hasna Hajji, adjunct-directeur in GO! Atheneum Antwerpen: “’De school deed niet genoeg’, klaagde een leerling aan het einde van vorig schooljaar. Samen met haar mama schoof ze aan in mijn bureau. 10 maanden daarvoor zaten we daar ook. De sfeer was toen helemaal anders. Het meisje had door een ernstig trauma het schooljaar niet afgewerkt in haar vorige school. We wilden onze nek uitsteken, schreven haar in en riepen een klassenraad bij elkaar. Hoe kunnen we haar goed opvolgen? Welke externe therapeutische steun kunnen we regelen?”

“We wisten toen al: dit wordt een moeilijke rit. Voor het meisje, voor de school. We haalden alles uit de kast. Het secretariaat telefoneerde als ze niet uit bed geraakte en leraren duwden ‘s ochtends op de deurbel. We boden bijlessen en gesprekken aan. Maar in juni slaagde ze slechts voor 2 vakken. ‘Met de beste wil van de wereld kunnen we jou geen A-attest geven’, lichtte ik toe. ‘Dan miskennen we zelf onze kwaliteitseisen.’”

“En toch kwam het verwijt: ‘Jullie hielden onvoldoende rekening met onze situatie.’ Daarmee was de kous nog niet af. Nadat we haar bezwaarschrift bespraken, openden we via bijkomende proeven de deur naar een andere studierichting. Eerst kon iedereen zich daarin vinden, maar daarna keerden ze zich tegen die oplossing en startten ze een beroepsprocedure bij de interne beroepscommissie.”

“Betwistingen bij de beroepscommissie zijn mentaal slopend. Van 1 september tot 30 juni ga je samen op pad. Maar plots beland je in een wij-zij-verhaal waarbij leerlingen glashard liegen als overlevingsstrategie. Winnen of verliezen, wij versus zij: je wil het niet, maar je gaat in die termen denken. En al deed de school al het mogelijke, toch voel je je nooit 100% zeker van het verdict. Want ik zag het al voor me: de advocaat die het beroep won, zelfs al verzamelde de leerling verschillende tekorten.”

Kleine steekvlam

Eerst de cijfers: elk jaar trekken 10 tot 20 leerlingen naar de Raad van State. Dat cijfer blijft al jaren stabiel. Maar voordat leerlingen en ouders daar aankloppen, liggen er 2 andere stappen. De eerste: een gesprek met de schooldirecteur die de klassenraad opnieuw kan samenroepen. De tweede: beroep aantekenen – al dan niet met advocaat – bij de beroepscommissie op school met interne en externe leden.

Scholen moeten aan de overheid niet laten weten hoeveel ouders en leerlingen over het attest een gesprek met de directeur aanvragen of tegen het attest in beroep gaan bij de interne beroepscommissie. Zonder dat centrale zicht blijft het dus koffiedik kijken of die aantallen stijgen. Al bestaat die indruk wel. (zie box).

Scholen zijn mini-maatschappijen. Wie het gevoel heeft dat er iets fout liep, moet dat op tafel kunnen leggen

Hasna Hajji
adjunct-directeur in GO! Atheneum Antwerpen

Betwistingen van een attest komen dus zelden tot bij de Raad van State. En ook met een advocaat onder de arm vinden ouders en leerlingen daar geen garantie op succes. De Raad van State volgt meestal het oordeel van de beroepscommissie.

Hasna Hajji: “Wij maken van onze cijfers geen geheim. Vorig schooljaar protesteerden 35 leerlingen tegen hun attest. 2 van hen trokken tot bij de interne beroepscommissie, niemand naar de Raad van State. Die cijfers zijn dus zeker niet torenhoog. Ouders dreigen in onze school zelden met advocaten. Niet alleen omdat ze te duur zijn, maar ook omdat we onze beslissingen stevig onderbouwen en sterk investeren in gesprekken. Ook in andere scholen staat niet achter elke leerling een advocaat, hoor ik van collega’s. Gelukkig maar.” 

“Wat we in onze school wel merken: een vonk groeit snel uit tot een kleine steekvlam. Toen een zesdejaars 4 jaar geleden via een beroepsprocedure een A-attest afdwong, ging dat als een lopend vuurtje door de school. ‘Een nee heb je, een ja kan je krijgen’, die redenering kroop in de hoofden. Meer leerlingen dan anders vochten het jaar daarop hun attest aan, zelfs al hadden ze geen been om op te staan.”

Gezond toekomstperspectief

Hasna Hajji: “Kijk, scholen zijn mini-maatschappijen. Als leerlingen en ouders zich niet mogen roeren, klopt er iets niet. Wie het gevoel heeft dat er iets fout liep, moet dat op tafel kunnen leggen.”  

“Die vraag naar uitleg kan de klastitularis niet beantwoorden tijdens een oudercontact van 15 minuten. Als het over je eigen vak gaat, ben je emotioneel heel betrokken. Zijn de onvoldoendes voor andere vakken, dan mis je misschien info. Als directeur kan je tijd maken om elkaars standpunten te bespreken en te begrijpen. Vaak voorkomt dat verdere stappen en volgen ze de klassenraad.” 

“Soms hebben ouders een punt. Dan kan je je afvragen of we niet 1 deur te veel sloten bij onze clausulering. Of dan rechtvaardigen nieuwe elementen dat we de klassenraad nogmaals samenroepen. Midden juni uit huis gezet worden, kan absoluut een gegronde reden zijn om via herexamens een nieuwe kans te krijgen. Maar een garantie is dat niet: als de problemen voor hoofdvakken al het hele jaar aanslepen, blijft de klassenraad wellicht bij haar besluit. Ons doel is altijd: tot een rechtvaardige, onderbouwde beslissing komen. En leerlingen een gezond perspectief geven.”

Portret Hasne Hajji
Hasna Hajji: “Terwijl je hersenen naar de zomerstand snakken, moet je naar vijfde versnelling schakelen.”

Boeman voor iedereen

Hasna Hajji:  “Nooit fijn voor leraren als de directeur een lijstje met namen van leerlingen uithangt die we na een gesprek met de ouders opnieuw moeten delibereren. Een diepe zucht trekt dan door de lerarenkamer, moe van het schooljaar, de intense examens en het treintje van klassenraden. Dan ben je als directeur de boeman.”

“Die boeman ben ik voor ouders soms ook: als ik een eindevaluatie moet verdedigen waaruit blijkt dat leraren niet helemaal mee zijn met het zorgverhaal of als ze een 45% voor een hoofdvak onvoldoende vinden om in een studierichting te blijven. Nu, alle begrip voor onze leraren: hun beroepsfierheid is even groot als mooi, ze nemen hun vak serieus en eisen kwaliteit. Als je dan opnieuw aan tafel moet, komt dat binnen.”

“Nog zuur: de vraag om extra inspanningen op papier te zetten. Want daarop richten leerlingen geregeld hun pijlen. Remediëring zit in onze structuur. En toch vallen ze uit de lucht: ‘Welke bijlessen wiskunde? Daar kreeg ik geen uitnodiging voor.’ Terwijl ze al in september weten dat de leraar elke donderdag op de middag bijlessen aanbiedt. Uit vrije wil. Dan breekt mijn hart dat we die leraar – bovenop het leerlingvolgsysteem: een belangrijk document voor ons dat we zorgvuldig bijhouden – moeten vragen om te noteren wie wel en niet opdaagt in die bijlessen.”

Geen rancune

Hasna Hajji: “Die betwistingen zijn het zwaarste deel van mijn job. Plots beland ik in een groot spanningsveld. Ik wil leraren zien in hun expertise, bevestigen en ondersteunen. Maar ik wil ook de beweegredenen van leerlingen en ouders begrijpen. Hoe verzoen je die beide partijen?”

“De timing voelt ook ongelukkig, eind juni. Terwijl de proclamatie gevoelens van trots door je lijf stuurt en je hersenen naar de zomerstand snakken, moet je naar vijfde versnelling schakelen. Dossiers aanleggen, met het hardnekkige gevoel dat je voor niemand goed kan doen.”

“Leerlingen klasseren snel. Eind juni vliegen de verwijten in het rond, maar in september is er geen vuiltje aan de lucht. ‘Dag mevrouw’, knikken ze. Ergens is dat mooi, geen rancune. Maar wie het onnodig hard speelde, onderschat de impact op ons. Want je professionele aanpak moeten verdedigen nadat je je 10 maanden uit de naad werkte, daarvan lig je écht wakker.”

“Goed communiceren werkt beter dan een dik dossier”

Sabien Lust merkt als hoogleraar aan de Rechtsfaculteit (UGent) en advocaat dat de angst rond betwistingen veel stof doet opwaaien. Met 4 inzichten wil ze scholen geruststellen.

Het aantal betwistingen bij de Raad van State stijgt niet

Sabien Lust: “Elk jaar krijgen 420.000 leerlingen in het secundair onderwijs een attest. 20 van hen vechten samen met hun ouders het eindoordeel van de klassenraad aan tot bij de Raad van State. Die cijfers blijven al jaren stabiel. Wellicht vragen ouders wat vaker een gesprek aan met de directeur over het attest van hun kind en stijgt het aantal procedures bij een schoolinterne beroepscommissie lichtjes. Ouders worden mondiger, maar slepen zeker niet massaal advocaten naar school. Ik zetel zelf in een schoolinterne beroepscommissie: van de 18 betwistingen vorig jaar, waren er slechts 2 met advocaat.”

“De meeste advocaten vervullen hun rol van eerste rechter. Die jagen ouders bij 5 duidelijke jaartekorten niet in beroepsprocedures maar reiken alternatieven aan: misschien lost de examencommissie meer op dan een betwisting? Zo geven ze ouders weer een toekomstbeeld, nadat een B- of C-attest het licht even uitknipte. Een uitzondering schreeuwt in de media dat ouders in juni rijendik aanschuiven voor zijn kantoor en dat hij voor 800 euro een A-attest regelt. Maar die draait ouders een rad voor de ogen.”

“Weet: de Raad van State is geen wensfabriek voor A-attesten. Ze kan de eindbeslissing opschorten en vragen om nieuwe elementen in rekening te brengen of een zwakke plek beter te onderbouwen. De schoolinterne beroepscommissie moet dan opnieuw oordelen. De uitkomst kan een ander attest of andere clausulering zijn, een nieuwe kans via herexamen, maar ook: een bevestiging van het eerste oordeel, sterker gegrond en toegelicht deze keer.”

Scholen moeten geen vuistdikke dossiers aanleggen

Sabien Lust: “In sommige scholen moeten leraren alle getoetste doelen expliciet bij iedere examenvraag noteren, uitgebreide rapportcommentaren tikken en dikke logboeken aanleggen. Met als boodschap: alleen zo overleven we betwistingen. Maar dan schiet je met een kanon op een mug. Natuurlijk hou je beter bij welke remediëringen of zorgmaatregelen je gaf. En natuurlijk signaleer je het best schriftelijk al tijdens het jaar dat er problemen zijn, zodat ouders eind juni niet uit de lucht vallen. Maar dat kan én mag allemaal beknopt.”

“Rechters gaan uit van de deskundigheid van leraren. Cijfers volstaan om je oordeel te onderbouwen. De bewijslast ligt bij leerlingen en hun ouders – dat is in de praktijk al jaren zo, maar wordt binnenkort omgezet in wetgeving (*). Zij zijn het, niet de school, die moeten aantonen dat de cijfers niet representatief zijn. Bijvoorbeeld omdat ze het leerplan onvoldoende afdekken, of dat niet nageleefde zorgafspraken rechtstreeks verband houden met hun tekort: ‘Kreeg ik het stiltelokaal en die 25% extra tijd wél, dan bleef het laatste kwart van mijn examen niet blanco.’”

Ouders meenemen tijdens het jaar ondervangt veel

Sabien Lust: “Scholen die goed communiceren naar ouders hebben minder betwistingen. Die ouders weten tijdens het jaar al waar het moeilijk loopt en welke inspanningen de school allemaal levert.”

“Staan ouders en leerlingen eind juni toch aan je deur, blok ze dan niet af. Vaak zijn ze wanhopig, voelen ze zich schuldig omdat ze zelf onvoldoende aanwezig waren. Luisteren, uitleggen hoe je team tot die beslissing kwam en een toekomstbeeld aanreiken, zijn de beste blussers. Tenslotte delen jullie de zorg om de leerling en om uitstekend onderwijs. Kreeg je nieuwe, relevante info, roep dan de klassenraad nog eens bij elkaar. Hoorde je geen doorslaggevende argumenten, leg dan ook uit waarom.”

Een betwisting is geen kaakslag

Sabien Lust: “Betwistingen van attesten komen vaak hard binnen. Je verzet het hele schooljaar bergen en toch moet je je opnieuw verantwoorden. Bovendien ben je als leraar emotioneel betrokken bij je vak en de leerling die het resultaat betwist. Probeer toch de reële proporties voor ogen te houden. Als je een eindoordeel moet bijdraaien, zie dat als een accident de parcours, niet als een afstraffing of een kaakslag.” 

“Het leeuwendeel van de betwistingen die tot de schoolinterne beroepscommissie of de Raad van State gaan, zijn trouwens kantje boord. Meestal leverden ze een geanimeerd debat op tijdens de klassenraad en kwam het team niet na 5 minuten tot een eindoordeel.”

(*) Onder voorbehoud van goedkeuring door het Vlaams Parlement, zullen 2 maatregelen scholen en leraren beschermen bij betwistingen over attestering. Ten eerste wordt het wettelijke ‘vermoeden van deskundigheid’ geïntroduceerd. Daarnaast zullen scholen bij een juridisch geschil een beroep kunnen doen op een daartoe voorzien fonds.

Bart De Wilde

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter