Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

“Met de vragentrap laat ik leerlingen dieper nadenken” 

  • 20 mei 2025
  • 6 minuten lezen

Hoe zorg ik ervoor dat verlegen kinderen of anderstalige kleuters ook op mijn vragen durven te antwoorden? En hoe laat ik tegelijk taalsterke kleuters groeien? Juf Kathleen zocht antwoorden. Met de inzichten achter de vragentrap krijgt ze elk kind trede voor trede mee.

Kathleen Van Dessel, leraar tweede en derde kleuterklas, ’t Kofschip, Duffel: “Een verlegen kleuter in mijn klas klapte dicht telkens ik hem iets vroeg. Ik moedigde hem aan, maar hij bleef vastzitten. Een klasgenootje zou het antwoord wel geven in zijn plaats. En tijdens het schooljaar krijg ik anderstalige kinderen in de klas. Soms is de verleiding groot om hen even over te slaan, om andere kinderen aan het woord te laten of het zelf voor te zeggen.”

“Terwijl zij net meer nood hebben aan oefenkansen. Focus ik op hen, dan vervelen de taalsterkere kinderen zich misschien. Hoe laat ik elke leerling zoveel mogelijk nadenken en spreken, zonder mijn klas telkens in aparte groepjes te verdelen? Die zoektocht was pittig.”

Kleuterleraar Kathleen stelt vragen aan haar leerlingen op basis van de vragentrap
Kathleen Van Dessel: “Net de verlegen en taalzwakkere kinderen hebben nood aan oefenkansen.”

Start bovenaan de trap

“We riepen de hulp in van het expertisecentrum voor effectief leren van Thomas More. Tijdens een tweejarig traject bracht het expertisecentrum diverse werkvormen aan om de denkontwikkeling van alle kleuters te stimuleren. Als ze via rijke gesprekken dieper nadenken, blijft de leerstof beter en langer plakken. Goede vragen stellen kan daarbij helpen.”

“Een van die werkvormen was de vragentrap. De begeleider van Thomas More kwam observeren in mijn lessen, daarna hadden we een feedbackgesprek. Veel concreter dan op een studiedag. Nu ik gerichter vragen inzet, staan al mijn kleuters sterker in hun schoenen. Ze weten: we mogen fouten maken of iets nog niet weten, onze juf helpt ons altijd. Van die fouten kan ik leren.”

“Breng ik een lesdoel aan of haal ik kennis op, dan start ik met ambitieuze vragen. Met mijn naamstokjes tracht ik alle kleuters te betrekken bij het stellen van vragen. Bijvoorbeeld: ‘Waarom kan een vierhoek geen cirkel zijn?’ Ik geef de leerling genoeg denktijd. Komt die niet op het antwoord ‘omdat een vierhoek hoeken heeft’, dan zetten we een stapje terug. Een vervolgvraag kan dan zijn: ‘Wat is het verschil tussen een cirkel en een vierhoek?’”

“Blijft het kind het antwoord schuldig, dan kan ik opnieuw afbouwen: ‘Heeft een vierhoek hoeken? Heeft een cirkel hoeken?’ Weet de leerling het nog steeds niet, dan ga ik naar de onderste trede van de vragentrap: een doe-vraag. Ik toon 2 figuren en zeg: ‘Duid de vierhoek aan. Duid de cirkel aan.’ Misschien vatte het kind de concepten ‘vierhoek’ en ‘cirkel’ nog niet helemaal. Nu kan je als leraar opnieuw opbouwen en kan dezelfde kleuter nu wel antwoorden op de vraag: ‘Heeft een cirkel hoeken? Heeft een vierhoek hoeken?’”

Kleuterleraar Kathleen stelt vragen aan haar leerlingen op basis van de vragentrap
Kathleen Van Dessel: “De vragentrap is een scaffold: we bouwen de ondersteuning geleidelijk aan af.”

Kasteel of parking?

“De vragentrap is een scaffold: we bouwen de ondersteuning geleidelijk aan af. Mijn verlegen en taalzwakkere kleuters klimmen langzaam maar zeker de trap op. Wanneer een leerling een goed antwoord geeft op een lager trapje, stel ik opnieuw bijvragen die iets meer inzicht vragen. In het begin lukt enkel de doe-vraag, maar ik grijp veel kansen aan om telkens op te bouwen naar gesloten en mogelijk zelfs open vragen. Heel leuk hoe je die kinderen ziet groeien.”

“Ook sterke kinderen dagen we uit. Antwoordt een leerling meteen op 1 van de moeilijkere vragen, dan gaan we tot 3 vragen verder. ‘Welke voorwerpen in de klas zijn een vierhoek’, bijvoorbeeld. Via de vragentrap kan je zowel naar boven (moeilijker) als naar beneden (makkelijker), zo help je elke kleuter in zijn ontwikkeling en vinden we altijd een manier om aan te haken. Ook als een kind nog niet veel kennis over een thema heeft.”

“Nu ik kleuters dieper zie nadenken door mijn arsenaal aan vragen, gebruik ik ze de hele dag. Ook als ik met mijn leerlingen meespeel. Enkele kleuters bouwden een constructie met auto’s. ‘Een kasteel,’ zeiden ze. ‘Staan er in een kasteel zoveel auto’s’, vroeg ik. ‘Nee’, antwoordden ze. ‘Waar staan er dan wel veel auto’s?’, vroeg ik. ‘Op een parking’, kaatsten ze terug. ‘O, en jullie bouwden zelfs een parking met verdiepingen. Wat is een verdieping?’ Al vragend breng je woordenschat aan. Door mee te spelen, produceer je taal met hen.”

Kleuterleraar Kathleen stelt vragen aan haar leerlingen op basis van de vragentrap tijdens het samenspelen
Kathleen Van Dessel: “Nu ik kleuters dieper zie nadenken door mijn vragen, gebruik ik ze de hele dag.”

Teamwerk

“We overleggen vaak schoolbreed: op maandagavond zitten we een uurtje met het hele team samen, elke vrijdagmiddag met het kleuterteam. Daar bespreken we wat goed en wat moeilijk liep, schaven we onze didactiek bij. Ook in het kernteam kleuter van het expertgroepje taal ontwikkelen en verfijnen we onze aanpak voor alle kleuterleraren.”

“Net zoals de onderzoeker de vragentrap in mijn klas voordeed, modelleren we die techniek bij nieuwe collega’s. Ze mogen ook bij ons komen kijken, want uit hospiteren leer je veel. Intussen verfijnen we de vragentrap nog. Van elke leraar verwachten we binnenkort dat ze de techniek succesvol toepassen, de kinderen mogen niet uit de lucht vallen bij een nieuwe leraar. Ze kennen meer woorden, verankeren kennis, overwinnen hun spreekangst of worden extra uitgedaagd. Met 1 techniek help je alle kleuters in hun eigen ontwikkeling verder.” 

De vragentrap: samen redeneren

Vragentrap: doevraag - gesloten vraag - open vraag - open denkvraag

Duiding Maxime Bultheel (Expertisecentrum Onderwijs en Leren – Thomas More): “Met de vragentrap – ontwikkeld in het project ELODIE – differentieert en ondersteunt juf Kathleen álle kleuters tijdens een leergesprek. Zo probeert ze de kans dat sommigen wegduiken bij een vraag, te verkleinen. De vragentrap dient in haar voorbeelden vooral om vooraf bepaalde inhouden over te brengen. Ze komt meer te weten over de leerstatus van de kleuters. Welke mate van beheersing is er al? Welke misconcepties zijn er misschien waar ze extra op moet inzetten?”

“Wil je de taal en het samen denken nog meer stimuleren, dan kan je de vragentrap ook gebruiken tijdens een taaldenkgesprek. Daar is die trap vooral voor bedoeld. Je start met een uitdagende denkvraag, zoals ‘Wat zou er gebeuren als iedereen hetzelfde heet?’, ‘Hoe kan je iemand helpen zonder woorden?’ of ‘Waar blijft de maan als het dag is?’ Je hebt geen specifiek antwoord in gedachten maar laat de kleuters vrij brainstormen. Bij een taaldenkgesprek gaat het niet zozeer om juist of fout, maar om het samen redeneren.”

“Hoewel de antwoorden op een denkvraag minder voorspelbaar zijn, kan je de vragentrap daar ook toepassen. Heeft een kindje weinig inspiratie bij de vraag ‘Wat zou er gebeuren als het altijd winter was?’, dan schakel je naar een meer behapbare vraag: ‘Is het in de winter warm?’”

“Die vraag geeft nog altijd aanleiding tot diep denken, het antwoord hoeft niet gewoon ja of nee te zijn. Misschien vinden kleuters dat het hier koud is in december, maar zagen ze op tv dat je in Australië in de zee kan zwemmen met Kerst. Duikt een leerling toch nog weg, dan schakel je naar een doevraag: wijs op een plaat aan waar het winter is en waar het zomer is. Dat kan tijdens dat gesprek, zonder de kinderen in een aparte groep te zetten. Hou de klas samen, want alle kinderen kunnen meedenken terwijl de anderen de open denkvraag beantwoorden.”

Meer info over een sterke leesstart voor alle kleuters vind je op elodie.vlaanderen  Je ontdekt er hoe je letterkennis en fonemisch bewustzijn, taaldenkgesprekken en interactievaardigheden effectief aanpakt. En hoe je woordenschat verbreedt en verdiept.

Lees de leidraad ‘Differentiatie’ die Thomas More (Expertisecentrum Onderwijs en Leren) voor Leerpunt ontwikkelde. Die heeft als focus: convergente differentiatie om onderwijsachterstanden weg te werken in het basisonderwijs.

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter