Vlaanderen
Klasse.be

Video

Begin de lesdag met een proactieve cirkel

  • 29 september 2025
  • 4 minuten lezen

Een gespannen sfeer in de klas na een ruzie. Leerlingen die geen vragen durven stellen. “Met proactieve cirkels speel je daarop in”, zegt expert Daan Heye. “Ze bieden veiligheid en verbinding, de basis om te leren én met conflicten om te gaan.” 

Lees verder onder de video.

Daan Heye, expert herstelgericht werken, Ligand (vzw Oranjehuis): “In de eerste graad vraag ik soms: ‘Wie durft zijn hand niet opsteken wanneer je iets niet begrijpt?’ Schrijnend: 80 tot 90% van de leerlingen antwoordt bevestigend, uit angst om fouten te maken of uitgelachen te worden.”

“Leren vraagt risico’s nemen, moed tonen en fouten durven maken. Zonder psychologische veiligheid lukt dat niet. Enter proactieve cirkels. Die creëren verbinding, en zo ontstaan veiligheid en vertrouwen. Dat zijn de basisingrediënten om tot leren te komen én beter om te gaan met conflicten.” 

“Want je leerlingen brengen ook onrust van buiten de klas mee naar binnen: conflicten op de speelplaats, toestanden op sociale media of zorgen thuis. Zaken die het evenzeer moeilijker maken om te leren.” 

Proactieve versus responsieve cirkels

Daan Heye: “Veel leraren gebruiken cirkels pas bij een conflict. Dat zijn responsieve cirkels, waarin je reageert op incidenten of sluimerende thema’s bespreekt. Ze zijn waardevol, maar onvoldoende.”

“De echte kracht zit in preventie. Volgens de preventiepiramide van Johan Deklerck begint alles met verbinding, vertrouwen en welbevinden. Reageren op incidenten en brandjes blussen lukt beter wanneer die stevige basis er is. Je kan een groep niet herstellen als je die niet eerst hebt opgebouwd. En dat doe je dus met proactieve cirkels.” 

Proactieve cirkels in de klas

Daan Heye: “In een cirkel zitten leraar en leerlingen gelijkwaardig in een kring. De leraar begeleidt en bewaakt structuur en afspraken. Leerlingen krijgen het woord. Iedereen luistert, niemand onderbreekt. Het lijkt eenvoudig, maar het effect is groot: leerlingen voelen zich gezien en gehoord.” 

“Je kan proactieve cirkels op verschillende manieren inzetten. Een korte check-in ’s ochtends helpt leerlingen ‘landen’ in de klas. Een kennismakingscirkel in de gouden weken zorgt dat je klas elkaar leert kennen. Met behoefte- en normencirkels maak je samen gedragen afspraken. In themacirkels bespreek je onderwerpen die spelen in de klas of in de samenleving.” 

Vaardigheden voor het leven

Daan Heye: “In een cirkel ontwikkelen jongeren sociale vaardigheden die ze hun hele leven nodig hebben. Ze leren luisteren om te begrijpen, niet om te reageren. Ze leren wachten op hun beurt en gevoelens in woorden uit te drukken.” 
“Ze groeien ook in verantwoordelijkheid opnemen. Bij uitdagende situaties leg je het eigenaarschap voor de klassfeer weer bij de groep. Leerlingen delen hoe zij de situatie beleven, geven aan wat ze anders willen en welke rol zij daarin kunnen spelen. Leraren nemen die rol vaak te snel over.”

“Die vaardigheden nemen ze mee, niet alleen in de klas, maar ook daarbuiten. Het gaat om competenties die essentieel zijn om samen te leven. Door die eerst in een veilige setting te oefenen, verloopt een herstelgesprek later veel vlotter. Conflicten worden bespreekbaar in plaats van explosief.” 

“Bovendien: proactieve cirkels laten zien dat niemand alleen staat in zijn onzekerheid. Wanneer leerlingen merken dat ook anderen soms onzeker zijn of bang zijn om hun vinger op te steken, groeit het vertrouwen. Die herkenning maakt van een klas een hechtere groep waar iedereen zich durft uiten.” 

Basisregels voor proactieve cirkels

1. Geen feedback op feedback 

De belangrijkste regel. Onrespectvolle reacties, verbaal of non-verbaal, bedreigen de veiligheid. Dan moet je ingrijpen. Maar gedrag afblokken, geeft ook kansen. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je met je ogen rolt bij deze uitspraak. Wat zit daarachter?” 

2. Elke inbreng telt 

Iedereen is gelijkwaardig en krijgt de kans om te spreken. Kernachtig formuleren is nodig. Het is niet de bedoeling dat 1 leerling de cirkel domineert. Lange, saaie cirkels werken niet. 

3. Iedereen komt aan bod

Je neemt het woord niet, je krijgt het. Stimuleer leerlingen om hun stem te gebruiken en verder te gaan dan: ”Ik weet het niet.” 
Een cirkel is niet mislukt als niet iedereen spreekt. Ook luisteren zorgt voor verbinding. In grote groepen kan je doorvragen: “Wie herkent zich in deze uitspraak?” of “Wie heeft dit ook al meegemaakt?” Zo ontstaat verbinding zonder dat iedereen apart hoeft te spreken. 

4. Stel goede, open vragen

De juiste vragen stimuleren reflectie. Pas je vragen aan de leeftijd aan. In de lagere school kan je vragen: “Wat helpt je als je boos of verdrietig bent?” Met oudere leerlingen kan je werken rond thema’s als identiteit en sociale relaties. 

Zo pakt juf Iris het aan in haar vierde leerjaar 

1. Je krijgt het woord 

Gebruik een spreekstok of ander symbool om structuur te geven aan het gesprek. Enkel wie de stok heeft, praat. De anderen luisteren actief. 

2. Je spreekt vanuit je ‘ik’ 

Stimuleer leerlingen om vanuit de ik-boodschap te spreken, zodat ze verantwoordelijkheid leren nemen voor hun eigen woorden en ervaringen. 

3. Iedereen heeft recht op een eigen mening 

Benadruk dat elke leerling recht heeft op een eigen mening, ook als die verschilt van de meerderheid. 

4. Je geeft geen feedback  

Verzeker veiligheid door geen onderlinge feedback toe te laten tijdens de ronde. Reacties of oordelen hebben geen plaats in de cirkel. 

5. Gebruik positieve lichaamstaal  

Vraag leerlingen om positieve en open lichaamstaal te gebruiken, zodat de spreker zich gehoord en gerespecteerd voelt. 

6. Wat in de cirkel wordt gezegd, blijft in de cirkel. Behalve …  

Maak duidelijk dat alles wat in de kring gedeeld wordt vertrouwelijk is, behalve wanneer er ernstige of zorgwekkende zaken aan bod komen. In dat geval bespreek je dit verder met collega’s, ouders of externe partners, steeds in het belang van de leerling.  

7. Je mag passen 

Respecteer het recht van leerlingen om te passen als ze niet willen antwoorden op een vraag. 

8. Je mag in de buitencirkel gaan zitten 

Bied een uitwijkmogelijkheid aan: leerlingen mogen in de buitencirkel plaatsnemen wanneer ze tijdelijk willen observeren in plaats van actief deelnemen. 

Robin De Vries

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter