Zo doen zij het
Gezondheid op school: “Focus groeit met fruit en fietsen”
In basisschool Sint-Lutgardis in Zandbergen is gezondheidsbeleid veel meer dan ‘losse acties’ op de kalender. “Bewegen, gezond eten en je goed voelen: daar besteden we elke dag aandacht aan voor onze leerlingen én ons team”, zegt directeur Stefan.
© Alexandra Bertels

Op de parking van basisschool Sint-Lutgardis zijn fietsen alomtegenwoordig. Auto’s voelen er als indringers. Dus stop ik mijn autosleutel diep in mijn zak en sluip ik van de parking. Net dan komt leraar Nele aangereden op haar leasefiets. “Het is geen elektrische, ik woon in de buurt en moet geen steile heuvels op. Naar school trappen is veel leuker dan de stresserende ochtendspits trotseren in je auto. En na de lesdag waaien samen met je haren ook je zorgen weg van onder je helm.”
Nele gidst me naar het bureau van directeur Stefan. Aan de muur foto’s en artikels van fietsende leerlingen, affiches van de Strapdagen en een sportieve solidariteitsactie van de directeur zelf. “We hebben geen seconde getwijfeld om meteen mee te springen in het fietslease-verhaal. Het was even pittig: met het schoolbestuur overleggen, voorwaarden vastleggen, een leasemaatschappij zoeken. Maar we doen dit met volle overtuiging. De afgelopen 3 jaar staken we veel energie in een gezondheid op school voor onze leerlingen én voor onze leraren.”
“Meer veerkracht en energie, minder stress: een kleine greep uit positieve effecten van investeren in gezondheid op school. Tel daarbij de stijging van overgewicht en mentale problemen bij jongeren en je snapt waarom we erop inzetten. Door onze leerlingen mee te nemen in een verhaal van fysieke, mentale en sociale gezondheid hopen we ze te lanceren voor het leven.”

Bewegen in het groen
Stefan neemt me mee naar de ruime speelplaats met voetbalgoals, basketringen en hinkelpaden op klinkers. “Onze school telt 145 leerlingen. De ruimte op de speelplaats nodigt onze kleuters uit om met loopspelletjes kleuren en letters extra in te oefenen. De jongste leerlingen fietsen op hometrainers, oudere kinderen voetballen, klimmen of rennen.”
Stefan opent een kleine deur in de hoek. Vanop de speelplaats belanden we in het groen. Vogels fluiten, de klas lijkt ver weg. “We investeerden stevig in deze tweede speelplaats: loopparcours, groot voetbalveld, houten speeltuigen en een wilgenhut met boomstronkbankjes. Aan de muur bouwen we een klimparcours. De meeste leerlingen bewegen graag. En thuiskomen met een vuile broek? Dat zijn de ouders intussen gewoon.”
“Tijdens de lessen zetten we onze leerlingen hard aan het werk. Tussendoor verdienen ze ruimte en groen. Zeker op het platteland – luxe, dat beseffen we – lukt dat. Zo komen ze tijdens het spelen in de natuur tot rust en er zijn minder conflicten tijdens de pauzes. In de klas merken de leraren na een speeltijd dat de focus weer juist zit.”

Samen onderweg
Op de terugweg lopen we opnieuw juf Nele, de L.O.-leraar, tegen het lijf. Haar turnzaal ziet er niet opvallend anders uit. Op één detail na: hier staan 10 fietsen in verschillende maten. “Vanaf het derde leerjaar rijden we met de fiets naar het zwembad. 5 kilometer op de trappers, dan zwemmen, daarna de terugrit: onze leerlingen zijn gelanceerd richting triatlon. Wie zonder fiets is, kan er eentje lenen”, vertelt Nele.
“Veiligheid gaat boven alles. Daarom oefenen we in het begin van het schooljaar minstens 3 lessen op de speelplaats. Kinderen leren hun hand uitsteken, veilig geparkeerde auto’s voorbijrijden en alert reageren op iemand die vooraan in de rij remt. Fiets onder controle en fluohesje aan? Dan kunnen we de baan op en trainen we niet alleen onze beenspieren maar ook onze uithouding. De fietsritten dragen ook bij tot het groepsgevoel. Elke leerling draagt verantwoordelijkheid voor de vlotte en veilige tocht. Leerlingen nemen dat ernstig en het doet ze groeien.”
Stefan: “Meer beweging tijdens een schooldag om gezondheid op school te bevorderen? Dat vraagt geen meesterbrein. Met de leenfietsen krijgt iedere leerling de kans om te fietsen. Er zijn 2 leerlingen met een zeldzame ziekte op school. Zelfs zij fietsen mee, met begeleiding van hun kinesist.”
Ook bij andere klasuitstappen kiest de school bewust voor actieve verplaatsingen. “Geraken we er te voet of met de fiets, is de eerste vraag die we ons stellen. Je haalt je soms wat meer organisatie op de nek, maar het levert veel op: onderweg ontstaan gesprekken, leerlingen ontdekken hun omgeving en het bevordert hun zelfstandigheid. We merken dat leerlingen sneller initiatief nemen en elkaar makkelijker helpen.”

Een lange fietsketting
“Vóór en na de schooluren activeren we leerlingen ook”, zegt Nele. “Op woensdagnamiddag begeleid ik een groepje leerlingen om nieuwe sporten te leren kennen. Van volleybal tot badminton: als je een sport vindt die je ligt, ben je vaak voor langere tijd vertrokken.”
“4 keer per jaar houden we onze Strapdagen; leerlingen en ouders vragen we om te voet – STappen – of met de fiets – TRappen – naar school te komen”, vult Stefan aan. “We organiseren die ochtenden een ‘fietspooling’: leraren wachten de leerlingen en hun ouders op aan verschillende kruispunten rond onze school. Daarna fietst iedereen in één lange ketting naar school. Die dagen leven hier echt: ouders van peuters nemen de kinderen mee op hun fiets, kleuters fietsen zelf.”
“7 op de 10 leerlingen komen die dag met de fiets, ondanks alle heuvels hier. Dat cijfer halen we natuurlijk niet elke dag. Maar als we door de Strapdagen elke keer een paar ouders en leerlingen kunnen overtuigen om ‘s ochtends niet altijd naar de wagen te grijpen, boeken we een mooie vooruitgang. In het vijfde en zesde leerjaar komt meer dan 75 % van de leerlingen ondertussen dagelijks met de fiets.”

Een beleid dat groeit met het team
3 jaar is Stefan – een fervent fietser – nu directeur. Even lang werkt hij met collega’s aan gezondheid op school. Hun gezondheidsbeleid bevat veel beweging tijdens de pauzes, een extra uur lichamelijke opvoeding elke 2 weken: leerlingen op dat vlak activeren is makkelijker dan dagelijks 3 groenten op het bord krijgen.
Maar ook aan dat stukje duurzame gedragsverandering werkt de school. Door te focussen op een leerlijn over gezonde voeding en milieu, en keuzes in de refter die verder gaan dan slechts 1 keer per jaar frietjes. De school zet in op veggiemaaltijden en biedt via Oog voor Lekkers vers fruit aan. Stefan: “Leerlingen ondervinden wat een seizoengebonden en lokaal voedingsaanbod inhoudt. We vertellen erbij waar exotisch fruit groeit, hoe lang het onderweg is en zoeken naar duurzame alternatieven. ”
Leraren die sporten en gezond eten: zien doen, doet doen
Stefan De Smet
directeur
Kleuterleraar en zorgcoördinator Annelies is erbij komen zitten. “In elke klas koppelen we jaarlijks minstens 1 thema aan gezondheid”, vertelt ze. “We werken met een leerlijn van in de kleuterklas tot het zesde leerjaar. Toegegeven: thema’s als groenten en fruit of de zorg voor ons lichaam zijn niet uitzonderlijk origineel. Maar we spitten ze bewust extra diep uit omdat we ervan overtuigd zijn dat jonge kinderen gezonde gewoonten beter aanleren door herhaling en actieve ervaring.”
“In de kleuterklas leggen we binnen gezondheid op school de nadruk op beleven en ontdekken. Via zintuiglijke ervaringen leren kleuters proeven van groenten en fruit, herkennen ze hun lichaamsdelen, en ontdekken ze hoe belangrijk bewegen en rusten zijn. In het lager onderwijs bouwen we daarop verder. Dan gaan we dieper in op thema’s zoals voeding, hygiëne, slaap, beweging, emoties en mentale gezondheid. We koppelen leerdoelen aan praktische opdrachten zoals een gezonde brooddoos maken, een beweegdagboek invullen of klasgesprekken over schermtijd en slaap. Zo maken we gezondheid op school zichtbaar, bespreekbaar én haalbaar voor elk kind, in elke klas.”

Zien doen, doet doen
Annelies legt uit dat gezondheid op school verder gaat dan het lichaam. “Ons team zet graag in op verbinding. Elke vrijdagmiddag verandert de speelplaats in een dansvloer. De leerlingen en het team kiezen liedjes en dansen samen. Dat initiatief zorgt niet alleen voor beweging, maar ook voor een gevoel van samenhorigheid en plezier. Iedereen kijkt uit naar dat uurtje en zo sluiten we de week positief af.”
Zelf geeft Annelies het goede voorbeeld. Ze fietst naar school, danst mee op vrijdag en eet fruit in de klas. “Zien doen, doet doen”, lacht Stefan. “Daarom moedigen we alle collega’s aan om te bewegen, gezond te eten en dat ook te tonen aan leerlingen. Geen verplichting, wel een uitnodiging. Wij vinden dat het werkt: wie zelf energiek voor de klas staat, inspireert de leerlingen. En allemaal samen bewegen draagt bij tot een veilige sfeer op school.”
“We maken graag samen school”, vult Stefan aan. “Dus geven we leerlingen inspraak. Tijdens de middagpauze organiseren zij samen sport- of spelactiviteiten. De leerlingenraad deelt ideeën voor nieuwe toestellen of acties. En ook (groot)ouders betrekken we actief. Tijdens de Strapdagen of sportevenementen steken ze een handje toe. We krijgen geregeld positieve reacties: ‘Mijn kind is rustiger sinds het meer beweegt’ of ‘Onze kleuter probeert thuis vaker groenten.’”
© Alexandra Bertels

En de resultaten?
“We startten eerst klein met ons gezondheidsbeleid op school: een extra uur bewegen, fruit op woensdag, daarna kwamen de fietspooling en de ritten naar het zwembad. We gaan stap voor stap. Verandering lukt als je ruimte en onderbouw voorziet én als je de resultaten zichtbaar maakt”, zegt Stefan. “Het team maakt keuzes: waar willen we op inzetten, wat kunnen we dragen? We willen geen extra taken op het bord van leraren. Daarom integreren we gezondheid op school in de dagelijkse werking. Zo wordt het duurzaam.”
“We merken effecten op verschillende vlakken: leerlingen zijn fitter, kunnen zich beter concentreren en komen vaker met plezier naar school. En al onze acties zorgen voor veel verbinding. Daardoor zijn ze – naast kringgesprekken en individuele begeleiding waar nodig – een sterke basis voor ons antipestbeleid. Natuurlijk evalueren we geregeld met het team. Daarnaast bevragen we ouders en leerlingen. Met die gegevens sturen we bij. Inzetten op gezondheid op school is geen project met een einddatum, maar een permanente keuze. Eentje waarvan we geloven dat die echt het verschil maakt voor onze leerlingen.”
Log in om te bewaren






Laat een reactie achter