Vlaanderen
Klasse.be

Met je Lerarenkaart

Op klasuitstap naar het Museum Dr. Guislain in Gent 

  • 20 november 2025
  • 7 minuten lezen

19 derdejaars uit LAB Sint-Niklaas kozen in Gent een klasuitstap aan het Museum Dr. Guislain. Redacteur Ine volgde in hun spoor, en zag de verwondering op hun gezichten terwijl ze door de 19e-eeuwse psychiatrische instelling wandelden.

Gids Femke loodst de leerlingen op klasuitstap naar Museum Dr. Guislain naar de eerste kamer in het oude gebouw. Een lichtrijke en huiselijke ruimte, met een overdaad aan sfeervolle plantjes en een biljarttafel in het midden. Het Museum heeft de tentoonstelling ‘Eigen Huis’ in een nieuw en meer interactief jasje gestoken, op maat van scholen. De leerlingen mogen meteen aan de slag: “Waar staan we hier? Wat valt jullie op?” vraagt Femke. “Het lijkt een speelkamer!” lacht Victor-Louis. “Klopt, het is een ontspanningsruimte”, zegt Femke. “Dokter Guislain hechtte veel belang aan een huiselijk interieur: hij wou geen strenge en kille ruimtes, maar kamers die zorgzaamheid en zachtmoedigheid uitstralen.”   

Het ziekenhuis werd in 1857 gebouwd, in een tijd waarin mensen met psychiatrische kwetsbaarheden veelal onzichtbaar werden gemaakt voor de maatschappij. Guislain wilde het anders aanpakken. “Hij bleef de mens áchter de psychische problemen zien”, legt Femke uit. “Die visie schemert ook door in het gebouw: in andere psychiatrische instellingen uit die tijd zetten tralies voor de ramen om te vermijden patiënten erdoor zouden kruipen, hier worden de ramen in stukken verdeeld. Zo blijft het veilig, maar heerst er ook een warme sfeer.”  

Op post-its schrijven de leerlingen de namen van ruimtes op waarvan zij denken dat die in een psychiatrische instelling thuishoren, en plakken ze op een plattegrond van het gebouw. “Een badkamer”, “een therapieruimte”, “een apotheker”, “een bibliotheek” en “comfortabele bedden” zien we stap voor stap verschijnen. “Dat is een heel goede”, zegt Femke over dat laatste. “Voldoende en goed slapen is erg belangrijk voor het mentale welzijn.”  

Even verderop zien we nog een voorbeeld van de relatie tussen de psychiatrische instelling en de zorgzame architectuur. Een groot, metalen hek schermt de treden van de trap af, maar doet dat zonder een beklemmend gevoel te geven. “De zachte vormen en lijnen in de structuur zorgen voor een mildheid”, zegt Femke. “Tegelijk vormt het hek een bescherming voor mensen die van de trap zouden willen springen. Dat was de filosofie van Guislain. Het gebouw is ontworpen om de patiënten te beschermen op een zo menselijk mogelijke manier.”  

“Hoe geraakten mensen in een rolstoel dan naar boven?” vraagt een opmerkzame Liyanno. “Op rolstoelen is deze trap inderdaad niet voorzien”, beaamt Femke. “De mensen werden door de zorgverleners naar boven gedragen. Intussen is er gelukkig een lift.”  

Kamer vol koffers 

Een volgende kamer is tot de nok vol gevuld met oude, bruine reiskoffers. De leerlingen kijken hun ogen uit. Elke koffer staat symbool voor een patiënt die een tijd in het ziekenhuis heeft doorgebracht. De leerlingen stellen in groepjes een patiënt voor aan de anderen: de ene heeft er slechts enkele maanden verbleven, de andere meerdere decennia. De ene heeft de diagnose alcoholisme gekregen, de andere schizofrenie. Nog iemand anders wordt gediagnosticeerd met de term ‘imbeciel met halfzijdige verlamming’. “Ocharme”, laat Nore zich ontvallen. “Dat is zielig.” Patiënten komen van overal ter wereld, die van leraren Chanel en Julie zelfs van Japan. Voor verschillende patiënten is het ziekenhuis hun laatste thuis.  

“Valt jullie een gelijkenis op tussen al de patiënten?” vraagt gids Femke. “Het zijn allemaal mannen”, antwoordt Marie-Lou gedecideerd. “En het zijn allemaal arme mensen”, heeft Liyanno onthouden. Vanwege de samenwerking met de Broeders van Liefde is de patiëntenpopulatie inderdaad volledig mannelijk, legt Femke uit, vrouwelijke patiënten vinden een plek bij de Zusters van Liefde.  

De ruimte naast de kofferkamer staat zo mogelijk nog voller dan de vorige. Zij aan zij manoeuvreren de leerlingen langs elkaar, tussen kasten, bureaus, en nog meer kasten. Hier mogen ze snuisteren en op ontdekking gaan: Femke heeft ze de opdracht gegeven op zoek te gaan naar spullen die Guislain gebruikte in zijn therapieën. “Medicatie”, wijst Sidra naar de glazen flesjes en lege potjes kruidenmengsels op een kast. “Geloof”, merkt Liyanno op, terwijl hij naar een hoop kruisen knikt. “Een typemachine voor mensen die niet kunnen zien”, spot Jacqueline. “Muziekinstrumenten”, komt Liyanno nog eens aan het woord. “En heel-heel-heel veel boeken”, besluit Tibo.  

Guislainmunten en -briefjes   

We keren even op onze stappen terug, en komen bij het kloppend hart van het gebouw, of toch een voorstelling ervan: de keuken. Een uitvergrote tafel staat rechtop tegen de muur, aan het tafelblad zitten borden, kopjes en bestek vastgelijmd, alsof ze echt gedekt is. Op een bepaald ogenblik verbleven op de site 1200 mensen, en die moesten natuurlijk allemaal te eten krijgen. De patiënten kookten zelf: het was een van de taken die ze op zich namen, om meer routine in hun dagen te krijgen, en om een gevoel van ‘nuttig zijn’ te creëren. Aan de hand van foto’s ontdekken de leerlingen de andere bezigheden: brood bakken, houtbewerking, voorwerpen smeden en muziek bespelen.  

“Zouden ze die taakjes gratis doen?” vraagt Femke. Hier en daar wat onzekere gezichten, en vooral ja-knikkende hoofden. “Toch niet”, zegt Femke. “De patiënten kregen een kleine compensatie voor hun werk. Guislain had zelfs zijn eigen munt ontwikkeld, waarmee de patiënten dan iets konden kopen in het winkeltje van het terrein.” De ‘Guislain-munten’ en ‘-briefjes’ gaan gretig rond in de tienerhanden.  

“Guislain heeft zijn eigen kleine, illegale handel opgezet”, lacht de gids. “Maar belangrijk was dat het ‘salaris’ voor voldoening zorgde bij de patiënten: je draagt bij, je voelt je gewaardeerd, je bent niet voor niets aan de slag. En het creëerde een gemeenschapsgevoel onder de patiënten.” 

Salon Guislain 

Aan 2 muren in het ‘Salon Guislain’ maken de leerlingen kennis met de tegenstelling tussen arm en rijk uit de 19e eeuw. Nore ontdekt het snel: “In de portretten op de rechtermuur zien we kinderen die erg opgetut en chique zijn. Bij de foto’s aan de andere kant is dat niet het geval.” De leerlingen herinneren zich dat het vooral de armere bevolking was die verzorgd werd bij Guislain. De rijkere mensen trokken naar campus Sint-Alfons, op een andere locatie in Gent.  

Even kruipen de leerlingen zelf in de huid van een kind met psychiatrische moeilijkheden. Ze ontdekken al spelend welke leermiddelen gebruikt werden om kinderen basisvaardigheden als spreken en tellen bij te brengen. Varianten op domino en telramen passeren de groepjes. Hoe moeten ze de spelletjes spelen? Oscar legt het spel van zijn groepje uit: “Je krijgt een kaartje met een afbeelding en de naam van een dier, en dan moet je die samenleggen op de juiste plaats op het bord. Zo konden de kinderen het dier zelf en de naam ervan leren visualiseren.” “Ik kan het zelf niet beter uitleggen”, lacht Femke.  

Zaal der Geschriften  

In de laatste zaal staan dagboeken, tekeningen en kunst centraal. In groepjes gaan de leerlingen op zoek van welk boek of tekst zij een fragment hebben gekregen. “Wie van jullie houdt er een dagboek bij?” vraagt Femke. Een paar vingers schieten de lucht in. “Dokter Guislain gaf ook soms de opdracht aan patiënten om een dagboek bij te houden”, vertelt de gids. “Waarom zou hij dat doen?” “Kunst is ook een vorm van therapie”, knikt Liyanno naar de tekeningen. “Als je de juiste woorden niet weet te vinden, kan je op deze manier je gevoelens uiten.” Met een extra dosis empathie in hun rugzak keren de leerlingen weer naar Sint-Niklaas.  

Over het Museum Dr. Guislain 

In het Museum Dr. Guislain komen geschiedenis en actualiteit samen. Het museum over psychiatrie is een herinneringsplek én een laboratorium, waar wordt geëxperimenteerd, bevraagd en getoetst en waar via getuigenissen, archiefstukken, kunst en fotografie de gelaagdheid van de menselijke psyche onthuld wordt. 

  • Museum Dr. Guislain – Jozef Guislainstraat 43B – 9000 Gent 
  • 2 euro korting met je Lerarenkaart. Je betaalt 8 euro in plaats van 10 euro. 
  • Leerlingen jonger dan 12 jaar mogen het museum gratis bezoeken. Oudere leerlingen betalen 1 euro per persoon. Een rondleiding van 1 uur met een gids kost 40 euro. Een workshop bij de rondleiding kost 30 euro extra. Reserveer een bezoek met je klas steeds 2 weken vooraf. 
  • De leerlingen van leraren Chanel en Julie volgden de rondleiding van de expo ‘Eigen huis’ met een gids. Je kan ook een extra workshop volgen. Het volledige aanbod van Dr. Guislain voor je klas kan je bekijken op museumdrguislain.be, waar je ook kan reserveren. 

Ine Gillis

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter