Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Onderzocht: “Technologie-ondersteund leren wérkt”

  • 11 juni 2019
  • 5 minuten lezen

Of technologie in hun lessen écht leerwinst biedt? Daar wilden 3 secundaire scholen wetenschappelijk bewijs voor. Ze dienden zelf hun vraag in bij ITEC, onderzoeksgroep van Imec aan de KULeuven campus Kortrijk. Specialist Marieke Pieters en de leraren onthouden 5 conclusies uit hun onderzoek.

Specialist Marieke en leraren Christian en Sarah

Het RHIZO Lyceum OLV Vlaanderen in Kortrijk heeft al een paar jaar een future classroom waar leerlingen in leerzones werken en via gedeelde schermen intensief samenwerken. Leraren en leerlingen zijn enthousiast. Maar biedt die vorm van lesgeven ook echt leerwinst, vroeg de school zich af. Met die onderzoeksvraag trok ze naar KULeuven campus Kortrijk.

De universiteit opende daar in 2017 Edulab, een leerruimte waar nieuwe onderwijstechnologieën centraal staan. Er liep in samenwerking met onderzoekscentrum Imec ook al onderzoek naar technologie-ondersteund leren in het hoger onderwijs via het Lecture+ project. Daar kon de school bij aansluiten, samen met 2 andere innovatieve secundaire scholen die op zoek waren naar wetenschappelijke onderbouwing van hun technologie-ondersteunde project: de Sint-Paulusschool campus College uit Waregem (internationaliseringsproject) en het Sint-Lodewijkscollege uit Brugge (vakoverschrijdende projecten en CLIL). Barco en Televic Education werden ingeschakeld als industriële partners.


5 conclusies:

1. Leerlingen willen het (maar niet allemaal)

Marieke Pieters (onderzoeksgroep ITEC): “We startten het project met een enquête bij meer dan 1000 leerlingen uit de 3 secundaire scholen. We wilden weten hoe zij staan tegenover technologie-ondersteund en innovatief onderwijs én wat hun ervaring is in de praktijk. Bijna alle ondervraagde jongeren zijn positief, ze verwachten dat ook, maar ze krijgen het veel minder dan ze zouden willen. Een duidelijke kloof dus. Opvallend: een kleine groep leerlingen zit er niet op te wachten. Begrijpelijk, je kan niet meer passief luisteren in je bank, je moet actief aan de slag.”

2. Leraren moeten durven én loslaten

Marieke Pieters: “Er is nog koudwatervrees bij scholen en leraren. Momenteel zijn het de early adopters die de kar trekken, de grote groep wacht af. We hopen hen met de resultaten van dit onderzoek over de streep te trekken. Stapje voor stapje. Want technologie-ondersteund leren wérkt. Leerlingen zijn gemotiveerder, werken zelfstandiger, werken beter samen, gaan dieper in op de leerstof, leren werken met technologie waar ze later op werkvloer ook mee aan de slag moeten …

Leraren moeten wel opnieuw een beginnersmindset hebben, durven experimenteren en bijsturen. Ze moeten loskomen van het klassieke lesgeven, hun didactiek waar nodig aanpassen. Soms de controle over het leren van hun leerlingen ook voor een stuk loslaten, en dat doen ze niet graag. Terwijl de mooiste dingen ontstaan als je dat laat gebeuren, blijkt uit ons onderzoek. De technologie helpt je trouwens om alles goed op te volgen, elke activiteit van leerlingen wordt gelogd, het is heus niet altijd vrijheid blijheid. Je hebt bovendien gefundeerde en geregistreerde data om bij te sturen wanneer het nodig is. Je leert iedere leerling ook beter kennen, niet enkel de voortrekkers die in de klas meestal het woord nemen.”

3. Technologie is het middel, niet het doel

Marieke Pieters: “Innovatie door middel van ICT-integratie staat centraal in de projecten van de 3 scholen, maar de technologie is uiteraard niet het doel op zich. Technologie wordt ingezet als middel om goed les te geven. We vertrekken altijd vanuit de didactische vragen die leraren hebben.”

Christian Gobert (leraar economie, Sint-Paulusschool): “Onze school zet sterk in op internationalisering, we doen veel uitwisselingen via Erasmus+. We hopen om via technologie makkelijker in contact te blijven met onze leerlingen in het buitenland. Ik testte voor het onderzoek de virtual classroom uit, waarbij ik in Edulab lesgeef, terwijl mijn leerlingen in Waregem de lessen volgen. Ik zie ze op individuele schermen voor mij, kan in interactie gaan … Het voelt aan als een echte klas, ik voel me echt tussen hen in staan. En technisch werkt alles perfect, moeilijk is het niet. Ik zie er veel potentieel in. Je kan leerlingen die om het even waar in de wereld wonen of ziek thuis zitten, laten inloggen in je lessen. Ik ben overtuigd van de meerwaarde, al kan je natuurlijk niet elke les op die manier geven. De technologie verbetert ook voortdurend, momenteel werken ze zelfs aan camera’s die de bewegingen van de leraar volgen in de klas.”

Loth Van Den Ouweland deed samen met professor Jan Vanhoof onderzoek naar onderpresterende leraren
Marieke Pieters: “Experimenteren is de controle over het leren wat loslaten. Dat doen leraren niet graag. Uit ons onderzoek blijkt nochtans dat zo de mooiste dingen ontstaan.”

4. Technologie die wegvalt, wordt gemist

Sarah Michiels (leraar aardrijkskunde, RHIZO Lyceum): “Leerlingen die in groepjes werken kunnen in onze future classroom schermen delen. Uit het onderzoek blijkt dat ze zo beter samenwerken. In plaats van de opdracht onder elkaar te verdelen en de losse stukjes aan elkaar te plakken, gaan ze als groep aan de slag. Er is veel meer interactie. Ze blijken de leerstof ook beter te beheersen in vergelijking met de groepjes die zonder de gedeelde schermen werken; daar kennen de leerlingen vooral hun eigen deeltje. Opvallend is ook dat oudere leerlingen, die schermdelen al gewoon zijn, dat missen als ze niet op die manier kunnen samenwerken. Werk ik nu áltijd zo? Nee, het is gewoon een waardevolle aanvulling. Een goede mix van werkvormen blijft belangrijk, naargelang van wat je wil bereiken. Maar als technologie daarbij kan helpen, graag!”

5. Gebruikservaringen delen is cruciaal

Marieke Pieters: “Dit onderzoeksproject is tegelijk ook een implementatieproject. We hopen door technologie in de scholen te brengen leraren warm te maken. Als een collega zegt ‘ik heb het gedaan en het ging goed’, werkt dat veel beter dan een nascholing. De leraren die meedoen zijn onze ambassadeurs, net als de leerlingen. Als zij enthousiast vertellen over een technologie-ondersteunde les in een vorig lesuur, dan prikkelt dat hopelijk de leraar van het lesuur erna. Gebruikerservaringen zijn dus cruciaal, ook voor de bedrijven die meewerken; zij leren heel wat bij door de feedback van leraren en leerlingen, zodat ze hun technologieën nog beter kunnen laten aansluiten bij wat er didactisch interessant en zinvol is. Win-win voor iedereen. En boeiend work in progress.”


Lees alle resultaten van het Lecture+ onderzoeksproject en heel veel bruikbare tips om concreet met technologie aan de slag te gaan in je lessen, ook zonder dure apparatuur.

Of dien zelf een onderzoeksproject in bij ICON (Interdisciplinair Coöperatief Onderzoek).

Kristien Verbist

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


W

Wilfred Rubens

21 juni 2019

Het valt me op dat deze vijf conclusies eigenlijk helemaal niets zeggen over ‘leerwinst’, over de oorspronkelijke onderzoeksvraag. Prima dat leerlingen en participerende docenten enthousiast zijn. Maar wat is de leerwinst? Daarvoor moet je kijken naar enkele toelichtingen bij de vijf conclusies:

1) Leerlingen blijken de leerstof beter te beheersen in vergelijking met de groepjes die zonder de gedeelde schermen werken.
2) Leerlingen zijn gemotiveerder, werken zelfstandiger, werken beter samen, gaan dieper in op de leerstof, en leren werken met technologie die zij als werknemer ook gaan gebruiken.

Dat zijn inderdaad positieve bevindingen.

Belangrijk om je hierbij te realiseren:

- Het gaat om een specifieke didactische aanpak waarbij technologie tijdens de les wordt ingezet.
- De conclusies zijn gebaseerd op een experimenteel onderzoek van beperkte omvang, en een vragenlijst waarin gekeken is naar de houding van leerlingen ten aanzien van deze aanpak.

Op basis hiervan zou ik terughoudend zijn met de conclusie van Klasse: “Technologie-ondersteund leren wérkt”.

Reageren

Laat een reactie achter