Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Naar het hoger onderwijs: zo zet je kwetsbare leerlingen op weg

  • Laatste wijziging: 25 april 2023
  • 8 minuten lezen

Leerlingen die opgroeien in kwetsbare omstandigheden hebben het bij de overstap naar hoger onderwijs beduidend lastiger dan hun leeftijdsgenoten. Hoe zorg je er in het secundair al voor dat je leerlingen later niet verloren lopen? 4 tips van Talha Yildiz, directeur van Lucernacollege Campus INNOVA in Anderlecht en Mattijs Messely, Domeinverantwoordelijke Inclusie & Diversiteit KU Leuven Stuvo.

Illustratie over zelfbeeld en zelfvertrouwen

1. Werk aan zelfbeeld en zelfvertrouwen

Versterk je leerlingen en verklein de thuisimpact. Leerlingen die zichzelf kunnen inschatten en in zichzelf geloven, komen verder.


Talha Yildiz: “Heel wat van onze leerlingen groeien op in een moeilijke context. En hun ouders missen de bandbreedte om met een heldere blik naar de toekomst van hun kinderen te kijken en hen te helpen om hun ambities waar te maken. De leerlingbegeleiding draait hier op volle toeren om dat te counteren. Want hoe sterker je leerlingen staan, hoe kleiner de impact van hun thuissituatie. “

“Ons publiek heeft overwegend Noord-Afrikaanse roots, wat overeenstemt met de realiteit in Anderlecht. In onze school vind je meer dan 40 nationaliteiten. Maar leerlingen benaderen op basis van hun etnische afkomst werkt stigmatiserend. Het zegt ook heel weinig. Het opleidingsniveau van de ouders en de socio‑economische thuissituatie zijn wél relevante factoren.”

“We proberen die ouders te versterken met kleine initiatieven, zoals taallessen voor de moeders of infomomenten rond studiekeuze. Toch heb je vooral invloed op je leerlingen. Als zij stevig in hun schoenen staan, maken ze zélf het verschil.”

Mattijs Messely: “Aandacht voor welbevinden mag niet stoppen aan de poort van het hoger onderwijs. Onderzoek en ervaring leren ons dat studenten met een migratieachtergrond zich minder snel identificeren met hun universiteit.”

“Ze vinden het belangrijk dat ze met vragen over de leerstof bij iemand terecht kunnen, maar tegelijk vinden ze het een voordeel dat ze aan een grote universiteit minder snel in de kijker lopen. Cruciaal dus dat je ze een vertrouwde omgeving biedt waar ze wél durven aankloppen voor hulp.”

Zonder referentiepunten of advies van hun omgeving missen sommige leerlingen inzicht in hun eigen capaciteiten

Talha Yildiz
Directeur van Lucernacollege Campus INNOVA in Anderlecht

“Dat betekent niet dat we voortdurend acties opzetten die zich specifiek richten op studenten met een migratieachtergrond. Studenten willen geen aparte behandeling op basis van hun roots. Dat is maar 1 aspect van hun identiteit.”

“Moslima’s hebben vaker vragen over residenties waar uitsluitend vrouwelijke studenten verblijven, en het voelt vertrouwd als je je kan aansluiten bij een studentenvereniging waar je mensen met dezelfde achtergrond tegen het lijf loopt.”

“Maar als je inzet op de relatie tussen docent en student, op een leefbare campus of heldere communicatie, is dat positief voor élke student. Inclusieve maatregelen voor alle studenten, en op maat van specifieke doelgroepen waar nodig.”

Talha Yildiz: “We werken op school ook aan een realistisch zelfbeeld. Veel leerlingen onderschatten zichzelf en durven niet hoog genoeg te mikken. Wat je op het eerste gezicht misschien niet zou verwachten, is dat een deel van onze leerlingen zichzelf ook óverschat.”

“Zonder referentiepunten of advies van hun omgeving missen sommige leerlingen inzicht in hun capaciteiten. En hun ouders volgen hen in die droom omdat ze zelf te weinig weten over het hoger onderwijs. Een bso-leerling die advocaat wil worden? Niet onmogelijk, maar dan toch via een realistisch traject met voldoende tussenstappen.”

“De vijfdejaars maken we wegwijs in het landschap van het hoger onderwijs. De basis: het verschil tussen een professionele en een academische bachelor, hoe studiepunten werken. Zo kunnen die ideeën al insijpelen voor ze hun laatste jaar aanvatten. En begint de denkoefening voor onze zesdes al in september.

“Op die manier gaan ze sneller met vakleraren in gesprek om hun toekomstbeeld aan de realiteit te toetsen. Veel van onze leerlingen kiezen voor een economische richting omdat ze daarin een manier zien om ‘vooruit te komen’. Vaak beseffen ze niet dat de talencomponent daar een struikelblok kan vormen en dat ze in een wetenschappelijke richting net méér kansen creëren voor zichzelf.”

“”Vorig jaar legden 2 leerlingen het ingangsexamen geneeskunde af. Allebei geslaagd: een teken dat ze er inhoudelijk klaar voor waren én zichzelf juist hadden ingeschat.”

“Op het einde van het zesde jaar spreekt de klassenraad zich uit over de studiekeuze van onze leerlingen. Natuurlijk hebben we geen glazen bol, maar we kunnen wel inschatten hoe haalbaar hun keuze is. Tijdens een oudercontact gaan de klastitularis, de ouders en de leerling over dat advies in gesprek.”

Mattijs Messely: “Wie voldoende financieel comfort heeft, durft sneller keuzes te maken zonder aan centen te denken. Studenten die het thuis minder breed hebben, zetten hun persoonlijke interesses vaker aan de kant in de hoop op financiële zekerheid. Helaas zie je dat ze daardoor vaker fout kiezen en met een minder optimale motivatie in bijvoorbeeld rechten of economie belanden.”


Illustratie over taal

2. Taal, taal en nog eens taal

Stoom je leerlingen klaar om cursussen te ontcijferen en papers te schrijven in het hoger onderwijs. Vaak is die overgang te bruusk, zeker voor leerlingen met een andere thuistaal.


Talha Yildiz: “Al onze eerstejaars leggen een taaltoets af. Wat blijkt: heel wat leerlingen starten met taalachterstand. Een probleem dat steeds groter wordt als je het door de vingers ziet. Leerlingen spartelen door het secundair met hun beperkte kennis van het Nederlands en stagneren zelfs voor taal.”

“Die achterstand betalen ze cash als ze naar het hoger onderwijs trekken. Daarom staat de vrije ruimte in de eerste en de tweede graad in het teken van taal. We maken ons sterk dat we er tegen het einde van de tweede graad in slagen om die achterstand grotendeels weg te werken.”

“In de derde graad richten we onze pijlen op academisch Nederlands. Door onze leerlingen in elk vak te confronteren met termen en instructietaal die stilaan complexer worden. En met gerichte lessen waarin ze leren hoe je een goede paper schrijft. Vaardigheden die we ze natuurlijk ook meteen laten toepassen.”

Mattijs Messely: “Niet enkel studenten met een andere thuistaal hebben het lastig. Wie een minder typische vooropleiding volgde, ondervindt vaker moeilijkheden. En ook de sociaal-economische achtergrond blijkt een rol te spelen.”

“Daarnaast heb je natuurlijk ‘taal’ en ‘taal’. Denk maar aan examens met meerkeuzevragen: de nuanceverschillen tussen verschillende antwoorden zijn vaak erg klein. Dan moet je heel precies begrijpen wat er staat.”

“Onder andere daarom hebben we een werkgroep taalbeheersing Nederlands opgericht. We zien een grotere instroom van studenten met taalachterstelling. Tektsopbouw en woordenschat lukken prima, maar bij spelling en grammatica gaan ze vaker de mist in.”

“Voor starters bieden we zomercursussen Academisch Nederlands en studievaardigheden aan. Ook lessen Wetenschappelijk Schrijven duiken steeds vaker op in het curriculum. En als student heb je elk academiejaar ook recht op contactmomenten bij het Academisch Schrijfcentrum waar je begeleiding krijgt om je paper uit te schrijven.”


Illustratie over rolmodellen

3. Toon rolmodellen

Eerst zien en dan geloven. Breng je leerlingen in contact met inspirerende rolmodellen met een geloofwaardig verhaal.


Mattijs Messely: “Ons aanvoelen is dat de modale student vaker doorzet vanuit de overtuiging dat alles uiteindelijk wel goed komt. Pionierstudenten – de eersten in hun familie die hoger onderwijs volgen – hebben veel minder vertrouwen in de goede afloop omdat ze geen kracht kunnen putten uit voorbeelden in hun omgeving.”

“Daarom zetten we in op initiatieven zoals de A-crew, een team van pionierstudenten en studenten met een migratieachtergrond. Zij trekken bijvoorbeeld naar scholen om hun verhaal te vertellen.

Talha Yildiz: Leraren met een migratieachtergrond maken een derde uit van ons team. Een bewuste keuze, want zo toon je aan je leerlingen elke dag dat het kan. Die zeldzame rolmodellen wil elke school natuurlijk graag voor de klas, maar ze zijn erg moeilijk te vinden.”
“We nemen deel aan ‘Talent for teaching’, een Brussels project waarbij leerlingen van de derde graad proeven van lesgeven. Intussen staan verschillende van onze oud-leerlingen hier als leraar voor de klas. Een hoopgevend teken dat het werkt.”

“Naast de SID-in organiseren we op school zelf een kleine beurs met oud-leerlingen. Zien dat jongeren zoals jij het waarmaken, is een enorme motivator.”

“Daarnaast nodigen we ook externen uit om met onze leerlingen in gesprek te gaan. Een ingenieur, maar even goed een verpleger. Het is niet onze ambitie om enkel toekomstige advocaten en artsen af te leveren. Wel om elke leerling een pad te helpen kiezen dat aansluit bij zijn talenten, interesses en capaciteiten.”

Mattijs Messely: “Er is nog werk aan de winkel, op alle niveaus. Het is cruciaal dat leraren zélf hoge verwachtingen hebben van hun leerlingen en hun ambities durven voeden. Als Ahmed en Adriaan allebei slecht scoren, krijgt Ahmed toch vaker te horen dat de richting Handel ‘iets voor hem’ is, of dat hij in een tso-richting beter tot zijn recht zal komen.”

“Een uitspraak die gevoelig ligt, maar bij een leerling met een migratieachtergrond blijkt een klassenraad sneller geneigd om de waterval zijn werk te laten doen dan bij een leerling zonder migratieachtergrond.”


Illustratie

4. Dicht de kloof

Bouw een sterk netwerk rond je school. Met bedrijven, hogescholen en socio-culturele organisaties. Zo wordt de overstap naar de ‘echte’ wereld minder groot.


Talha Yildiz: “Veel van onze leerlingen groeien op in een bubbel die nefast is voor hun ontwikkeling. In hun omgeving heeft bijna iedereen een migratieachtergrond en is er veel kansarmoede. De manier van denken en leven die ze daar zien, botst met de wereld daarbuiten.”

“Het gevaar is reëel dat die kinderen afhaken. Het is onze taak om hun wereld open te breken. Onze aso-leerlingen van de derde graad kunnen een week op stage dankzij onze partners. Humane Wetenschappen trekt naar de VRT, de wetenschappers naar Tabloo.”

“Voor de pool moderne talen werkten we al samen met Odissee. Onze leerlingen namen er deel aan een Engelstalig programma. Samen met de studenten van de hogeschool volgden ze workshops en bereidden ze een presentatie in het Engels voor. Zo leerden ze de krachten bundelen met mensen die ze in het dagelijkse leven minder vaak ontmoeten.”

Mattijs Messely: “Als we van integratie een écht succesverhaal willen maken, moet het hoger onderwijs onze maatschappij weerspiegelen. Of dat nu gaat over studenten met een migratieachtergrond, met een functiebeperking of LGBTQI+.”
“Zo krijg je automatisch meer rolmodellen die een zichtbare plek innemen in het onderwijs én het bedrijfsleven. Gaat minder talent verloren en laat je jongeren zien wat allemaal mogelijk is als ze in zichzelf geloven.”

logo Veranderwijs.nu

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Veranderwijs wil innovatieve onderwijspioniers samenbrengen en inspireren. Kriebelt het bij jou ook om iets nieuws uit te proberen? Op www.veranderwijs.nu kan je ideeën vinden en uitwisselen.

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter