Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Zo wordt je instaptraject warm voor kleuters, ouders én leraren

  • 17 oktober 2022
  • 7 minuten lezen

Een warme start voor instappende kleuters, ouders én leraren: hoe pak je dat aan? Katrien Van Laere (VBJK) en Jan De Mets (Steunpunt Diversiteit en Leren) doen onderzoek rond de overstap naar het kleuteronderwijs. Zij gidsen je door een warm instaptraject.

Actieonderzoekers Katrien Van Laere en Jan De Mets: “Instappen doet de kleuter niet alleen. Ook de ouders én kleuterleraren moeten wennen.”

Wat houdt een warme overgang voor startende kleuters en de ouder(s) in?

Jan De Mets: “De sprong voor een 2,5-jarige en de ouder(s) naar de kleuterklas is erg spannend. Alles is nieuw: de mensen, de omgeving, het dagritme, het speelgoed. Wat spanning en onzekerheid is oké, op voorwaarde dat de omgeving zich warm, als één team, duidelijk, oudervriendelijk en op maat van het jonge kind organiseert.”

“Onderzoek onderstreept het belang van emotionele veiligheid, vrij kunnen spelen en ontdekken, respect voor het ritme van het kind, slaap, lichamelijke troost en taalrijke interacties. Voor ouders moet het duidelijk zijn waar en wanneer ze vragen kunnen stellen. Geregeld als team scannen hoe je die cruciale factoren waarmaakt, is belangrijk.”

Waaraan moet een 2,5-jarige zoal wennen?

Katrien Van Laere: “Enerzijds is er de overstap van thuis of de kinderopvang naar school. Anderzijds moet de startende kleuter doorheen de dag wennen aan de overstap- of tussenmomenten op school: van de opvang naar de speelplaats of klas, naar het toilet, naar de refter, naar de slaapklas … waar vaak andere en nieuwe gezichten de pedagogische fakkel overnemen.”

Instapkleuters zijn best schoolrijp. Maar wat betekent dat eigenlijk?

Katrien Van Laere
actieonderzoeker VBJK

Wie moet betrokken zijn bij het instaptraject?

Katrien Van Laere: “Ook de ouders en de kleuterleraar moeten wennen. Je ouders vanaf dag 1 tonen dat je hen ziet als partner verlaagt voor hen de drempel om jouw te contacteren. En met input van de ouders went ook de kleuterleraar snel aan het nieuwe klasgenootje. Handig als je niet zelf moet uitzoeken wat het kind graag en goed doet: knuffelen, bewegen …” 

Jan De Mets: “Tweerichtingsverkeer in je relatie met ouders bevordert constructieve gesprekken. Ook wanneer een moeilijk onderwerp op de tafel ligt. Ouders kan je vragen: ‘Wat stel jij voor dat we doen?’ Wat de ouders vertellen helpt om in de schoolse context dat kind zo goed mogelijk te ondersteunen in zijn groei.’”

Hoe ga je om met de verschillende ervaringen waarmee kinderen binnenkomen in je school?

Katrien Van Laere: “Vaak stellen we ons tijdens een instaptraject de vraag of een kind schoolrijp is. Maar het blijft zoeken naar een definitie van ‘schoolrijp’. Wat betekent dat? Dat het kind al stil kan zitten, zonder tranen afscheid kan nemen, zelfstandig zijn jas kan aantrekken? Dat zijn impliciete verwachtingen die druk leggen bij ouders. Zeker bij gezinnen voor wie school een nieuwe context is.”

“Om meteen gelijke onderwijskansen aan te bieden, is het net interessanter dat de schoolomgeving kindrijp is. Start vanuit het idee dat elk kind al heel wat ontdekt en geleerd heeft voor het op school komt. Het ene kind vindt snel zijn draai. Het andere heeft meer nabijheid en ondersteuning nodig.”

“Maar elk kind is sowieso competent. Of het nu naar de kinderopvang is geweest of niet, of het een kind op de vlucht is dat op 4 of 5 jaar start. Een omgeving creëren waarin elk kind vanuit vertrouwen verder kan ontdekken en bijleren is de ideale start.”

Actieonderzoeker Jan De Mets: “Dankzij wederkerig contact met ouders, wordt een mug nooit een olifant.”

Hoeveel wentijd is nodig?

Jan De Mets: “Het gaat niet om een moment, dag of week. Spreid dat wennen, dat toeleven is een proces dat dagen, weken of zelfs maanden kan en mag duren. En weet dat de wentijd eigenlijk al voor de eerste schooldag begint, vanaf de eerste ontmoeting: tijdens de rondleiding, het inschrijfmoment, de eerste kennismaking in de klas, bijvoorbeeld wanneer de 2-jarige op bezoek komt in de klas voor een speelmoment.”

“Wees gul met het rondstrooien van wenkansen tijdens het instaptraject. En blijf transparant en wederkerig communiceren over hoe het kind functioneert in de klas en hoe het thuis de schoolervaring verwerkt. Pas wanneer je de kleuter in zijn sas ziet rondlopen, de ouders een gevoel van betrokkenheid bij de school ervaren en de professionals het gevoel hebben dat ze het kindje en de ouder(s) al wat kennen, mag je stellen: ‘We zijn afgestemd op elkaar, de klik is er.’”

Ouders zijn divers. Wat is de magische formule om iedereen te bereiken?

Katrien Van Laere: “Besef dat elke ouder zo graag een vlieg in de klas van zijn kind wil zijn. Ouders veel tonen, de klasdeur het eerste half uur openzetten bijvoorbeeld, beantwoordt spontaan heel wat van hun vragen. Plus: door ouders samen te brengen in je klas, leren ze elkaar ook onderling kennen. Zo gaan ze onderling verhalen, vragen en bezorgdheden met elkaar uitwisselen.”

Jan De Mets: “Natuurlijk is het niet voor elke ouder haalbaar om ’s ochtends in de klas aanwezig te zijn. Ga na of een snelle foto of een kort telefoontje tussen de middag haalbaar is. Zien of horen dat je kind na de traantjes een toren heeft gebouwd, of een klik met een vriendje op de speelplaats heeft, stelt een bezorgde ouder gerust.”

“Als school kan je ook een filmavond organiseren waar je ouders toont hoe een kringgesprek, toiletbezoek of een reftermoment verloopt. Ouders smullen van die inkijk. En het voedt ook de kleuterleraar: ‘Knap hoe die de regie van een klas met meer dan 20 kleuters in handen neemt en voor mijn kind zorgt.’”

Wat als je als school ouders liever op afstand houdt?

Katrien Van Laere: “Onderzoek toont dat instappende ouders veel zorgvragen hebben over het fysieke en emotionele welbevinden van hun kind. ‘Mijn kind komt thuis met een volle brooddoos, of met andere kleren aan. Wat is er gebeurd?’ Zonder antwoord ontstaat frustratie en afstand. Of de ouder haakt af en kiest om het kind naar een andere school te verhuizen, of thuis te houden.”

“Negeer hen dus niet, besef dat ook zij instappers zijn en neem hun vragen en zorgen serieus. Zo laat je zien dat ook jij het beste voorhebt met hun kind. Ga daarnaast op zoek naar de ouders die je niet hoort. Heel wat ouders kunnen hun onzekerheid, angst of schaamte niet alleen overwinnen. Stel jezelf voor en vraag wie ze zijn. Een mindset die voor iedereen op school haalbaar is, niet?”

Actieonderzoeker Katrien Van Laere: “Het is niet omdat ouders geen vragen stellen, dat ze er geen hebben.”

Moet de instapleraar voor elke vraag een antwoord klaar hebben?

Jan De Mets: “Natuurlijk kan je niet alle vragen beantwoorden en oplossen. Luisteren is wel een must, want heel vaak is de instapleraar het aanspreekpunt. Is er geen kant-en-klaar antwoord, moet de instapleraar intern even rondvragen, of is overleg nodig voor het antwoord? De ouder(s) vertellen dat je hun vraag of zorg serieus neemt en ermee aan de slag gaat, is vaak genoeg.”

Katrien Van Laere: “Voor zowel de kleuter als de ouders zijn zij de eerste gezichten die nieuwkomers op school ontmoeten. Instapleraren staan aan de start van kersverse schoolloopbanen. Ze bepalen de mindset van ouders, of wederzijds vertrouwen in de school de komende 9 jaren kan groeien. Als schoolbestuur en directie inzien dat je op die plaats geschikte profielen inzet, is belangrijk.”

Als we even naar het buitenland spieken, zien jullie dan kansen om onze instapklas anders en warmer te organiseren?

Jan De Mets: “In heel wat Europese landen zoals Spanje, Zweden en Denemarken vormen kinderopvang en kleuteronderwijs één geheel. Een overstap naar de kleuterklas maken kinderen tussen 0 en 6 jaar er niet mee. Bij ons is een gesplitst systeem: kinderopvang valt onder Welzijn, de kleuterschool onder Onderwijs. Rond 2,5 jaar gaan onze kinderen een pedagogische breuklijn door. Net zoals in Frankrijk. Nergens anders in Europa starten peuters zo vroeg met kleuteronderwijs.”

Ook het eetmoment of spelen op de speelplaats kan een pedagogisch doel hebben

Katrien Van Laere
actieonderzoeker VBJK

Katrien Van Laere: “Ons bewust zijn van die jonge opstartleeftijd is nodig. Het aantal tussenmomenten beperken dat een kleuter tijdens een dag op school beleeft, maar er ook een pedagogisch doel aan geven, daar kunnen we ook bij ons meer werk van maken. Waarom niet in het kleine vertrouwde klasgroepje eten? In die rustige setting is veel talige interactie mogelijk. Op de speelplaats leren kinderen de begrippen klein, groot, hoog en laag. En ook tijdens een zorgmoment kan je actief nieuwe woordenschat aanleren.”

Jan De Mets: “Gekopieerd uit het buitenland zien we ook samenwerkingen opstarten tussen de kinderopvang en kleuterschool. Opvangbegeleiders gaan met de peuters en ouders wennen in de kleuterklas. Maar ook omgekeerd: de jongste kleuters die al een tijd naar school gaan, kunnen af en toe nog eens langs bij de opvang, wat een vertrouwde plek blijft.”

“Praktisch niet evident? Vallen er nauwelijks kindvrije uren te bespeuren om elkaar te ontmoeten? Mogelijk is het wel haalbaar dat kleuterleraren en opvangbelegeiders bij elkaar job shadowen, elkaars werking en aanpak leren kennen, op de werkvloer zelf. Buiten elkaars muren gaan co-teachen. En zo heel wat kansen zien om leren, spelen en zorgen op elkaar af te stemmen.”


Meer achtergrond, tips en inspiratie? Experten Katrien Van Laere en Jan De Mets tippen de inspiratiebundel ‘Warme transitie naar de kleuterschool’, de video ‘Over de streep‘ die 3 instappende kleuters volgt en het boek ‘Warm, welkom en wederkerig.’

Cherline De Maeght

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


J

Jutta Missiaen

18 oktober 2022

Vanuit verschillende hoeken - kleuterleerkracht, brugfiguur, zorgleerkracht, ouders - ondervonden we dat ouders vaak over te weinig informatie beschikken over het reilen en zeilen in de peuterklas/eerste kleuterklas. En dat in de eerste plaats vertrouwen in de school en de klasleerkracht zo belangrijk is om hun kind naar school te laten gaan.
We sloegen de handen ineen met LIGO, twee buurtscholen en de betrokken brugfiguren en dienden een projectaanvraag in waarbij een warm onthaal centraal staat.
Elke dinsdagochtend zijn de ouders van de peuter - en eerstekleuterklas bij ons welkom om de eerste 20 minuutjes van de dag mee te volgen en samen met hun kindje een talige activiteit mee te doen.
Samen met Katleen van LIGO kunnen ze hierna over napraten en wordt er een "les" aan gekoppeld. Daarbij komen allerlei aspecten van de school aan bod (bv het digitaal communicatieplatform, taalstimulering enz). Dit is voor een aantal ouders op dat moment ook een oefenkans Nederlands.
Maandelijks gaan we met een groepje ouders bovendien op pad in de wijk om een kijkje te nemen bij diensten en organisaties die een aanbod hebben voor gezinnen.
We zijn nog maar net gestart met dit project maar het werpt nu al zijn vruchten af. Zowel ouders als kinderen ervaren de school als een warme plek waar ze welkom zijn. De stap om de klasleerkracht aan te spreken is veel kleiner geworden. Omgekeerd zien we ook dat de communicatie tussen leerkracht en ouder vlotter en gemoedelijker verloopt.
Het vraagt wat investering van tijd en energie maar het is een win-win voor alle partijen.

Reageren

Laat een reactie achter