Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Cognitief sterk functionerende leerlingen: hoe versnellen? 5 inzichten

  • 9 november 2022
  • 7 minuten lezen

Cognitief sterk functionerende (CSF) leerlingen hebben vaak meer uitdaging nodig om gemotiveerd te blijven. Vrijstellingen voor vakken of een leerjaar overslaan zijn manieren om die te bieden. Maar hoe organiseer je dat ‘versnellen’ goed? CSF-mentor in het secundair Ignace Ryheul put inzichten uit zijn ervaring.

De klassenraad kan sinds september 2022 vrijer ingrijpen in trajecten van CSF-leerlingen. CSF-leerlingen kunnen vrijgesteld worden van vakken als de klassenraad oordeelt dat de leerplandoelen voor die vakken behaald zijn. Ook kunnen ze versnellen (1 of meer leerjaren overslaan) zonder over het studiebewijs van het onderliggende jaar te beschikken.

De klassenraad bepaalt zelf hoe nagegaan wordt dat de leerplandoelen behaald zijn en kan in de tweede en derde graad secundair onderwijs een studiebekrachtiging (bv. een attest) uitreiken vóór het einde van het schooljaar. Tot daar de theorie, maar hoe ga je nu op een goede manier met die nieuwe maatregelen aan de slag?

Ignace Ryheul is mentor CSF in Sint-Jozef Humaniora in Brugge, een van de 11 ankerscholen van het Project Voorbeeldscholen voor CSF-leerlingen (een samenwerking met Expertisecentrum TALENT, KU Leuven). Uit 10 jaar CSF-ervaring filtert hij 5 belangrijke inzichten die zijn school opdeed.

CSF-leerlingen maken met gerichte ingrepen en begeleiding soms een kwantumsprong vooruit

Ignace Ryheul
mentor CSF

Ignace Ryheul: “Eerst even dit: elk zorgverhaal is tot op zekere hoogte maatwerk. Een universeel stappenplan bestaat niet. Maar CSF-leerlingen maken met enkele gerichte ingrepen en passende begeleiding soms een kwantumsprong vooruit. En die groep van CSF-leerlingen is niet klein. Minstens 10% van alle leerlingen functioneert cognitief sterk. 10%! Dat is 80 leerlingen op een school van 800. De investering waard, lijkt me.”

“En voor de duidelijkheid: Prodia geeft de voorkeur aan de term ‘cognitief sterk functionerend’ ten opzichte van ‘hoogbegaafdheid’. Je kan dit nalezen in het protocol Cognitief sterk functioneren. Met ‘hoogbegaafd’ benoem je enkel de top 2,5% qua cognitieve vaardigheden. Maar niet alleen die leerlingen hebben baat bij meer uitdaging. De bredere term ‘cognitief sterk functionerend’ moedigt scholen hopelijk aan om na te gaan of het reguliere aanbod voor een bepaalde leerling volstaat.”


cognitief-sterk-functionerende-leerlingen-versnellen

1. Plots versnellen geeft blessures

Op schoolniveau

Ignace Ryheul: “Zoals bij hardlopen, schiet je als school het best niet zonder training uit de startblokken. Versnellen zonder eerst een CSF-klimaat te creëren, geeft blessures. Maar net als elk bewustwordingsproces vraagt dat tijd. Gemiddeld minstens 5 jaar. Dat moet je accepteren.”

“Professionaliseer je lerarenteam geleidelijk aan met infosessies, kleine experimenten, voldoende gesprekken en evaluaties. En schenk zeker aandacht aan de weerstand en de hardnekkige mythes over cognitief sterk functioneren. Best lastig! Wat de moed erin hield bij ons: de complimentjes van ouders en leerlingen.”

Op leerlingniveau

Ignace Ryheul: “Ook voor leerlingen is het risico op blessure bij plotse manoeuvres te groot. Maak ze eerst zelfstandig en gedisciplineerd voor ze versnellen. En dat doe je niet in 1-2-3.”

“Bij ons gaat aan een versnelling meestal binnen- en buitenklasdifferentiatie vooraf. Leerlingen worden vrijgesteld van 1 of meerdere vakken. In de plaats daarvan werken ze – in ons CSF-lokaal – aan een wetenschappelijk, taalgericht of creatief project. De leerlingen houden een logboek bij, waarover we maandelijks met hen in gesprek gaan: ‘Hoe pakte je dit aan? Waarom stelde je dat uit? Slaagde je erin een grotere taak in deeltaken op te splitsen?”‘

“Soms wil een leerling versnellen nog voor hij zo’n traject doorliep. Dan stellen we een versnellingsvuurproef voor: de leerling schrijft zich voor 3 vakken in bij de Examencommissie. Die verwerkt hij bovenop zijn reguliere lessen. Ook dat proces evalueren we samen met de leerling.”


2. De leerling op kop

Ignace Ryheul: “Zodra leerlingen aantonen dat ze zelfstandig en gedisciplineerd kunnen werken, kan de klassenraad een positief advies geven. Tijdens de versnelling trekken we begeleid zelfstandig werken zoveel mogelijk door. Dat is leerrijk en motiverend voor onze leerlingen. Maar ook wij profiteren ervan: zo blijft het haalbaar voor leraren. We staan er bijvoorbeeld op dat een versnellende leerling die extra uitleg wil, steeds zelf de hulpvraag stelt. De leerling is dus koploper. Van vakleraren verwachten we enkel actie als de leerling initiatief nam.”

“Maar dat betekent niet dat er geen vangnet is. Het blijven tieners met tienerbreinen. We kunnen van hen nog niet dezelfde communicatievaardigheden verwachten als van volwassenen. Daarom vragen we onze leerlingen om hun proces in een logboek bij te houden en doen we maandelijks een check-ingesprek, net als bij de projecten in binnen- en buitenklasdifferentiatie. En ook hier: steeds met de focus op het proces.”

“Leerlingen die versnellen volgen aanvankelijk ook nog alle lessen van het jaar waarin ze startten. Pas als ze slagen voor een vak, worden ze van dat vak vrijgesteld en kunnen ze de vrijgekomen uren benutten om te studeren in het CSF-lokaal. Dat maakt die beginfase zwaar – hoewel je het ook positief als een uitdaging kan bestempelen – maar zorgt voor risicospreiding. Loopt er toch iets mis met de versnelling? Dan is een leerling nog altijd mee met de reguliere lessen.”

“En om te garanderen dat leerlingen die versnelden het tempo zullen aankunnen, volgen die leerlingen de laatste weken van het schooljaar mee in hun nieuwe klas. Stel dus dat een leerling in de loop van het derde jaar de leerstof van het derde én vierde jaar aflegt, dan volgt die de laatste weken van dat schooljaar in een klas uit het vierde jaar mee.”


versnellen hoogbegaafd cognitief sterk

3. De coach communiceert

Ignace Ryheul: “Die check-ingesprekken voer ik samen met 2 collega’s. Wij kozen voor een klein CSF-kernteam. Zo beperk je de expertise niet tot 1 persoon en kan je onderling afstemmen. Dat is verrijkend. Tegelijkertijd kan je heel flexibel werken. Ons team fungeert in feite als coach: we kennen onze ‘sport’ en ‘trainingsmethodieken, vormen het eerste vangnet voor de leerlingen, en verzorgen de communicatie met alle betrokkenen.”

“Gevoelige gesprekken met leerlingen, praktische gesprekken met ouders, even afchecken met ons zorgteam of het CLB, vakleraren op de hoogte houden via het leerlingvolgsysteem, gesprekken met collega’s om expertise te delen of zorgen weg te nemen en duiding voor de klasgenoten van een leerling die versnelt … Er komt heel wat bij kijken. Creëer daarom tijd om goed te communiceren. Daar staat of valt veel mee. De leraren in ons kernteam krijgen voor die communicatie 1 uur in hun opdracht. Extra uren vrijmaken is voor scholen nooit evident, maar die investering levert op.”

Hoe je communiceert, is ook van groot belang. Heldere afspraken zorgen voor realistische verwachtingen. Zo kennen ouders en leerlingen hun aandeel in het proces. Wij verkiezen gesprekken boven contracten: meer nuance en meer ruimte voor de stem van ouder en leerling.”

“En nee, die mondelinge afspraken leiden niet automatisch tot loze welles-nietesgesprekken. Ik ben ervan overtuigd dat ouders op onze expertise vertrouwen dankzij ons CSF-klimaat. En een negatief advies van de klassenraad? Ook daarmee hebben we nog geen problemen gehad. Benoem eerlijk waar dat advies op stoelt en bespreek hoe de leerling nog kan groeien. Dat accepteren ouders en leerlingen.”


4. Just start 2 run

Ignace Ryheul: “Wees niet bang om iets te doen. Laat je bijvoorbeeld niet tegenhouden door de mythe dat versnelde leerlingen automatisch moeilijk aarden in hun nieuwe klas. Je doet vaak beter iets dan niets. Het allerbelangrijkste is dat CSF-leerlingen zich gehoord voelen. Dat je ze erkent en stimuleert. Wij startten ons eerste versnellingsproces met een leerling van wie we bijna zeker wisten dat hij een vlot traject zou afleggen. Die succeservaring gaf ons de energie om door te zetten.”

En route doe je expertise op. Maar je daarin laten begeleiden, vergroot je kans op slagen. Halen al die start-2-runners de 5 kilometer zonder Evy Gruyaerts aanmoedigingen en tips? Wij steunen op ons lerend netwerk. Loop je tegen een probleem aan? Kijk dan rond. Een andere school dacht misschien al na over hetzelfde probleem. En via de website van Expertisecentrum TALENT kan je gratis leermodules over cognitieve begaafdheid doorlopen.”


5. Leg de juiste sportoutfit klaar

Ignace Ryheul: “Let op: stel beginnen niet uit, maar ga ook niet onbezonnen te werk. Als een loper vertrekt op sandalen, zal hij niet ver geraken. Mijn punt: organiseer je voor je iets belooft. Als er geen stil lokaal is, kunnen leerlingen tijdens hun versnelling niet zelfstandig op school studeren. En als er geen tijd is om regelmatig met je leerlingen samen te zitten, bestaat de kans dat ze verloren lopen in hun versnellingsproces.”

“Oh, en vergeet je fluohesje niet! Je wil ook de veiligheid van je leraren garanderen. We laten vakgroepen zelf kiezen hoe ze evalueren of een leerling de leerplandoelen behaald heeft. Er zijn bij ons 3 opties: de resultaten van de Examencommissie gelden (daar heb je als vakgroep weinig werk mee), of de vakgroepen stellen zelf een evaluatie op, of ze gaan voor een combinatie van beide. Vakgroepen die het dus niet meteen zien zitten om extra evaluaties op te stellen, kunnen terugvallen op de Examencommissie.”


Meer weten?

Tine Jellasics

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter