Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

In de klas bij muziekleraar Jan: “Vals zingen mag. Als je het maar meent”

  • 19 april 2023
  • 6 minuten lezen

Van toonladders ontdekken naar een eigen song in 50 minuten: de leerlingen van Jan Verbeeck  (Don Bosco Gent campus Sint-Pieters) verkennen de blues en spelen meteen zelf muziek. “Leerlingen in een flow brengen, niets klinkt zo zoet in mijn oren.”

Muziekleraar Jan: “De klasvloer is me even dierbaar als het podium.”

Jazzmuziek klinkt luid. Mensen sijpelen binnen. Op een verweerde plankenvloer staan een elektrische gitaar, een piano en een versterker. Een man hangt zijn gitaar om en begint te jammen.

Dit is niet het podium van een Gents jazz- & bluescafé, wel de klas van Jan Verbeeck, naast leraar muziek ook docent en stagebegeleider aan LUCA School of Arts in Leuven. En terwijl de laatste tonen uitsterven, valt ook het geroezemoes van zijn leerlingen stil. “Vandaag leren jullie blues spelen. En dat klinkt zo.” Gegiechel terwijl Jan op zijn gitaar de bluestoonladder verkent. Maar dan zonder veel omwegen naar de oorsprong van de blues overstapt.

“Die intro op de bluesmuziek hou ik bewust kort. Tweedejaars hebben nog iets te weinig ankerpunten om muziekgeschiedenis aan op te hangen, kunnen slavernij moeilijk situeren in tijd en ruimte. Maar wedden dat die blues spontaan opborrelt wanneer dat thema tijdens de lessen geschiedenis aan bod komt?”

Muziekleraar Jan: “Leerlingen die vooraan ‘voor punten’ een liedje brengen: ik mag hopen dat die tijd achter ons ligt.”

Zingen onder de douche

“Rechtstaan jongens: we gaan samen zingen. In de blues mag al eens een valse noot vallen. Als je maar meent wat je doet.” Schuchtere blikken en voorzichtig meelippen wat Jan uit volle borst voorzingt, terwijl hij zichzelf begeleidt op gitaar. Maar al gauw meer gevoel, meer volume, minder gêne.

“Ik waag snel de sprong naar samen zingen en muziek maken. Niet in elke klas lukt dat zomaar. Zingen is heel persoonlijk, iets wat je enkel in een veilige omgeving doet. Onder de douche, akkoord. Maar in de klas? Ik leg gevoel in mijn zang. Toon dat fouten niet bestaan en bied succeservaringen.”

“Ik verwacht niet dat mijn leerlingen meteen juist zingen. Ik verwacht enkel dát ze zingen. En dat ze dat samen doen. Leerlingen die om de beurt vooraan ‘voor punten’ een liedje brengen: ik mag hopen dat die tijd achter ons ligt.”

“Ik volgde de opleiding tot jazzmuzikant aan het Conservatorium van Gent. Aansluitend koos ik voor de lerarenopleiding. Al bij mijn eerste stageles in het reguliere onderwijs wist ik: de klasvloer is me even dierbaar als het podium. Een pedagogisch begeleider zei me: ‘Je enthousiasme voor je klas is aanstekelijk, Jan. Maar krijg jij je leerlingen ook zover dat ze zélf muziek maken?’”

“Haar vraag triggerde me. Hoe kon ik de improvisatietechnieken uit mijn jazzopleiding zo vertalen dat ik leerlingen zonder muzikale achtergrond muziek laat spelen?”

Muziekleraar Jan: “Vakkennis is ook voor een muziekleraar een absolute voorwaarde.”

Stickers op de piano

“En nu is het aan jullie.” In groepjes bedenken de leerlingen zelf een blueslied. “Weer te laat op school, die vervelende zus, bergen huiswerk, de hele wereld tegen jou: een tienerhart loopt over van goeie bluesthema’s.”

Jan gooit mondjesmaat instrumenten in de strijd. Een piano, een melodica, een xylofoon. Stickers vertellen welke tonen thuishoren in de blues. Instinctief verkennen leerlingen de melodie die ze daarnet voor het eerst hoorden. Een meisje krijgt een blitse basgitaar toegestopt. 3 noten toont Jan haar. Terwijl hij naar het volgende groepje holt, laat ze de bluesbas al door het lokaal dreunen.

“In mijn les verschilt de beginsituatie van leerlingen enorm. Muzikanten die elke dag uren aan hun instrument wijden zitten naast kinderen die alleen de laatste popdeuntjes kennen. Maar muziek maak je samen, ook als de verschillen groot zijn. Een beginner vindt het heerlijk als hij eenvoudige ritmes kan drummen. En intussen krijgt die virtuoze klarinettist ook de kans om zijn talent in de klas te tonen.”

De herrie in de klas neemt toe. Een jongen ramt op de lage noten van de piano. Blues, dat wel. Maar vooral storend voor de andere groepjes. Jan neemt over, demonstreert zonder woorden hoe dat instrument meer indruk maakt als je toetsen zacht durft aanslaan.

“Niet elk groepje werkt meteen doelgericht. Groepsdynamiek is een zoektocht. Ik corrigeer, maar wijs niet meteen terecht. Soms is dat een moeilijk evenwicht. Maar straks spookt enkel de bluestoonladder door het hoofd van die jongen. En niet mijn terechtwijzing.”

“Voor veel leerlingen is dit hun eerste echte kennismaking met muziek. Dat maakt de muziekles in het reguliere onderwijs zo democratisch. In Gent lopen heel wat gitaristen rond die bij mij de liefde voor muziek ontdekten. Als ik talent voel, moedig ik mijn leerlingen aan om daar wat mee te doen. En meteen vertel ik erbij dat je niet vanzelf muzikant wordt. Elke dag oefenen, een ander recept is er niet.”

Muziekleraar Jan: “Niets wat zo zoet in mijn oren klinkt als leerlingen die de flow voelen als klanken samensmelten.”

Jimi Hendrix in de klas

“Nog 2 lessen, en dan verwacht ik van elk groepje een afgewerkte song.” De bel snerpt door de blues heen. De meeste groepjes hebben intussen een tekst, de puzzel van instrumenten en melodieën krijgt hier en daar vorm. Die ervaringsgerichte aanpak is best tijdrovend. En toch loont het voor mijn vak. Als ik de leerplannen naast mijn lessen leg, haal ik probleemloos elk doel.”

“Wat niet betekent dat je daarmee in elke les en voor elk vak wegkomt. Om de finesses van de passé composé over te brengen moet mijn collega Frans een stevig theoretisch frame aanbrengen. Vakkennis is ook voor een muziekleraar een absolute voorwaarde. Maar een leerplandoel als ‘leerlingen laten kennismaken met muziek’, kan ook zonder uren theorie. Ik kan dan als gitarist een Jimi Hendrix-ke doen, dat is makkelijk scoren. Of de leerlingen in gang steken. Zodra ze de toonladder en de maat van 4 onder de knie hebben, zijn ze vertrokken.”

“Als we met de hele klas samen muziek maken, kruip ik in de rol van dirigent, zet ik mijn instrument aan de kant. Naar elkaar luisteren, inspelen op wat anderen doen en samen iets goed laten klinken? Collega’s en studenten vinden het in eerste instantie vaak een riskant plan. Maar het kan, als je durft lossen. En niets wat zo zoet in mijn oren klinkt als leerlingen die de flow voelen als klanken samensmelten, die de harmonie horen en samen besluiten: ‘Dat klonk vree wijs, meneer!’”


In zijn lessen maakt Jan Verbeeck ruimte voor vrije collectieve improvisatie. In dit rapport vind je naast lesfiches en korte oefeningen met vrije collectieve improvisatie in de les muziek ook de resultaten van het eerste grootschalige onderzoek naar beleving van leerlingen in het secundair onderwijs tijdens vrije collectieve improvisatie in de les muziek.

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter