Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

Professionalisering: “Van samen leren groeit elke leraar”

  • 23 september 2025
  • 9 minuten lezen

Leraren brengen leerlingen iedere dag tot leren. Maar hoe zit het met hun eigen leercurve? En heeft een directeur impact op de hellingsgraad? Experten Vicky Willegems en Melissa Tuytens leggen uit hoe je als team doelgericht groeit in je job. En maken de staat van professionalisering in ons onderwijs op.   

Portret Melissa Tuytens
Melissa Tuytens: “Directeurs moeten zelf ook genoeg kansen krijgen om te professionaliseren, alleen zo kunnen ze rolmodel zijn.”

Eerst de olifant in de kamer: professionaliseren we te weinig in onderwijs? 

Melissa Tuytens, professor vakgroep Onderwijskunde (UGent): “Concluderen dat leraren niet te motiveren zijn om bij te leren, is veel te kort door de bocht. Bovendien laat een diverse groep aan onderwijsprofessionals zich niet vangen in 1 uitspraak of cijfer.”

“Bijkomende vraag: wat zien leraren zelf als professionalisering? Een formele studiedag met attest achteraf zeker wel. Maar de vakgroep die 4 keer per jaar vergadert en lessen ontwerpt of examens opstelt? En wat met dat onderwijsartikel waarover je met een collega doorpraat?”

Vicky Willegems, lerarenopleider en projectcoördinator Onderzoekende School!? (VUB): “De grote meerderheid van leraren maakt werk van professionalisering, want het hoort gewoon bij de job. Toch vertrekken ze nog te vaak vanuit individuele noden. In je eentje naar een studiedag over klasmanagement heeft zeker nut. Maar zelfs al pendel je met een hoofd vol goede voornemens terug, toch blijft het lastig om ingesleten klasgewoontes te veranderen. Dat vraagt structurele ondersteuning, gerichte teamacties, overleg en veel oefening.”

Samen leren draagt veel sterker bij aan de kwaliteit van de school. Daar knelt het schoentje soms. Directeurs geven aan dat het niet simpel is om iedereen in beweging te krijgen. Een school krijgt bijvoorbeeld signalen dat sommige leerlingen afhaken bij complexe taken en onvoldoende strategieën bezitten om hun leerproces te sturen. Daarom wil ze dat het team werk maakt van zelfregulatie bij de leerlingen. Maar als enkele leraren die urgentie niet delen, twijfelen aan de aanpak of liever bij hun vertrouwde werkwijze blijven, komt een lerende cultuur niet van de grond.” 

Melissa Tuytens: “Gelukkig heb je als directeur een troefkaart. Uit onderzoek weten we dat leraren sneller in gang schieten als ze ervan overtuigd zijn dat hun leerlingen beter worden van hun inspanningen. Aan directeurs om dat duidelijk te maken: als we samen een kleine, doelgerichte stap zetten, boeken onze leerlingen stevige winst.”

Leraren wijzen op tijdgebrek en werkdruk?

Melissa Tuytens: “Leraren willen hun klas niet in de steek laten. Dat primeert op hun eigen professionalisering. En directeurs denken wel 2 keer na of ze een aanvraag goedkeuren als hun team onvolledig is. Je wil niet dat bepaalde klassen een abonnement hebben op de studiezaal. Tijdgebrek en werkdruk steken zeker stokken in de wielen. Maar ze mogen geen excuus worden om niets te doen. Sterker nog: de krachten bundelen en materiaal ontwikkelen dat je in de klas kan gebruiken, is een investering die zich dubbel en dik terugbetaalt.” 

Vicky Willegems: “Als collega’s dagelijks tegen dezelfde uitdagingen aanlopen, zoeken scholen naar creatieve oplossingen. Sommige teams verzamelen de troepen na de schooluren. Maar zelfs al maken ze het gezellig – samen eten, samen leren – toch rijst de vraag: hoe duurzaam is dat?” 

“Bijleren is geen bijkomstigheid, maar een kerntaak. Daarom verdient het een volwaardige plek in de schoolweek. Toegegeven: dat vraagt creativiteit. Misschien kan je een groep leraren wekelijks 2 uur vrijmaken op een vaste namiddag? Door slim te roosteren of door leerlingen projectwerk of lezingen voor te schotelen, komt er ruimte om cyclisch samen te werken zonder dat er lestijd wegtikt.”  

Bijleren is geen bijkomstigheid, maar een kerntaak

Vicky Willegems
lerarenopleider en projectcoördinator
Onderzoekende School!? (VUB)

De inspectie ziet professionaliseren als een van de richtingaanwijzers naar sterker onderwijs. Terecht?   

Vicky Willegems: “Zeker wel. Als schoolteam moet je blijven leren. Niet omdat je niet goed genoeg bent, maar omdat je samen nóg beter wil worden. Alleen zo voorkomen we dat de groeicurve van leraren na een tijdje afvlakt. Want ervaring is waardevol, maar volstaat niet. Je kan onbewust vastzitten in een aanpak die ooit werkte maar vandaag minder effect heeft omdat je publiek evolueert. Of omdat nieuwe onderwijsinzichten en data vragen om bij te sturen.”

Melissa Tuytens: “Professionaliseren is een logische stap naar beter onderwijs. Bovendien blijven leraren die leerkansen krijgen langer in de job. Maar dan mag je professionaliseren inderdaad niet zien als verplichte correctie op je aanpak, wel als groei. Zoals een sporter die weet dat zijn trainingen renderen. Dan wordt bijleren zelfs fijn.” 

Waar start professionaliseren? Samen in de spiegel kijken en een leervraag formuleren?  

Melissa Tuytens: “Ja. Zelfreflectie is de eerste trede. Maar voor je klimt, heeft je ladder een stabiele grondlaag nodig: een cultuur van veiligheid en vertrouwen waarin leraren elkaar kunnen vertellen waarop ze vastlopen. Niets zo nefast als moeten opkroppen dat een werkvorm niet aansloeg of een kind de les stoorde.”

Vicky Willegems: Samen in de spiegel kijken moet een automatische reflex worden. Dan vermijd je dat professionaliseren uitsluitend start na een brandje, bijvoorbeeld als de inspectie werkpunten signaleert. Durf samen de confrontatie aangaan en stilstaan bij vragen als: we denken dat we begrijpend lezen goed aanpakken, maar bevestigen data dat beeld? Of kan het op sommige onderdelen beter?”  

“Die reflectie helpt om doelgerichte onderzoeksvragen te formuleren. Niet simpel maar wel essentieel. Bij de Onderzoekende School?! – een partnerschap tussen VUB-lerarenopleiding en scholen – valt deze vraag vaak binnen: hoe motiveren we onze leerlingen van de tweede graad? Daar worstelen scholen inderdaad mee. Maar dat maakt het nog geen goede onderzoeksvraag.”  

Waarom niet? 

Vicky Willegems: “Omdat ze te breed gaat en uitsluitend kijkt naar waar je tegenaan loopt in de klas. Om tot de echte leervraag te komen, moet je gericht observeren en de juiste data uitpluizen. Misschien blijkt uit een analyse van klassenraadadviezen, rapportcijfers en gesprekken met ouders en leerlingen, dat er geen mooie brug tussen de middenschool en de tweede graad staat. Maar net zo goed kan blijken dat de leerlingen onvoldoende taakgericht bezig zijn of dat je instructie sterker kan.” 

“Als je dat uitklaart, kan je doelgerichter werken. Is de echte vraag ‘waarom haken leerlingen af bij de overstap van de middenschool naar de bovenbouw?’ Dan moeten teams uit beide graden samen analyseren en overleggen. Maar is je vertrekpunt ‘hoe verhogen we met onze instructies de betrokkenheid en taakgerichtheid van onze leerlingen?’ dan werk je beter met lesobservaties en hospiteerbeurten. Alles staat en valt met de juiste vraag. Neem daar voldoende tijd voor.”  

Portret Vicky Willegems
Vicky Willegems: “Hoe motiveren we onze leerlingen van de tweede graad? Dat we die vraag vaak krijgen, maakt het nog geen goede onderzoeksvraag.”

Van webinars tot leergemeenschappen: wanneer leren leraren effectief? 

Melissa Tuytens: “Onze overzichtsstudie uit 2016 o.l.v. Ruben Vanderlinde tikt af op 9 voorwaarden voor effectieve professionalisering. Het rijtje: (1) eigenaarschap, (2) gestoeld op wetenschap, (3) samenhang tussen eigen doelen en die van de school, (4) focus op leerinhouden en vakdidactiek, (5) actief, (6) collectief en (7) aangepast aan de schoolcontext, (8) een sterke trainer en (9) een voldoende langdurig traject. Logisch, maar zeker niet evident.” 

Vicky Willegems: “Doe je aan praktijkonderzoek, dan doorloop je samen een cyclus. Vanuit data, onderzoek en ervaring gaat het via een leervraag naar concrete doelen en acties. Die voer je uit met het team. En daarna meet en evalueer je. De kans is groot dat je op nieuwe vragen botst en een nieuw rondje start.” 

“Scholen schrikken daar soms van. Ze zijn ongeduldig, willen na 10 maanden alle antwoorden én gedragsverandering in de klas. Zo snel gaat het niet. Met de Onderzoekende School?! benadrukken we dat schoolontwikkeling een proces is. Je bent nooit ‘af’ als school, perfectie bestaat niet. Groeien en meten zullen altijd op de agenda staan. Daarom willen we duurzame, jarenlange partnerschappen bouwen tussen lerarenopleiders, onderzoekers, studenten en scholen.” 

Klasbezoeken of werkgroepen opstarten, is andere koek dan ze volhouden. Ligt de sleutel bij de directeurs? 

Melissa Tuytens: “Directeurs moeten een lerende cultuur uitbouwen en maken dat die niet plat valt. Dat staat neergeschreven in het kernprofiel voor schoolleiders. Niet simpel, want onderzoek geeft aan dat onze schoolleiders zich vaker dan internationale collega’s in de haren krabben: hoe trek ik samenwerking tussen leraren op gang?” 

“Moet je dat als een eenzame superheld op je schouders nemen? Zeker niet. Doe het samen met collega’s die wat leiding willen oppakken. En belangrijk: directeurs moeten zelf ook genoeg kansen krijgen om bij te leren, alleen zo kunnen ze rolmodel zijn.”

“Je professionalisering start bij heldere schoolprioriteiten. Maar je moet ook weten wat je leraren nodig hebben. Input uit vakgroepen en functioneringsgesprekken verwerk je in een professionaliseringsplan dat verder kijkt dan morgen. De kunst bestaat erin om persoonlijke ontwikkelingsvragen te verzoenen met strategisch schoolbeleid. Stel: data van Vlaamse toetsen vragen acties rond lezen. En tegelijk vertellen je leraren dat hun leerlingen woordenschat missen? Dan heb je een mooie, motiverende match.”  

Vicky Willegems: “Nog in handen van de directeur: erover waken dat wat leraren leren niet op eilandjes blijft. Dat risico bestaat vooral bij individuele nascholingsdagen, maar ook als een werkgroep haar inzichten niet tot bij alle collega’s krijgt. Differentiëren is de sleutel. Als je timmert aan effectievere instructie, moet die ene collega misschien overtuigd worden, de andere tools krijgen en heeft een derde nood aan lesbezoeken.”  

“We hebben de mond vol van groeiende diversiteit in de klas. Maar ook leraren moet je gericht aanspreken en koppelen. Starters die ervaren leraren aan het werk zien, vullen hun arsenaal aan onderwijstermen en krijgen het signaal dat je best een loopbaan lang leert. Omgekeerd kan de frisse kennis van starters anciens stimuleren om te blijven leren of gewoontes uit te dagen. Zo verklein je de kloof in je team en leert iedereen.”   

Als leraren geen openheid voelen, schrijf samen leren dan maar op je buik

Melissa Tuytens
professor vakgroep Onderwijskunde (UGent)

Hoe belangrijk is externe begeleiding?  

Melissa Tuytens: ”Een externe coach, van onderzoeker tot pedagogisch begeleider, kan heel waardevol zijn. Die hakt onderzoeksvragen in stukjes, legt onderzoeken op tafel, put uit een breed netwerk om mensen te koppelen en geeft krachtige feedback. Maar ik droom ervan dat scholen die taak zelf kunnen opnemen. Via een interne kwaliteitscoördinator bijvoorbeeld, die ruimte krijgt voor intervisie met andere collega’s. Want natuurlijk heeft die niet alle pasklare antwoorden in de achterzak zitten.”   

Vicky Willegems: “Lukt dat bij complexe veranderingsprocessen? Ik twijfel. Want een begeleider moet de interne keuken van de school kennen, maar ook genoeg afstand houden om kritische vriend te spelen. Die moet met een helikopterblik bewaken dat de acties bijdragen aan goed onderwijs en de effecten opvolgen. Die complexe opdracht verdelen over een interne en externe bruggenbouwer, daar zit toekomst in.” 

Welke evoluties zien jullie rond professionalisering in onderwijs?  

Vicky Willegems: “10 jaar geleden fronsten leraren de wenkbrauwen als we data of onderzoeksrapporten meebrachten. Intussen beseffen veel teams dat wetenschap ons helpt om keuzes te maken en geen losse flodders af te vuren. De meeste scholen zijn ook voorbij Excel-lijsten met versnipperde nascholingen. Ze raken steeds meer overtuigd van samen leren binnen de schoolmuren.”

“Toch zijn we er nog niet. Sommige denkbeelden zitten redelijk vast. Studenten aan de lerarenopleiding zien professionalisering vaak als iets individueels. ‘Het gaat toch om mijn groei, niet om die van de school? En bij zij-instromers leeft het idee van de externe studienamiddag nog sterk.” 

Melissa Tuytens: “Dit najaar verschijnt de nieuwe TALIS, het internationale onderzoek van de OESO. Benieuwd of die onze indruk bevestigt dat leraren vaker samenwerken en meer kiezen voor effectieve professionalisering. Uit ons recent onderzoek over vakleraren komt de nood aan samenwerken naar boven. Zowel met collega’s als met het bedrijfsleven. Zo versterken ze de leeromgeving van hun leerlingen en hun eigen pedagogisch-didactische competenties.”

‘Elke leraar maakt fouten. Maar je moet geloven morgen beter te doen, anders ga je je leerlingen verwijten’, vat onderwijskundige Dylan William het mooi samen?    

Melissa Tuytens: “Onderwijs is zo complex dat een perfecte lesdag niet bestaat. Durf als team vrijuit praten over wat verkeerd liep in de les. Zonder oordeel, zonder rollende ogen. Als leraren die openheid niet voelen, schrijf samen leren op school dan maar op je buik. Gelukkig zie ik die cultuur in steeds meer scholen groeien.”

Vicky Willegems: “Leraren moeten niet alleen vertrouwen hebben in hun eigen kunnen, maar ook geloven in de kracht van het team of collective teacher efficacy. Samen willen we onze leerlingen – los van hun achtergrond, profiel, problemen – optimaal klaarstomen voor hun toekomst. Door samen te werken en te blijven leren lukt ons dat morgen nóg beter dan vandaag.”

Bart De Wilde

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter