Vlaanderen
Klasse.be

Tips

Zo start je met routines op school

  • Laatste wijziging: 26 augustus 2025
  • 8 minuten lezen

Directeur Cathy De Raes startte met routines in haar school GO! Technisch Atheneum Lokeren om leraren te versterken in hun klasmanagement. Lees hoe ze dat aanpakte? Plus: krijg 3 tips om met je schoolbeleid weer rust te brengen op de klasvloer.

Directeur Cathy De Raes met haar leraren
Cathy De Raes: “Elke leraar voelt zich soms onzeker als het gaat over klasmanagement.”

Cathy De Raes, directeur GO! Technisch Atheneum Lokeren: “Elke leraar voelt zich soms onzeker als het gaat over klasmanagement. Je merkt het aan kleine dingen: frustraties over ‘slechte’ klassen, de aarzeling om in te grijpen op negatief gedrag, de betrapte blik bij een chaotische klaswissel. Vaak blijft het daarbij. Starters houden het potje gedekt uit angst voor een negatieve evaluatie. En leraren met meer jaren op de teller voelen zich gefaald als ze moeten toegeven dat ze de klas niet in de hand hebben.”

“Toen ik in 2020 in deze school startte, zag ik die negatieve mechanismen regelmatig opduiken. Leerlingen tastten voortdurend grenzen af, lessen verliepen te woelig. Veel leraren leken zich bij die situatie neer te leggen. Rond die tijd las ik ook ‘Regie in de klas’ van Tom Bennett, dat het belang van starten met sterke routines op school onderstreept. Met die bril nam ik een kijkje bij leraren die er ondanks de schoolcontext in slaagden om rust te brengen in hun klas.” 

“Wat in het oog sprong waren de routines bij de start van hun les. We filmden de aanpak van 2 leraren en toonden die aan hun collega’s uit het domein Economie en organisatie in de arbeidsmarktfinaliteit. Zo konden die met eigen ogen zien dat leerlingen die de start van hun les vaak boycotten, met een andere aanpak wél meewerkten.” 

Goed begonnen

Cathy De Raes: “Samen stelden we voor de klassen in het domein Economie en organisatie een startroutine op. Daarna volgde snel eentje voor de start bij praktijkvakken. Want sleutels van de lockers uitdelen, je omkleden en gereedschap nemen: de opstart in een praktijklokaal heeft andere afspraken nodig dan de doorsnee theorieles.”

“Volgende stap in starten met routines op school: ervoor zorgen dat alle leerlingen hun materiaal bij hebben. In onze school een regelrechte ramp: zowat de helft van onze leerlingen uit de arbeidsmarktfinaliteit kwam zonder boekentas, papier of pen naar school. Hoe geef je dan goed les?”

“Altijd je materiaal bij: we hamerden op die afspraak, lichtten de ouders goed in en zorgden voor een stok achter de deur. Wie zijn materiaal 3 keer niet bij heeft, krijgt nu een zakje met schrijfgerief. Dat komt op de schoolrekening terecht. Dankzij die ingrepen zien we vandaag dat zo’n 85% van de leerlingen alles bij heeft.”

“Gaandeweg startten we ook met andere routines op school. Wat doe ik als een discussie uit de hand loopt? Wat is onze aanpak om toetsen uit te delen, af te nemen en weer op te halen? Want rumoer, een overvloed aan vragen, pogingen tot afkijken: al die prikkels ontnemen leerlingen een eerlijke kans om goed te presteren op een toets.”

Geen zinloze regels

Cathy De Raes: “We voeren enkel routines in die een didactische meerwaarde hebben. En leraren krijgen voldoende vrijheid om ze op hun manier in te vullen. We vragen dat elke leraar bij de start van de les voor een rustmoment zorgt. Maar alle leerlingen achter hun stoel laten staan tot het muisstil is: daar zou ik me zelf ongemakkelijk bij voelen.”

“Ook belangrijk: we leggen altijd uit waarom een routine bestaat. Zinloze regels om alle leerlingen keurig in de pas te laten lopen? Dat is de snelste manier om hun motivatie onderuit te halen.”

“Routines zijn nuttig in voorspelbare situaties, zoals het begin of het einde van je les. Maar bij onvoorspelbare situaties heb je er als leraar ook veel aan. Wat doe ik als een leerling zijn smartphone niet wil afgeven? Welke stappen zet ik wanneer een leerling te laat is of ik in een conflict beland? Sta je even met je mond vol tanden of dreigen je emoties het over te nemen, dan kan je teruggrijpen naar die afspraken.”

Directeur Cathy De Raes
Cathy De Raes: “Begrenzen maakt verbinding makkelijker.”

Balans

Cathy De Raes: “Of elke leraar daar meteen in meegaat? ‘Ik kan zo niet werken’, ‘we zitten hier niet in het leger’: die reacties kreeg ik zeker. Maar we streven in onze school naar een goed leerklimaat. Niet naar leerlingen die zitten, leerstof slikken en blind gehoorzamen. En ik merk dat wie zich isoleert, sneller kopje onder gaat in de klas. Leerlingen weten gauw genoeg bij welke leraar ze zonder gevolgen over de schreef kunnen gaan.”

“Ik zie ook leraren bij wie de balans naar de andere kant doorslaat. Heeft een leerling zijn werkboek niet bij, dan is de routine: je vraagt een blaadje uit de papierbak vooraan, noteert mee en schrijft thuis bij in je werkboek. ‘Wat als ze dan niet bijschrijven? Na hoeveel overtredingen grijp ik in? En welke sanctie geef ik?’”

“Wie doorschiet, probeert ook die situaties in routines te gieten. Terwijl we moeten aanvaarden dat er – ook als je routines hanteert – een grijze zone blijft bestaan. Wat telt, is dat elke leraar duidelijk maakt dat het anders moet. Maar maak er geen boekhouding van met streepjes trekken.”

Verbinden en begrenzen

Cathy De Raes: “Kom je rechtvaardiger over op leerlingen als je consequent bent? Wel als het erover gaat dat je steeds dezelfde grens hanteert tussen wat wel en niet kan. Maar altijd en overal dezelfde sanctie voor dezelfde overtreding: dat kan net heel onrechtvaardig overkomen. Een leerling met gescheiden ouders zal vaker dan andere leerlingen een cursus bij 1 van beide ouders vergeten. Neem je die context nooit mee in je reactie, dan zullen leerlingen je beslissing net als onrechtvaardig beschouwen.”

Warm én duidelijk: dat evenwicht is de sleutel voor sterk klasmanagement. Wij noemen het verbinden en begrenzen. Telkens weer herhalen wat mag en niet mag, dat de boeken op de bank moeten, de jassen aan de kapstok en de agenda’s open op tafel: voelt dat voor leerlingen niet heel controlerend? En staat die aanpak dan niet in de weg van een warme band met je leerlingen? Die bedenkingen hoor ik wel eens. En snap ik best.”

“Maar begrenzen maakt verbinding net makkelijker. Want net omdat je het elke dag op dezelfde manier doet, kan je verbinden met je leerlingen. ‘Ik zie dat driekwart van de klas al op zijn plek zit’ of ‘Goed dat jij je boek bij hebt. Jij niet? Kom: blaadje papier, je weet wat te doen, noteer mee.’ De routine helpt je je les zonder weerstand op te starten. Zodat je ook aan je klas kan vragen hoe hun stage loopt. Of iemand met een compliment over zijn nieuwe kapsel kan tonen: ik zie jou.”

“Of het niet warmer is om op maandagochtend te babbelen over het weekend van je leerlingen? Aanvankelijk misschien wel. Maar hoe lang duurt het dan voor je echt met je les start? Hoe groot is de kans dat je je toon – om uiteindelijk stilte te krijgen – tóch moet verharden? En kan je die verbindende babbels niet net zo goed terloops voeren, nadat je begrensd hebt? Leerlingen hengelen naar verbinding en hebben nood aan duidelijkheid. Met heldere routines zorg je voor allebei.”

Zo start je routines op je school: 3 tips 

1. Show, don’t tell 

Cathy De Raes: “Routines van de ene op de andere dag voor je hele school invoeren, lijkt me hoog gegrepen. Start liever met een klein experiment op een plek waar iedereen de nood voelt: een klas waar het fout loopt, een richting met een uitdagend publiek, … Een experiment dat niet bedreigend overkomt op leraren en als helpend ervaren wordt door wie op dat moment een duidelijke nood ervaart.” 

“Werk met voorbeeldfiguren: ervaren leraren met aanzien bij het team die tonen hoe zij het aanpakken. Zodat collega’s zélf vragen beginnen te stellen. Dat voelt als een erkenning, niet als een bedreiging. Top-down routines invoeren of jonge, in de ogen van het team ‘kneedbare’ en volgzame leraren als voorbeeld gebruiken: die weg lijkt op het eerste gezicht sneller, maar de kans dat je nadien veel energie verliest omdat een deel van het team in weerstand gaat, is niet gering.” 

“Eens je een kantelpunt bereikt en collega’s inzien dat een aanpak werkt, kan je als directeur doorpakken en routines schoolbreed verankeren. In onze school – 500 leerlingen – lukte dat in 2 fases: eerst binnen het domein Economie en Organisatie in de arbeidsfinaliteit, daarna in de rest van de school. Ik kan me voorstellen dat die transitie in een grotere school meer tijd vraagt.” 


2. Oefenen, oefenen, oefenen

Cathy De Raes: “Enkele slides op je personeelsvergadering in augustus of enkele pagina’s in een boekje voor startende leraren: verre van voldoende als je routines wil verankeren in elke les. We oefenen routines met het hele team. En als directeur neem ik die sessies vaak op mij: zó belangrijk dat je toont hoe belangrijk je die basis vindt door er zelf het gezicht van te zijn.”

“Blijf routines ook herhalen, jaar na jaar. Verfijn ze, breid ze uit. En bied ze geregeld in een ander format aan. Onze eerste routines legden we vast op video en bespraken we nadien in groepjes, zodat leraren die aanpak naar hun eigen klaspraktijk leerden vertalen. Intussen hebben we meer dan 20 routines in onze school. Die bundelden we nu op overzichtelijke steekkaarten. Zo heb je de routines die jij nodig hebt meteen bij de hand. Want de leraar LO heeft een andere routine nodig dan de praktijkleraar om zijn les te starten, net als wie theoretische vakken geeft.” 


3. Altijd en overal

Cathy De Raes: “Hang de belangrijkste routines op in je school. Zodat leerlingen in de refter, de klas, de gang en de omkleedruimte weten waar ze aan toe zijn. En je als leraar snel naar routines kan verwijzen, zonder er meteen veel woorden aan vuil te maken. Zo verwerven regels een vanzelfsprekendheid die maakt dat je er niet meer over hoeft te discussiëren.”

“Een aanrader om discussies te voorkomen: de ‘1-2-3-routine’. Stap 1: de leraar vraagt je om iets te doen. Stap 2: je voert uit wat gevraagd wordt. Stap 3: heb je nog vragen, dan stel je die dan pas. Een leerling die zijn smartphone weigert weg te stoppen? Dan geeft de 1-2-3-routine je de taal om die discussie te ontmijnen: ‘Ik ben bereid om naar je te luisteren, maar eerst doe je wat ik vraag. Jij zit al aan stap 3, maar je slaat stap 2 over.  Of een leerling die zijn boeltje bij elkaar pakt voor jij zegt dat de les gedaan is: ‘Jij zit aan stap 2, maar wij zijn nog niet klaar met stap 1.’” 

“Natuurlijk los je daar niet alles mee op. Ontstaat er toch een conflict, dan heb je achteraf een houvast om in gesprek te gaan met die leerling. Je kan makkelijker benoemen waar het precies fout liep. En leerlingen tot nieuwe inzichten brengen. ‘Stel dat jij je smartphone eerst zonder morren wegstopt, denk je dat je leraar dan meer of minder bereid is om naar je te luisteren? Achteraf zien leerlingen wel in dat ze er zelf baat bij hebben om niet in een conflict te belanden. Maar in het heetst van de strijd heb je die 1-2-3 wel nodig om snel te begrenzen.” 

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter