Vlaanderen
Klasse.be

Specialist

“Kleuteronderwijs wordt vaakst onderschat”

  • 3 december 2020
  • 9 minuten lezen

Dat iedereen begripvol knikte toen we bij de eerste coronagolf de derde kleuterklas sloten en het zesdejaar in lager en secundair wél opengooiden, het zit Johan De Wilde (lerarenopleider Odisee Aalst) nog altijd hoog. “Niet dat tieners geen nood hebben aan goed onderwijs en een mooi afsluitritueel, maar ook kleuters sloten een belangrijke leerperiode af.”

Johan De Wilde over het belang van kleuterleraren
Johan De Wilde – lerarenopleider Odisee Aalst: “De kleuterklas is geen opstapje naar de échte school.”

Johan De Wilde: “De impact van een volledige lockdown op kleuters is gigantisch. Vandaag leren 6-jarigen in het eerste leerjaar lezen en schrijven die van eind maart tot begin september amper met Nederlands in contact kwamen. Een eeuwigheid op die leeftijd. Hoe trek je dát recht? Het leeftijdsverschil tussen de jongste en de oudste van de klas weegt nergens zwaarder door. En de impact van de thuissituatie op de ontwikkeling van een kind is nooit groter dan in de eerste levensjaren.”

De waardering voor onderwijs – en zeker ook voor kleuterleraren – was nochtans groot tijdens de eerste golf.

Johan De Wilde: “Ouders ontdekten hoe onmogelijk de combinatie thuiswerk en kleuters bleek. Ze vroegen zich af hoe je dat in je klas flikt: 20 bengels entertainen en ze intussen kennis en vaardigheden bijbrengen. En kleuterleraren oogstten terecht bewondering en lof voor hun niet aflatende inzet, de vele stoepbezoeken en het vermogen om in dialoog te gaan met ouders van alle slag.”

Dat was niet genoeg?

Johan De Wilde: “Het heeft onze blik op kleuteronderwijs niet fundamenteel veranderd. Ja, de loonbarema’s van kleuterleraren zijn gelukkig al even gelijkgetrokken met het lager onderwijs. Maar we blijven de kleuterklas bekijken als een opstapje naar de échte school.”

“Kleuteronderwijs verdient meer aandacht en respect, en dat zijn heus niet alleen de woorden van een pedagoog wiens plaat blijft hangen. Ook economen zeggen het, en ze staven die uitspraak met harde bewijzen. Denk maar aan de Heckmancurve, die toont dat de grootste economische winst voortvloeit uit investeringen in de eerste levensjaren. James Heckman becijferde dat elke euro die je vroeg investeert in kwetsbare gezinnen uiteindelijk een maatschappelijke winst van 7 tot 17 euro oplevert. Een no-brainer dus.”

Ik erger me aan de roep om meer handen in de kleuterklas

Johan De Wilde
lerarenopleider Odisee Aalst

Waarom ziet niet iedereen kleuteronderwijs voor vol aan?

Johan De Wilde: “Kleuteronderwijs sleept een verkeerd beeld mee uit het verleden. Typerend vind ik de Duitse benaming “Kindergarten”. Alsof de kleuterklas een idyllisch ommuurd tuintje is, waar kleuters vanzelf groeien als je ze genoeg warmte en liefde geeft. Een plek waar guur weer en de boze buitenwereld niet binnendringen, waar kinderen opgaan in hun spel en zelf de wereld ontdekken.”

En dat beeld klopt niet?

Johan De Wilde: “Deels wel. Natuurlijk moet de kleuterklas een veilige plek zijn. Maar als het daar stopt, werken we zelf in de hand dat kleuteronderwijs niet meer is dan handige kinderopvang. Vandaar dat ik me zo erger aan de roep om meer handen in de klas. We hebben professionals nodig. Mensen met een scholing die zich een leven lang blijven professionaliseren en doelgericht met kinderen werken. De leerhonger van kleuters is onstilbaar. En het is niet omdat een kind op socio-emotioneel vlak in woelig water zit, dat je die leerbehoefte mag negeren.”

“Ik bots op tegenkanting met deze uitspraak. Het klinkt extra hard omdat de softe boodschap in kleuteronderwijs zo dominant is. Het ervaringsgericht onderwijs heeft ons verlost van de zit-stil-en-wees-braaf kleuterklas. Maar tegelijk sloop de verwarrende boodschap binnen dat welbevinden zowel een voorwaarde tot leren als het doel ervan zou zijn. Als de focus niet op leren ligt, ontneem je kinderen kansen. Kleuters kunnen op eigen houtje veel ontdekken, maar om de wereld te doorgronden is de hulp van een leraar erg welkom. Als leraar verhoog je de effectiviteit en de efficiëntie van het leerproces, En nog het meest bij kwetsbare kinderen.”

Elke kleuter uitdagen dus?

Johan De Wilde: “Inderdaad. En dat betekent om te beginnen: differentiëren. Dat is enkel haalbaar als de groep niet te groot wordt. Als er 1 plek is waar je elk kind op zijn niveau moet benaderen, is het de kleuterklas wel. Op 1 september stappen in een doorsnee tweede kleuterklas kinderen binnen die ruim 4 jaar en 6 maanden zijn. Naast hen: kinderen die nog 4 moeten worden. Zoveel meer levenservaring zorgt voor een gigantische kloof. En dan reken je de verschillen in intelligentie en achtergrond nog niet eens mee.”

“Kost die inspanning geld? Zeker. Aan leraren en professionalisering. Maar de investering weegt niet op tegen de winst, zoals Heckman al becijferde. Helaas hebben we niet snel de neiging om veel te investeren in problemen vóór ze aan de oppervlakte komen, en dat is exact wat in de kleuterklas wél kan.”

“Daarnaast heeft elke kleuterleraar zijn verantwoordelijkheid. Kinderen uitdagen is niet altijd fijn. En met enkel een ‘dikke duim’ help je kleuters niet vooruit. Sprekende voorbeelden zoals ‘Austin’s Butterfly’ tonen dat aan. Austin – een jongetje uit de eerste graad van het lager onderwijs – kreeg de opdracht om een foto van een vlinder na te tekenen. De eerste versie strookt helemaal met wat we van een 7-jarige verwachten. Maar van de kwaliteit van zijn zesde tekening val je steil achterover.”

“Austin kreeg keer op keer de vraag om met de feedback van zijn leeftijdsgenoten een nieuwe versie te maken. Hij aanvaardde hun kritiek, plooide zich dubbel en leverde een schitterend eindresultaat af. Met een hol compliment had Austin die voldoening nooit kunnen beleven. Wat voor Austin geldt, telt net zo goed voor je kleuters.”

Johan De Wilde over het belang van kleuterleraren
Johan De Wilde – lerarenopleider Odisee Aalst: “Kleuters zijn ontdekkingsreizigers.”

Onderschatten we jonge kinderen?

Johan De Wilde: “Bijna systematisch. Net zoals je mensen die niet vloeiend Nederlands spreken, minder snel voor vol aanziet. Kinderen zijn al heel jong in staat tot ingewikkelde redeneringen, maar ze kunnen die op dat moment nog niet uitdrukken.”

“Treffend voorbeeld: baby’s – amper 8 maanden oud – kregen een doos met balletjes te zien. De meeste ballen waren wit, slechts 20% was gekleurd. Een onderzoeker haalde schijnbaar toevallig 5 ballen uit de doos: 4 gekleurde, 1 wit. Statistisch gezien een verrassend resultaat, en dat hadden die baby’s ook in de gaten. De onderzoekers ontdekten dat de kinderen in dat geval veel langer naar de ballen bleven staren dan bij een voorspelbare uitkomst. En zo zijn er nog tientallen experimenten die tonen dat kinderen op jonge leeftijd al veel meer in hun mars hebben dan we durven vermoeden.”

Een kleuterleraar heeft daar oog voor?

Johan De Wilde: “Sterke kleuterleraren slagen erin om te interpreteren wat een kind probeert te vertellen en haken erop in. Je krijgt die info zelden op een presenteerblaadje, maar dat maakt de interactie wel enorm boeiend. Als een kind tijdens het fruitmoment vraagt of hij zijn banaan mag ‘uitkleden’, is dat zoveel meer dan een grappige verspreking. Dat kind ontdekt de parallel tussen uitkleden en pellen. Daar kan je iets mee doen. En een banaan pellen we, maar een appel schillen we? Ook dat is een insteek waarop je verder kan bouwen.”

“Schuw de uitdaging niet, gebruik rijke taal. Ontzeg kinderen de kans niet om hun woordenschat uit te breiden. Ze zijn meesters in ontcijferen, hebben aan de context vaak genoeg om de betekenis van een woord af te leiden. En het is niet omdat ze klein zijn, dat we ze moeten betuttelen. ‘Welk kleurtje ga je dat flamingootje geven?’ Kijk liever samen hoe die flamingo staat. Vraag je af hoe die dat doet op zo’n smalle poot.”

Hoe uitdagend is de taak van een kleuterleraar?

Johan De Wilde: “Op pedagogisch en didactisch vlak is de uitdaging nergens groter dan in de kleuterklas. Nochtans is de perceptie net omgekeerd. Een leraar met een masterdiploma die de wereldgeschiedenis, complexe wiskundige vraagstukken of Latijnse grammatica uit de doeken doet? Zulke profielen zien we sneller voor vol aan dan de kleuterjuf van ons kind.”

“Ik wil geen vergelijking maken tussen leraren en onderwijsniveaus. Elke leraar die het beste van zichzelf geeft, verdient daarvoor respect. Wie in het secundair of het hoger onderwijs lesgeeft, moet vakkennis bezitten én daar pedagogisch en didactisch mee uit de voeten kunnen. Maar we gaan véél te licht over het vakmanschap van kleuterleraren.”

De grote vrijheid in het kleuteronderwijs vormt een extra struikelblok

Johan De Wilde
lerarenopleider Odisee Aalst

“Scaffolding is belangrijk op elk onderwijsniveau: bied de juiste hulp op het juiste moment en bouw die daarna af. Niet makkelijk bij kleuters. Je moet bij de pinken zijn om te merken hoe een kleuter het verband legt tussen uitkleden en pellen. Laat staan dat je oog hebt voor het statistisch vernuft van een jong kind dat zich verwondert over de kleur van 5 pingpongballetjes. Een kleuter krijgt dat nog niet verwoord. Met wat geluk zie je hun denkrimpel. En dan begint het werk van de leraar pas.”

Slaagt elke leraar erin om kinderen maximaal uit te dagen?

Johan De Wilde: “In alle eerlijkheid? Nee. Net zoals je in elke job mensen hebt die het beter doen dan anderen. Maar de impact van een kleuterleraar die onder de lat doorgaat, is groot.”

“De grote vrijheid die je als kleuterleraar krijgt, vormt een extra struikelblok. Kleuters zijn ontdekkingsreizigers. Als jij het over de vorm en kleur van bladeren hebt, vragen zij zich af waarom die in de herfst van kleur veranderen. Ga je daarop in of blijf je bij je onderwerp? Je moet constant keuzes maken, terwijl leraren in het lager en het secundair onderwijs meer houvast hebben dankzij hun leerplannen.”

“Onderwijs – en zeker kleuteronderwijs – gaat er nog te vaak van uit dat leraren het curriculum niet enkel uitvoeren, maar ook ontwerpen. Welke thema’s kiezen we, welke doelen werken we uit? Petje af voor kleuterleraren die erin slagen om daar flexibel mee om te springen. Maar het is bijna een onmogelijke opdracht.”

Moeten we naar een meer schoolse aanpak in de kleuterklas?

Johan De Wilde: “Zeker niet. Maar ook binnen een dagpatroon met veel vrijheid en aandacht voor een brede ontwikkeling kan je meer focus leggen. Ik pleit voor een programma dat gericht aan taal en wiskunde werkt en de progressie van elk kind opvolgt.”

“Onderzoek toont dat een gericht programma voor pakweg wiskunde, kinderen cognitief versterkt en hun welbevinden niet naar beneden haalt. Zo’n programma hangt niet vast aan thema’s maar bouwt logisch op. Kinderen leren voorwerpen classificeren en seriëren, ordenen. Een verzameling parels indelen op basis van 1 eigenschap, zoals kleur. Blauw, wit, rood of groen. En dan binnen elke kleur op grootte: eerst de grootste rode parel, dan de kleinere. ”

“Je moet al uit bijzonder straf hout gesneden zijn om die onderwerpen naadloos te koppelen aan de thema’s herfst, brandweer en grootouders, en intussen die opbouw voor wiskunde niet uit het oog te verliezen. Aan taal kan je makkelijker thematisch werken, maar ook daar is de uitdaging groot. Een kind kan moeiteloos de term ‘smelten’ gebruiken als het op een afbeelding een plas water ziet. Maar begrijpt het ook echt wat dat concept ‘smelten’ inhoudt?”

“Het kleuteronderwijs gaat de goede kant op. Internationaal onderzoek boomt. En al zijn we niet de primus van de klas: ook bij ons beweegt er stilaan wat, met de toegenomen aandacht voor executieve functies. Die zijn – net als de gerichte aanpak – voor elk kind belangrijk, maar nog meer voor kwetsbare kleuters. Als we daar werk van maken en elk kind de uitdaging durven schenken die het verdient, is de kleuterklas de grootste gelijkmaker in onze samenleving.”


Johan De Wilde leidt kleuterleraren op aan Odisee Aalst en blogt op Kleutergewijs over innovatie en onderzoek in kleuteronderwijs

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


N

Nazife Balta

4 december 2020

Heel mooi uitgelegd! Dankjewel!

Reageren
L

Lemahieu cathy

10 december 2020

Wat mooi! Eindelijk eens waardering horen in de media. Dat doet een mens deugd. Want we kregen veel te horen in de coronatijden! Ze waren niet mals...
Mijn job is niet zomaar mijn job! Het is mijn levenswerk. De kinderen uitdagen en een stevige basis geven, een fundament waarop verder kan gebouwd worden! Ik krijg zoveel terug van die kleuters. Daar is het me om te doen! Dank u

Reageren
A

Anneke Goedegebuur

16 december 2020

Prachtig stuk om te lezen en alles erin te herkennen.
Heb 25 jaar in kleuterklassen gewerkt, met heel veel plezier. In het begin 40 kleuters in een klas en dat ging( toen) prima.
Later iets kleinere klassen en altijd eigenlijk maar moeten verdedigingen, al dat “ gespeel”. Voor mij in deze tijd zou er in Nederland in ieder geval, meer studietijd nodig zijn tijdens de opleiding voor pedagogiek, psychologie en de methodiek en didactiek. Maar ja...... dat zit er nog niet.
Jammer want kleuters verdienen het beste.
En het is leukste vak wat er is: kleuterjuf!

Reageren
S

Sarah Coorevits

17 december 2020

Zo belangrijk dat je dit zegt en een stem geeft aan het zo belangrijke kleuteronderwijs!

Reageren
W

W. A

11 maart 2021

Eindelijk weer eens aandacht voor professioneel kleuterONDERWIJS. Wat leuke dingetjes doen en wachten tot het vanzelf komt is de beste manier om kleuters die in een minder sterke culturele omgeving opgroeien kansen te ontnemen...

Reageren
J

Jacqueline

7 maart 2022

Fijn dat er weer eens aandacht voor kleuters is.
Voor mij mag de KLOS weer terugkomen.
Gedegen voorbereiding.
Heb er in mijn loopbaan veel aan gehad.

Reageren
H

Helma Brouwers

20 februari 2024

Fijn dat je dit interview deelt, Johan. En ja, dat je dit alles niet kwijt kon in de film van Johannes, dat is duidelijk. Zo had ik ook wel nog wat noten op mijn zang die niet gezongen konden worden. Wat in dit interview vooral goed tot zijn recht komt, is de noodzaak kinderen uit te dagen en met kennis en inzichten te voeden. En... die jonge kinderen vooral niet te onderschatten. Ik deel dat standpunt ten zeerste!
Ik heb je verhaal met groot genoegen gelezen, en vroeg me af of je vindt dat jouw visie ook in mijn boek voldoende uitgewerkt is.

Reageren

Laat een reactie achter