Gesprekstips
Zo praat je met leerlingen die schoolmoe zijn
Hoe praat je met leerlingen die schoolmoe zijn? Hoe breng je na enkele schorsingen de verbinding met de school weer op gang? Zorgcoördinator Leen De Weirdt puurt gesprekstips voor leraren uit haar ervaring.
© Kevin Faingnaert

Leen De Weirdt begeleidde als CLB-medewerker bij TOPunt Gent vzw leerlingen die dreigen af te haken. Ze volgde ze enkele jaren op, zelfs als ze van school veranderden. Deze leerlingen hebben een rugzak: al enkele keren geschorst of van school gewisseld, vaak afwezig, een moeilijke thuissituatie. Als zorgcoördinator in een secundaire school in Brussel zet ze haar werk verder met leerlingen die afhaken. Maar leraren kunnen zelf ook veel doen. Ze bundelt 6 tips.
1. Geef perspectief
Leen De Weirdt: “Vraag aan leerlingen wat ze willen bereiken, waar ze naar verlangen of van dromen. Soms staat hun wens ver van hun realiteit. Maar jongeren hebben het recht om te dromen. Dat toekomstperspectief is een goed vertrekpunt in een eerste gesprek. Hoe kan je die droom realiseren? Welke vaardigheden heb je daarvoor nodig? Stap voor stap bouw je aan een traject op maat, samen met de leerling. Het doel: dat die weer perspectief ziet.”
“Een leerling met wat uitsluitingen en vele afwezigheden op haar palmares, zei me: ‘Ik wil zo snel mogelijk van jou af.’ ‘Prima, dat snap ik’, zei ik, ‘Ik ga je daarbij helpen.’ Welk doel wil de leerling zelf realiseren? Laat die daar zelf acties aan koppelen. Bij dat meisje wijzigde haar doel nog tijdens mijn begeleiding. Ze begon me te vertrouwen en wou dat ik bleef. Eigenlijk wou ze toch haar diploma behalen. Wat trouwens gelukt is.”
2. Vertrek van het positieve
Leen De Weirdt: “Vaak plannen we een gesprek met een leerling als het niet goed loopt. ‘Hij luistert niet, is nooit in orde, komt te weinig naar school, gaat steeds in discussie.’ Al die uitspraken stapelen zich op, zonder dat er ruimte is om te benoemen wat er wel goed gaat. Dat werkt demotiverend voor de leerling: wat die ook doet, die ontsnapt niet aan een brandmerk.”
“Je vertrekt beter van wat er wél is. Wanneer is de leerling wel aanwezig op school? Wat doet die goed op welk moment? Start een eerste gesprek met de intentie om de leerling te leren kennen. Wat vindt die belangrijk? Vaak vervallen we in kritiek: ‘Als je dit wil bereiken, zal je toch wat meer je best moeten doen.’ Stel liever de vraag: ‘Je wil dit bereiken. Wat moet er dan zeker aanwezig blijven en wat moet er veranderen?’”
“Pubers leven in het hier en nu. Herhaal je vaak dat de leerling niet in orde was vorige keer, ook al is die nu wel in orde, dan riskeer je een defensieve houding. Focus liever op wat wel gelukt is: deze keer heeft de leerling een taak wel gemaakt. Bouw daarop verder.”
“Om te weten hoe leerlingen zich voelen, kan je werken met schaalvragen. Bijvoorbeeld: hoe goed voel je je in de klasgroep op een schaal van 0 tot 10? Daarna kan je doorvragen: wat moet er veranderen opdat je een hoger cijfer zou geven? Dat geeft je als leraar een beeld van de huidige situatie én van de gewenste situatie. En wat nodig is om die tweede te bereiken.”
3. Praten werkt soms (niet)
Leen De Weirdt: “Praten is niet de enige oplossing. Nochtans gaan we daar vaak van uit. Als een leerling niet antwoordt, vul dan niet zelf in wat er aan de hand is. Kauw ook geen oplossing voor.”
“Een leerling kreeg het label ‘moeilijk: luistert niet, doet niet wat er gevraagd wordt, wil niet praten’. Enkele gedragskaarten en een B-attest later, kwam ze bij mij terecht. In het begin haalde ze bij elke vraag haar schouders op: ‘Ik weet het niet’. We kwamen maar niet tot een dialoog. Ik wist wel dat ze graag creatief bezig was. Dus gaf ik haar een aantal vragen op papier en liet haar de antwoorden tekenen of in klei maken. Praten ging makkelijker als we haar tekeningen en kleiopdracht ernaast legden.”
“In klei maakte ze een dartsbord met zichzelf als middelpunt. De pijltjes stonden symbool voor de opmerkingen van haar leraren: ‘Zit stil, doe dit, doe dat.’ Ook haar tekening gaf weer hoe ze zich voelde bij de opmerkingen van leraren. Ik nam die tekening mee naar de klassenraad. Leraren bekeken haar plots vanuit een ander perspectief.”
“Probeer gesprekken visueel te ondersteunen. Maak de aanwezigheden en afwezigheden met kleur zichtbaar op een kalender. Laat de leerling de kalender aanvullen. Visualiseer ook een plan van aanpak, zo bied je perspectief. Vaak denken leerlingen dat praten nergens heen gaat. Begin het volgende gesprek dus met waar je het vorige eindigde: ‘Klopt dit nog?’ of ‘Is er iets veranderd? Wat is er gelukt?”
© Kevin Faingnaert

4. Verander van strategie als die niet werkt
Leen De Weirdt: “Leerlingen met moeilijk gedrag krijgen vaak een contract. Dat wordt nog te vaak eenzijdig opgesteld door de school. Het enige wat de leerling kan doen, is het ondertekenen, want anders riskeert die een uitsluiting.”
“Een contract is een wederzijdse overeenkomst. Ga daarom in gesprek. Wat zijn de verwachtingen van de school, maar ook: wat is belangrijk voor de leerling? Wat heeft die nodig om aan de verwachtingen te voldoen? Zorg dat het contract perspectief biedt, en geen ticket is naar een andere school. Maak het haalbaar qua verwachtingen en doelstellingen.”
“Hou daarbij rekening met de autonomie, competenties en bereidheid van de leerling en de leraren. We praten nog te veel óver de leerlingen in plaats van mét hen. Afspraken en maatregelen hebben meer succes en impact als de leerling betrokken wordt. Op die manier wordt de leerling weer verantwoordelijk voor het eigen traject.”
“De tijdsdruk om de leerdoelen te halen is groot. Maar een gedragsverandering vraagt juist tijd en ruimte. Ga grondig na wat je anders wil en hoe jullie dat zullen aanpakken. Is het haalbaar voor de leerling binnen de afgesproken termijn?”
5. Werk herstelgericht
Leen De Weirdt: “In het beste geval ga je al preventief aan de slag met leerlingen die gedemotiveerd zijn of de meerwaarde van school niet meer zien na een reeks negatieve ervaringen. Hoe ouder de leerling, hoe groter de rugzak met faalervaringen en tegenslagen. De uitdaging is dan des te groter voor leraren om deze leerlingen te begeleiden.”
“Signaleer dus tijdig je bezorgdheden aan de leerlingbegeleiding, want dan lopen er bij die leerling ook nog veel dingen goed. Met wat geluk moet je maar met 1 nood aan de slag. Blijf investeren in de relatie met je leerlingen. Hoe sterker die relatie, hoe meer kans op een succesvolle begeleiding.”
“Schoolmoeë jongeren die van hun vorige school weggestuurd zijn, starten met een defensieve houding in een nieuwe school. Vaak omdat het conflict in hun vorige school nooit is uitgepraat of afgesloten. Ze weten dat ze een fout hebben gemaakt, maar kregen geen kans om die fout te bespreken, te plaatsen of er iets uit te leren. De relatie met school herstellen en een veilige, verbindende omgeving creëren is dan heel belangrijk.”
“Het is niet de bedoeling om als leraar stil te staan bij zaken waar je niet bij betrokken bent, dat klopt. Maar als je weet dat een leerling al een hobbelig schoolparcours heeft gelopen, kan je dat aanknopingspunt gebruiken in een gesprek. Vraag: wat wil je graag anders op deze school, wat heb je nodig in onze school om conflicten te vermijden, wat verwacht je van mij als er een conflict is, wat kan je helpen, en wat helpt je juist niet? Zo kan je echt aan de slag met die leerling.”
6. Geef niet te snel op
Leen De Weirdt: “Soms blijft een leerling volhouden dat alles in orde is, omdat die de moed keihard heeft opgegeven. Eigenlijk staat die gewoon niet open voor een gesprek over moeilijke thema’s. Eerst moet je het vertrouwen winnen. Leerlingen testen op verschillende manieren of je hun vertrouwen waard bent: ze antwoorden niet op berichten, komen hun afspraak niet na, geven aan dat er geen problemen zijn of stellen meer moeilijk gedrag. Ze willen de garantie dat je hen niet in de steek laat als het moeilijk gaat. Dat je nakomt wat je belooft.”
“Om dat vertrouwen te winnen, helpt het als je authentiek bent. Wees oprecht. Stel een vraag waarop je echt een antwoord wil. Probeer vragen of methodieken uit waar je je comfortabel bij voelt. Ligt een gesprek met een leerling over moeilijke zaken ver buiten je comfortzone? Vraag advies aan een collega of voer het gesprek samen met een iemand uit het team leerlingbegeleiding.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter