Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Sterk praktijkonderwijs: “Ondernemers op school zijn rolmodellen”

  • 26 augustus 2025
  • 10 minuten lezen

Directeur Tom Rydant en zijn team dromen groot voor hun leerlingen in sterk praktijkonderwijs. Met levensecht leren en wereldrecords. Met bijleren op ieders maat. En verwachtingen die ze durven stretchen voor élke leerling.  

Boven de ingang van GO! talent Campus Zele prijken de Olympische kleuren. Het zegt iets over de ambitie van de school. “We moeten onze jongeren meer uitdagen”, vindt directeur Tom Rydant, “Zeker jongeren in de arbeidsmarktfinaliteit voelen zich onvoldoende gewaardeerd. ‘Ik zit maar in het beroeps’: dat zeggen ze ook van zichzelf. Ze horen te weinig wat ze allemaal kunnen. Die positieve kant van sterk praktijkonderwijs moeten we naar boven brengen.” 

Over de WK-kleuren staat in grote letters KOERZ, een knipoog naar de opleiding tot fietshersteller én naar de koer. De bekende grijze plaveien van de speelplaats liggen er nog, maar met veel gras eromheen en houten spelelementen. “Na de schooluren komen jongeren hier ontspannen. Soms vinden er zelfs evenementen plaats”, vertelt Tom, “Dat vraagt goede afspraken en geeft wat extra werk. Maar de winst is groot: onze leerlingen komen met meer plezier naar school.” 

Directeur Tom Rydant over sterk praktijkonderwijs
Tom Rydant: “In sterk praktijkonderwijs spreken we niet over ‘afzakken’.”

Werkplekken op school 

De ingang van de school is een toonzaal: op de ramen kleven logo’s, er staat een deelbakfiets en er hangen kunstzinnige portretten. Langs een naaiatelier lopen we door naar de oude refter, waar lunchbar Content onderdak vond. Alle Zelenaars kunnen er terecht voor wraps, salades of een koffie van koffiebranderij Zwerte. “Dankzij die gedeelde ruimte creëerde de school sterk praktijkonderwijs en kregen we weer betekenis in de buurt”, zegt Tom.   

“Een school mag modern en hip zijn”, vindt deelschoolcoördinator en leraar Hans. “We wilden afstappen van standaard werkstukken. Muurtje opbouwen, bezetten, weer afbreken: noodzakelijke stappen in een leerproces, maar leerlingen snakken ook naar levensechte opdrachten. De start-ups in onze school zijn een springplank voor die ondernemers én bieden unieke leerkansen aan onze leerlingen.” 

“Elke ondernemer heeft een link met een praktijkvak. De fotograaf sluit aan bij onze kunstopleiding. In het naaiatelier kan je kledingstukken laten herstellen, wat de leerlingen Verzorging in de vingers moeten krijgen. De leerlingen van de opleiding tot kinderbegeleider volgen praktijkles in de kinderopvang op onze campus. En op dinsdag gaan de praktijklessen fietshersteller door in fietsenwinkel Fregate Cycling. Mensen uit de buurt steken hun kapotte fiets binnen. Echte klanten en onverwachte problemen maken de opleiding uitdagender en realistischer.” 

“De ondernemers in onze school zijn ook rolmodellen: onze leerlingen zien dat een zaak opstarten wat durf vraagt, maar wel effectief slaagkansen heeft. Ruth van onze lunchbar verkocht in het begin 2 halve dagen per week taartjes, nu runt ze hier fulltime een lunchbar.” 

De start-ups in onze school bieden unieke leerkansen

Hans Maes
deelschoolcoördinator en leraar

Droom groot 

“20 jaar geleden liep de basisschool die hier gevestigd was leeg”, neemt Tom weer over. “De verbinding met de buurt was helemaal weg. Met de zegen van de scholengroep stampten we een praktijkschool uit de grond. Een dochterfiliaal van de school in Dendermonde.”

“Als kind mocht ik er niet te dicht in de buurt komen. Het was een ‘krapuulschool’, zei men. Natuurlijk wil je daar als puber een kijkje nemen. Maar nu verzet ik me tegen die segregatie. Praktijkonderwijs is geen laatste strohalm voor jongeren die elders niet slagen of aarden. Wel een plek met uitstraling waar getalenteerde kinderen uit alle lagen van de bevolking naartoe willen.” 

“‘Dream big’ is een van onze bouwstenen: er is meer mogelijk dan je denkt. We willen het Tomorrowland van het onderwijs zijn. Een droomwereld, maar ook een symbool voor ondernemen, durven, groeien en diversiteit omarmen. Anders dan 20 jaar geleden, heeft praktijkonderwijs nu de wind in de zeilen. De inschrijvingen lopen op, de maatschappij smeekt om sterke vakmensen. Goeie zaak. Maar toch: het imago van je school veranderen, begint altijd bij jezelf.” 

“Hoe spreek je als leraar over je werk? Hoe trots ben je op je job en op je leerlingen? Dat is een speerpunt van onze visie. Het woordje ‘afzakken’ zetten we bij het vuilnis. Die term is historisch gegroeid en erg ingeburgerd. Maar als leraren zo over leerlingen praten, voelen die zich natuurlijk minder waard. Daarom benadrukken we altijd: ‘Onze leerlingen kunnen heel veel, ze hebben een pak mogelijkheden.’” 

Leraar Elke Bréda over sterk praktijkonderwijs
Elke Bréda: “Voor elke leerling werken we op de juiste spanning.”

Rekker 

Toen pijlercoördinator Elke in de school startte, had ze zelf sommige vooroordelen. “Ik kwam 15 jaar geleden binnen met een tikje arrogantie: ik kneed die ‘moeilijke’ leerlingen wel even met straffen en beloningen. Betrokken naar de leerlingen luisteren bracht me uiteindelijk verder. Ik stel duidelijke verwachtingen, maar begroet ze ook vriendelijk en geef een compliment als ze goed werken. Sindsdien heb ik veel minder gedoe in de klas. En zie ik dat iedereen kan groeien.” 

“Onze directeur heeft het vaak over ‘de rekker’. Voor elke leerling werken we op de juiste spanning. Soms moeten we die rekker wat lossen, soms harder aanspannen. Desnoods starten we een individueel traject op met het CLB en de hulpverlening, zodat elke leerling met succeservaringen de vakantie in kan.” 

“Frans is niet hun lievelingsvak. Hoe kon ik hen toch het gevoel geven dat ze iets nuttigs leerden? Omdat ik aparte klassen Haarzorg, Zorg of Welzijn heb, kan ik de lessen afstemmen op het kapsalon of het rusthuis. Ik bied woordenschat aan die hun van pas komt, zoals ‘haarverf’ of ‘bedden opmaken’. Dat slaat aan.” 

“Laatst stond ik ervan te kijken hoe een leerling Haarzorg vol vuur over haar vak vertelde op een infodag in een andere school. Op de terugweg zei ze me dat ze leraar wil worden, maar ook een keigoede kapster. Het is een en-en-verhaal, een bewijs dat je ook verder kan studeren vanuit de arbeidsmarktfinaliteit. Een bewuste keuze ook: ze kwam uit Humane Wetenschappen, maar wordt gelukkig achter de kaptafel. Waar je hart ligt, dat telt.” 

Die houten fiets is een levensles

Tom Rydant
directeur

Houten fiets 

“Fiere leerlingen en ouders, daar doen we het voor”, zegt directeur Tom. “We willen dat ouders op familiefeesten succesverhalen over hun kinderen kunnen vertellen. Maken onze leerlingen iets fantastisch, dan tonen we dat aan de buitenwereld. Zo ontwierpen we een houten fiets naar het voorbeeld van 2 Londenaars. We daagden onze leerlingen uit om hun wereldrecord – 100 meter aan 9 km/u – aan te vallen met een zelfgemaakte mooie designfiets. Daarvoor werkten we 3 jaar samen met HOGENT. Zelfs de fietsketting is compleet van hout.” 

“Haast alle onderdelen sprongen eerst stuk, maar we sleutelden eraan tot de fiets vlot bolde. Een levensles voor onze leerlingen: door samen te werken en door te zetten, kom je ver. In het watervalsysteem kregen ze vaak te horen wat niet goed liep. Opgeven is dan de makkelijkste optie. Door die fiets weten ze dat ze de stap naar het podium kunnen zetten.” 

“We verpulverden het record: we knalden aan 19,6 km per uur op de piste van het Vlaams Wielercentrum in Gent. We haalden het journaal, onze fiets stond op binnen- en buitenlandse beurzen. Dat geeft je school heel veel uitstraling, maar veel belangrijker: de zelfwaarde van onze leerlingen kreeg een enorme boost.” 

Leraar An Wesemael over sterk praktijkonderwijs
Ann Wesemael: “In een reële werksituatie leggen leerlingen de lat vanzelf hoog.”

Echte mensen verzorgen 

Ook leraar Ann mikt op mooie succesbelevingen, in én buiten haar klas. “In september zijn sommige leerlingen nog heel timide, andere tasten de grenzen af. Ik zet hard in op die gouden weken. Door leerlingen structuur aan te bieden, weten ze waar ze aan toe zijn en voelen ze zich veilig.” 

“Maar in sterk praktijkonderwijs is uitdaging net zo belangrijk. We voerden de examens opnieuw in zodat ze met een rugzak vol kennis vertrekken. Een massa theorie verwerken, valt sommige leerlingen moeilijk. Dat proces hak ik samen met hen in stukjes. Eerst studeren we in de klas voor een toets. Leerlingen maken hun voorbereiding en vergelijken die met hun klasgenoten. Zo bouwen ze zelfvertrouwen op, en goede punten.” 

“Ook buiten de school benutten we leerkansen. Leerlingen die over hun studie twijfelen, laten we proeven van verschillende stielen. Zo kon een leerling meehelpen in de kinderopvang in onze school. Ze bereidde elke dag eten en behaalde haar leerplandoelen. Ook voor mij is die werkplek op school een luxe: ik wandel er simpel binnen, las een overlegmoment in tijdens mijn pauze. Je maakt samen school met die ondernemers.”  

“In maart nemen we een volledige afdeling over in een rusthuis. Dan maken we alle bedden op en verzorgen we de bewoners. Een leerling draaide mee in de keuken en maakte hapjes voor een receptie. Ze zijn zo blij dat ze echte mensen kunnen verzorgen. In een reële werksituatie leggen ze de lat vanzelf hoog.” 

Onze hybride leraren slaan bruggen tussen werk en onderwijs

Tom Rydant
directeur

Frisse wind 

“Die contacten met de bedrijfswereld en met organisaties zijn essentieel voor de onderwijskwaliteit van ons sterk praktijkonderwijs”, beaamt Tom. “Onze school groeide op 10 jaar tijd van 440 naar iets meer dan 1000 leerlingen, met wachtlijsten. Elk jaar zoeken we stage- en tewerkstellingsplaatsen voor 500 leerlingen. In sommige bedrijven geven we ter plaatse les, over productie-industrie of elektriciteit bijvoorbeeld. Omgekeerd vroegen sectoren ons om de richting ‘Productie-Industrie’ te creëren. Want daar vinden ze geen werknemers voor.” 

“Ook met onze hybride leraren slaan we bruggen tussen werk en onderwijs. Dat onze vakleraren bij bedrijven hoge ogen gooien, maakt ons trots. Dirk bijvoorbeeld: dé topcarrossier van België. Toen Audi een probleem had, contacteerden ze hem. Hij was eerst leraar carrosserie en werd daarna zelfstandige. We konden hem overtuigen om weer een paar dagen per week les te geven. Een enorme meerwaarde.” 

Zij-instromers uit de praktijk komen nochtans niet altijd positief in het nieuws. Ze vragen veel begeleiding, stromen sneller weer uit. “Die mensen leggen de lat voor zichzelf soms gigantisch hoog”, erkent Tom. “Ze gruwelen van foutjes. Maar je hebt 2 à 3 jaar nodig om je weg in onderwijs te vinden. Als iemand wil opgeven, dan staan we er. Een collega die langskomt in de les, die je zegt dat het een normaal proces is. Dat maakt het verschil.” 

Bij de selectie van nieuwe leraren tast directeur Tom af of de visie van de school hen ligt. Tijdens een lang sollicitatiegesprek zoekt hij of kandidaten echt complementair zijn met het team. Die aanpak lijkt vruchten af te werpen. Volgens SONO-onderzoek heeft de school minder uitval bij starters. “Op ondersteuning scoren we goed”, zegt Tom. “Onze aanvangsbegeleider en domeinverantwoordelijken zijn nabij. Ze geven vormingen rond klasmanagement, digitalisering en nieuwe autoriteit. Jezelf mogen zijn én goed omringd worden, houdt starters aan boord.” 

Directeur en praktijkleraren GO! talent Campus Zele
Directeur Tom Rydant: “Nu alle leraren in de dubbele én arbeidsmarktfinaliteit staan, geven ze veel gefundeerder advies op de klassenraden.”

Weg waterval 

Het personeelsbeleid gaat verder dan selectie en ondersteuning van leraren. Directeur Tom wil er het watervalsysteem mee bestrijden. “Vroeger bleven jongeren vaak in een richting die hen niet lag, voor hun vrienden. Nu bieden we op onze campus verschillende finaliteiten aan per domein. Het domein Maatschappij en Welzijn, bijvoorbeeld, bundelt 3 arbeidsmarktgerichte opleidingen en de duale richting ‘Assistentie in wonen, zorg en welzijn’. En het domein STEM heeft duale opties zoals fietshersteller en groen- en tuinbeheer. Een mooi geheel om sterk praktijkonderwijs aan te bieden.”  

“Nu we alle onderwijsvormen op dezelfde site hebben, durven leerlingen sneller overstappen naar een andere richting. Zo krijg je jongeren op de plek waar ze thuishoren. Ook ouders zijn makkelijker te overtuigen. Hun kind moet niet naar een andere school, het krijgt dezelfde begeleiding, heeft dezelfde directeur en dezelfde leraren.” 

“Elke leraar heeft uren in de dubbele en arbeidsmarktfinaliteit in zijn lessenpakket. Een doelgerichte actie tegen het watervalsysteem. Vroeger stuurde een leraar soms een leerling door naar het beroepsonderwijs, zonder te weten of die leerling daar het beste paste. Nu leraren ook in die klassen staan, geven ze gefundeerder advies op de klassenraden.” 

“Voor dat hr-beleid heb ik samen met professor Jan Vanhoof (UAntwerpen) het Motivatie en Kwaliteitszorgcompetentiemodel uitgewerkt. Daarin zit de PDCA-cirkel, waarmee je initiatieven borgt en bijstuurt. En we passen de organisatietheorie van Henry Mintzberg toe in onze school. We timmeren aan de juiste structuren en cultuur zodat iedereen kan samenwerken en van elkaar kan leren.” 

Steeds meer mensen hebben nu een inbreng in ons verhaal

Tom Rydant
directeur

Samen groot worden 

In juni zwaait een nieuwe lichting zesdejaars af, altijd een topmoment. Geen sprong in het onbekende, want ze proefden al van hun toekomst. Via stages en contracten, maar ook in de hogeschool. Tom: “Sinds de modernisering kunnen leerlingen uit het technisch onderwijs naar het hoger en soms zelfs universitair onderwijs. Via een project met HOGENT en Erasmushogeschool Brussel volgen onze laatstejaars van de dubbele finaliteit en het zevende jaar er al een opleidingsonderdeel.” 

“Leerlingen Zorg volgen het vak anatomie binnen gezondheidszorg, leerlingen Handel nemen een onderdeel uit Office Management op. Ze zijn student, leren interpreteren en samenvatten, leggen een examen af. Onze leerlingen gaan er helemaal voor. En ouders beseffen: na sterk praktijkonderwijs kan je verder studeren.” 

Niet alleen de leerlingen worden volwassen. Ook de schoolorganisatie rijpt. “Steeds meer mensen hebben nu een inbreng in ons verhaal. In het begin was ik de sturende leider. Nu evolueren we naar leiderschap waar collega’s een coördinerende rol opnemen. Leraren zitten immers in de beste positie om hun collega’s te inspireren. Ze zijn het goud van onze vakschool: daarom willen we hen voortdurend versterken en professionaliseren.” 

Femke Van De Pontseele

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter