Zo doen zij het
“Storend gedrag aanpakken doen we samen”
Directeur Sonja Wellens en PAV-leraar Karen Smets vertellen hoe hun superdiverse school storend gedrag samen aanpakt. En er langzaam maar zeker in slaagt om meer rust te brengen op school.
Dit artikel verscheen ook in Klasse Magazine september 2025, enkel met adjunct-directeur Sonja. In deze uitgebreidere versie vult PAV-leraar Karen aan hoe ze het gedragsbeleid vormgeeft op de klasvloer.
© Tine Schoemaker

Spectrumschool Leren+ heeft wat je noemt ‘een publiek met uitdagingen’: stedelijke context, 82 nationaliteiten, leerlingen duaal, arbeidsmarkt- en dubbele finaliteit die veel SES-kenmerken aantikken. Met daarbij best wel wat leerlingen die elders aan de deur gezet werden en hier een nieuwe kans zoeken.
“In 10 jaar tijd groeide onze school van 800 naar 1800 leerlingen. We gingen ook door grote verbouwingen, waardoor alles constant veranderde. Veel collega’s waren vooral bezig met hun eigen klas. Ze dachten: als ik het hier overleef, dan ben ik al blij”, vertelt PAV-leraar Karen. “Te veel lestijd ging verloren aan storend gedrag aanpakken, conflicten zogen energie en we moesten zelf te veel leerlingen uitsluiten”, blikt ook directeur Sonja terug. “Daarom gooiden we 3 jaar geleden het roer om. Met de focus op teamwerk, verbinding en duidelijkheid.”
Een vaste leerlingenbegeleider is
Karen Smets
zo belangrijk voor jongeren die houvast en verbinding zoeken
PAV-leraar
Sterke leerlingenbegeleiding
Met SES-middelen en door te weerstaan aan de verleiding om klasgroepen kleiner te maken, creëerde de school extra uren voor leerlingbegeleiding. Sonja: “Elke leerlingbegeleider kreeg een cluster onder zijn hoede. Zo hebben leerlingen in pakweg de richting Auto hun hele schoolloopbaan hetzelfde aanspreekpunt. De leerlingbegeleider vormt de brug met het lerarenteam van die richting.”
Leraar Karen vindt dat een goede zaak: “Ik geef enkel les aan de sportleerlingen van het 6e jaar A-finaliteit. Een richting met veel jongeren die onzeker zijn over hun toekomst, met vage toekomstdromen over profvoetballer worden en vaak al wat ouder en schoolmoe. Als ze bij mij starten, ken ik hen nauwelijks. Maar dankzij mijn leerlingenbegeleider krijg ik snel veel informatie over de klasgroep. Hij heeft al een band met de leerlingen, de meeste van hen weten dat ze bij hem terechtkunnen als er iets is. Zó belangrijk voor jongeren die houvast en verbinding zoeken.”
Meer leerlingbegeleiding betekent niet dat je als leraar de zorg voor je leerlingen uitbesteedt. Karen: “Basiszorg is voor mij duidelijkheid en structuur bieden aan iedereen. Met aandacht voor leerproblemen én achtergrond. In onze school geven we kansen en is er veel geduld. Daardoor voelen leerlingen zich gerespecteerd en gehoord. Maar ze weten net zo goed waar de grenzen liggen. Meldingen over mijn titularisklas volg ik kort op. Als ik van een collega hoor dat het uit de hand loopt in zijn klas, ga ik langs om te observeren om storend gedrag aan te pakken. Of ik spreek leerlingen aan als ze niet in orde zijn met hun materiaal.”
“Vanaf dit schooljaar roosteren we alle klastitularissen in de 2e graad A-finaliteit 2 lesuren vrij om te investeren in hun leerlingen én ouders”, vult Sonja aan. “Storend gedrag aanpakken is voor ons teamsport: ook voor de mensen van ons leerlingensecretariaat. Zij volgen voor de leerlingen van hun afdeling op wie vaak te laat is of niet opdaagt. Ze zijn aanwezig bij elke klassenraad en spreken leerlingen en ouders zelf aan.”
▶︎ Dieper duiken in storend gedrag? Herbekijk de webinar ‘Gedrag: rust in de klas’ met expert Kristof Das.
© Tine Schoemaker

Basisregels en routines
Bij de start van ons traject rond storend gedrag aanpakken bevroeg de school personeelsleden en leerlingen. Wat hadden beide partijen nodig om elkaar opnieuw te vinden? Directeur Sonja: “Frappant: bij leerlingen en leraren kwamen dezelfde behoeften bovendrijven. Die leidden tot 10 basisregels die we elk jaar opnieuw in vraag stellen, maar waar je op een schooldag in de klas niet over onderhandelt.”
Of er dan geen discussies meer zijn? Leraar Karen: “De moeilijkste? Het dragen van petten of jassen in de klas. Dat moet ik wel 100 keer herhalen. Maar pubers blijven pubers, natuurlijk. Herhaling is nodig, frustratie helpt dan niet. Dus ik zeg: ‘Zet je petje af, alsjeblieft.’ En daarna volgt standaard: ‘Dank je wel.’ Wanneer respect van 2 kanten komt, merk je dat het veel makkelijker gaat.”
Er kwamen ook verschillende routines die elke leraar op dezelfde manier uitvoert om de schooldag vlot te laten lopen. Sonja: “De klas binnenkomen, in de rij staan … De eerste 2 schoolweken komen die afspraken voortdurend aan bod. We houden ze een schooljaar lang zichtbaar: in de agenda, op posters met eenvoudige pictogrammen. En telkens opnieuw leggen we uit wat we doen en waaróm we dat doen.”
“Daarbinnen kan elke leraar nog steeds zijn eigen stijl ontwikkelen”, benadrukt Karen. “Ik start mijn les bijvoorbeeld met een duidelijke structuur: eerst een ademhalingsoefening, dan agenda invullen, daarna leg ik de opdracht uit. Regelmatig mogen mijn leerlingen dan kiezen: de banken verplaatsen met een groepje of alleen rechtopstaand werken. Dat geeft hun het gevoel dat ze keuzes kunnen maken, al is het binnen een duidelijk kader.”
In onze permanente onthaalklas is er tijd om basisregels te duiden en routines in te oefenen
Sonja Wellens
adjunct-directeur
Instromen via de onthaalklas
In Deurne stromen heel wat leerlingen pas in de loop van het jaar in. “Dat zijn leerlingen die van school worden gestuurd, die nog geen school hebben en op wachtlijsten stonden, of die in een richting zitten die te zwaar is”, vertelt Karen. “Bij elke nieuwe leerling verandert de groepsdynamiek. Ze tasten de grenzen af. En die eerste dagen hebben ze vaak het nodige materiaal nog niet.”
Sonja: “Daarom hebben we nu een permanente onthaalklas, waar elke nieuwkomer een grondige intake krijgt. We zoeken perspectief: wie ben jij, wat zijn je sterktes, je valkuilen, je toekomstdromen? En we zetten een open gesprek met hun ouders op. Daarna volgen 2 onthaaldagen: leerlingen krijgen al het nodige materiaal, ze leren inloggen en werken met digitale platformen. Er is ook voldoende tijd om de basisregels te duiden en routines in te oefenen. Pas dan sluit een leerling aan bij de klas.”
© Tine Schoemaker

Duidelijke grenzen
“Het moeilijkste aan afspraken, voor onze leerlingen én voor ons team? Ze naleven”, zegt Sonja. Daarom brengen leraren in kleinere teams met een gedragscoach verschillen in visie in kaart. “Waar ligt de grens van de school? Waar ligt mijn persoonlijke grens? In een onrustig klimaat treedt normvervaging niet enkel bij leerlingen op. Dan schuift ook de inschatting van leraren centimeter na centimeter op.”
Karen: “Waar we soms nog de mist ingaan: het eigenaarschap van conflicten. Sommige collega’s sturen leerlingen bij kleine conflicten meteen naar de leerlingenbegeleiding. Maar je kan perfect zelf een sanctie geven en storend gedrag aanpakken. Wanneer een leerling op zijn bank heeft getekend: ‘Jij mag na de les álle banken schoonmaken.’ Anders geef je je gezag weg, en je leerlingen voelen dat je niet met lastige situaties kan omgaan. Door die twijfelgevallen met elkaar te bespreken, geven we elkaar steeds meer houvast. ”
Bij een vechtpartij schorsen we beide partijen meteen voor de rest van de dag
Sonja Wellens
adjunct-directeur
“Harde streep: agressie”, beklemtoont Sonja. “Bij een vechtpartij schorsen we beide partijen meteen voor de rest van de dag. Net als bij leerlingen die bewust basisregels blijven schenden. Die beslissing neemt leerlingenbegeleiding altijd samen met de directie. Zo sturen we een duidelijk signaal, ook naar ouders.”
Karen: “Tuchtmaatregelen laat ik graag over aan een ander niveau. Intussen kan ik als klastitularis blijven inzetten op vertrouwen en verbinding met leerlingen en ouders. We halen de banden via alle mogelijke kanalen aan. Ook rapporten geven we niet mee zonder ouder erbij. Zo halen we een hoge aanwezigheid op oudercontacten. En zien ze ons niet pas wanneer er een probleem opduikt.”
Nieuwe inzichten
Sinds vorig jaar maakt de school bewust tijd vrij om data te verzamelen. Sonja: “We zien tendensen die ons buikgevoel bevestigen, zoals de link tussen een verkeerde studiekeuze en storend gedrag. Maar ook hoopgevende signalen, want het aantal tuchtprocedures en definitieve uitsluitingen daalt. Hoe efficiënt we dat ook proberen aan te pakken, met QR-codes naar hapklare invulformulieren: het is extra papierwerk voor elke leraar. Maar we weten wel tijdig welke leerlingen de grenzen aftasten. Conflicten blijven niet onder de radar. En leraren kunnen snel bij iemand terecht als een incident op hun maag blijft liggen.”
“Er komt nu ook ruimte voor nieuwe inzichten”, droomt Karen vooruit. “Hoe zou het zijn als leerlingen meer betrokkenheid tonen en zelfs trots zijn op hun school? Nu de nieuwbouw klaar is, zijn er kansen om leerlingen zich meer thuis te laten voelen. Waarom tonen we hun werk niet in en rond het gebouw? En de speelplaats moet niet langer een betonnen vlakte zijn, maar een plek waar leerlingen graag samenkomen. Ik ben ervan overtuigd: wie hier graag is, zal zich ook beter gedragen.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter