Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Van storend naar gewenst gedrag: oefening baart rust

  • 16 september 2025
  • 8 minuten lezen

In Basisschool Ursulinen Mechelen pakte storend gedrag in de lagere school aan: het aantal incidenten daalde met 75%. Zorgcoördinator Jasmine, leerlingencoach Janneke en time-outcoach Fiona: “Net als dt- en rekenregels, oefenen we gewenst gedrag in. Preventief én curatief.”

Zorgcoördinator Jasmine over hoe je van storend naar gewenst gedrag kunt gaan
Zorgcoördinator Jasmine Lauwers: “Speelplaatstumult, refterrumoer en gangenlawaai: ze zinderden vaak nog na het belsignaal na.”

Jasmine Lauwers, zorgcoördinator en pedagogisch coach: “Complexe gedragsdossiers vroegen steeds meer beleidsuren, leerlingen vonden moeilijker rust en leraren klaagden almaar vaker over verloren lestijd. Dat onze leerlingen zich hoe langer hoe minder wisten te gedragen. Dat storend gedrag in onze lagere school zorgde voor stress.”

“We zochten allemaal naar manieren om de rust in onze klas te bewaken: van motiverende beloningssystemen over begripvolle gesprekken tot strengere straffen. Met wisselend succes. En 1 groot mankement: leerlingen spenderen ook veel tijd buiten de klas. Speelplaatstumult, refterrumoer en gangenlawaai: ze zinderden vaak nog na het belsignaal na.”  

“Dat een groep leerlingen het tijdens een theatervoorstelling nogal bont maakte – van stoelen vallen, om ter opvallendst lachen – gaf ons team een extra duwtje: het storend gedrag in onze lagere school moesten we aanpakken en veranderen. Minder klasmentaliteit en meer schoolbeleid, iedereen op 1 lijn, overal dezelfde basisafspraken.” 

▶︎ Lees hier met welke 5 principes het team van Basisschool Ursulinen Mechelen de neuzen in dezelfde richting kreeg.

Nederlands, wiskunde, gedrag 

Jasmine Lauwers: “Starten deden we met een grote denkoefening met heel het team. Welk storend gedrag in onze lagere school komt vaak voor? Hoe vermijden we dat? Wat vinden we ‘storend’ en wat ‘grensoverschrijdend’ gedrag? Hoe reageren we op elk van beide? Wie draagt welke verantwoordelijkheid? …”     

“We landden bij 6 speelplaats- en 8 klasafspraken. ‘We steken onze vinger op’, ‘We hebben respect voor elkaar’, ‘We zeggen alsjeblieft en dank je wel’: de basis. Die afspraken gelden nu van 7 tot 19 uur, dus óók tijdens de voor- en naschoolse opvang. En ze zijn overal zichtbaar, op de speelplaats, in de gangen en in elke klas.”  

Janneke De Coninck, leerlingencoach: “Dat maakt het makkelijker om te reageren op storend gedrag in een lagere school. Leerlingen die een afspraak even vergaten, corrigeren zichzelf snel als ik naar de afspraken wijs. Maar afspraken zijn niet genoeg. Want wat we juist met ‘respect’ bedoelen, is niet voor elke leerling duidelijk. En wat met een leerling die wel de vinger opsteekt, maar op zo’n onrustige manier dat die anderen stoort?” 

“Net als de dt-regel in de lessen Nederlands en de rekenregels bij wiskunde, was het nodig ook onze gedragsregels extra te duiden en in te oefenen. Dat doen we nu preventief met een leerlijn rond sociale vaardigheden en curatief via remediëring bij de time-outcoach.” 

▶︎ Weten op welke wetenschappelijke inzichten het team van Basisschool Ursulinen Mechelen zich baseert? Lees dan dit interview met gedragsexpert Tom Bennett.

Leerlingencoach Janneke De Coninck over hoe je van storend naar gewenst gedrag kunt gaan op school
Leerlingencoach Janneke De Coninck: “Rumoer terwijl we de trap opwandelen? Hop, terug naar beneden, we proberen het opnieuw.”

‘Stop! leren zeggen 

Janneke De Coninck: “Van instapklasje tot zesde leerjaar, via een leerlijn bouwen we de sociale vaardigheden van onze leerlingen jaar na jaar op. In september en oktober gaat – naast groepsbinding – veel aandacht naar de schoolafspraken. We leggen uit wat elke afspraak precies inhoudt, hoe afspraken rust brengen en waarom rust zo belangrijk is. En we oefenen: rumoer terwijl we de trap opwandelen richting klaslokaal? Hop, terug naar beneden, we proberen het opnieuw. Deze keer in stilte.”  

“De afspraken na elke vakantie even herhalen is geen luxe. Dat doen we door elke klas 1 van de afspraken en een korte verwerkingsopdracht te geven. ‘Maak een poster over hoe je je aan deze afspraak houdt’, bijvoorbeeld. Elke keer een andere werkvorm, steeds activerend en verbindend.” 

“Vanaf november focussen we ook op communicatieve vaardigheden zoals ‘stop’ zeggen, om hulp vragen, vanuit een ik-boodschap spreken, ‘nee’ zeggen. We kozen voor die thema’s omdat daar de oorzaak van heel wat conflicten lag. Leerlingen die iets niet leuk vonden en anderen op de grond duwden bijvoorbeeld. Niet om ze pijn te doen, maar omdat ‘stop’ zeggen niet in hun repertoire zat.” 

Jasmine Lauwers: “Door met iedereen rond die vaardigheden te werken, ontstaat een gemeenschappelijke taal. Leerlingen praten meer en duwen minder. En moet je als leraar scheidsrechter spelen bij een ruzie, dan helpt die taal je tot de leerlingen doordringen. ‘Duwen mag niet, maar ze zei ook ‘stop’. Je weet wat dat betekent, dus ben jij ook in fout.’”

“De kleuterleraren koppelen aan elk thema ook effectief een woordenlijst. Die oefenen ze in de klas in. Maar de woordenlijst gaat ook – samen met een kleurplaat in thema – mee met het weekbriefje voor ouders. Zo leven de nieuwe woorden ‘s avonds hopelijk aan heel wat eettafels voort. Bij ons thuis alvast geslaagd: mijn zoontje van 3 die hier in de kleuterschool zit, experimenteerde onlangs vurig met ‘Stop, mama!’” 

Sociale vaardigheden oefenen

Janneke De Coninck: “Kansen om ons gedragsbeleid buiten de schoolmuren te laten voortleven, grijpen we graag. Die zitten in de woordenlijst en kleurplaat voor thuis, maar evenzeer in onze focus op motivatie. We willen onze leerlingen stimuleren om telkens opnieuw voor goed gedrag te kiezen. Niet alleen omdat het zo hoort, óók opdat ze daar zelf de voordelen van voelen.”  

“De kleuterschool zet daarvoor theatertalent in: leraren spelen storend gedrag en de consequenties daarvan na en zoeken samen met de kinderen hoe het beter kan. Speelgoed over de speelplaatsmuur gooien? Dat is niet fijn; waar speel je dan mee? Een koek afpakken? Dat maakt je vriendje verdrietig; met wie speel je dan? Herkenbare situaties om de impact te vergroten.” 

“In de lagere school maken we van de les ‘sociale vaardigheden’ – 1 uur per week – een positieve klaservaring. Welke vaardigheden we wanneer inoefenen ligt voor iedereen wel vast, maar de leerlijn is geen script van a tot z. Knutselopdrachten, verhalen, filmpjes, klasbesprekingen: leraren kiezen zelf hoe ze te werk gaan. Want zij weten het best met welke werkvorm ze de motivatie van hun leerlingen aanwakkeren.” 

Fiona De Backer, time-outcoach: “En we zetten sterk in op positieve bekrachtiging. Door onze leerlingen, als onderdeel van de leerlijn, elkaar complimenten te leren geven. Maar ook met gouden pijlen in hun agenda. Is een leraar onder de indruk van iets wat een leerling deed? Iemand spontaan helpen, bijvoorbeeld, of voor het eerst in lange tijd volledig in orde met materiaal, dan geeft die een gouden pijl. Bij zo’n oprecht en concreet compliment van de leraar ervaart elke leerling een positief gevolg van het gestelde gedrag.”

Minder ambras in je klas? Bekijk ook deze tips.

  • Leraar Ils speelt ruzies uit haar eerste kleuterklas na met handpoppen
  • Bij leraar Hanne praten kleuters conflicten uit aan de win-wintafel.  
  • Via groeigesprekken sleutelt leraar Nele aan de social skills van haar 6e leerjaar. 
Fiona De Backer over hoe je van storend naar gewenst gedrag kunt gaan op school
Fiona De Backer: “Met een gedragsladder krijgen alle leerlingen feedback op hun gedrag.”
gedragsladder en klasafspraken van Basisschool Ursulinen Mechelen

Storend gedrag in lagere school visueel maken

Fiona De Backer: “In elke klas hangt een gedragsladder, een idee dat we opdeden in Birmingham toen enkele collega’s daar op excursie waren in de St Matthew’s Primary School. Met een combinatie van kleuren en symbolen (kleuter) of woorden (lager) krijgen alle leerlingen snel – en continu – feedback op hun gedrag. Transparant, zodat ze tijdig kunnen bijsturen.”

“Hoe dat precies werkt? Elke leerling heeft een wasknijper. Starten doet elke wasknijper in de zone ‘klaar om te leren’ (groen). Door de klas geroepen? Niet geluisterd? Je wasknijper zakt naar ‘opgepast’ (geel), ‘laatste waarschuwing’ (oranje) of ‘time-out’ (rood). Vinger opgestoken? Constructief samengewerkt? Je wasknijper stijgt weer.” 

“Naast een monitoringsysteem is de ladder ook een potentieel compliment. Leerlingen die uitzonderlijk positief gedrag stellen – een klasgenoot helpen zijn boekentas in te pakken bijvoorbeeld –, kunnen naar het vakje ‘excellent’ (goud) klimmen. Ook zo willen we hen motiveren. En het werkt! Want een vaak gestelde vraag hier is ‘Juf, hoe krijg ik ‘een excellent’?”  

“We resetten de ladder na elke speeltijd. Dat geeft veel kansen voor ze naar de time-outzone zakken. Zijn de kansen toch opgeraakt? Dan komen ze naar mij voor remediëring. Samen bekijken we opnieuw de schoolafspraken, denken we na over waarom het misliep en oefenen we wat niet lukte in de klas. Nóg een kans, maar wel in verhoogde zorg. Zo kan de leraar zich focussen op de les.” 

“Heeft ook die time-out niet het gewenste effect, dan schakelen we naar de volgende stap in de verhoogde zorg: een zorggesprek tussen de klasleraar en Jasmine als zorgcoördinator. Zij bekijken samen hoe we de leerling het best helpen. Afhankelijk van de situatie kan dat met nog een kans. Maar evenzeer met een straf. Een extra taak bijvoorbeeld. Heeft ook die straf geen effect? Dan betrekken we achtereenvolgens de ouders bij het zorggesprek of zoeken we naar externe hulp.” 

 “Over al die stappen zijn we steeds transparant. Alle afspraken staan – in woorden én symbolen – in de schoolagenda. Daarnaast en in getrapte volgorde staan de consequenties: ‘Ik ga deze afspraken nog eens oefenen bij juf Fiona’ of ‘De afspraken blijven heel moeilijk voor jou; we bekijken samen met je ouders of er externe hulp nodig is’.”  

Jasmine Lauwers: “Van leerlijn sociale vaardigheden tot getrapte remediëring: ons gedragsbeleid vroeg veel flexibiliteit en energie van het hele team. En het is nog niet af. Hoelang blijven we oefenen? Wanneer is een straf toch geschikter? Met de input van ouders, leerlingen, leraren en speelplaats- of opvangtoezichters kunnen we elk jaar wat meer verfijnen.” 

“Maar als leerlingen elkaar op storend gedrag aanspreken nog vóór een leraar moet tussenkomen, weet je dat onze inspanningen iets opleveren: de basis zit goed. En dat bevestigen ook onze cijfers, want de gedragsincidenten zijn intussen met zo’n 75% gedaald. Ook ons team verdient dus goud. Met een pijl én ‘excellent’.”   


Nóg meer weten over de werking van Basisschool Ursulinen Mechelen? Lees het onderwijsonderzoek rond klasmanagement van Karel de Grote Hogeschool en Universiteit Antwerpen waar de school aan meewerkte. Of volg de gratis online training hoe je met structuur en voorspelbaarheid rust én verbinding brengt in je klas en op school.

Tine Jellasics

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter