Vlaanderen
Klasse.be

Gesprekstips

Seks: hoe praat je erover in de klas?

  • Laatste wijziging: 13 maart 2024
  • 8 minuten lezen

Hoe maak je van je lessen relationele en seksuele vorming (RSV) een succes? Hoe bereid je je voor? Wat doe je best wel? En wat liever niet? Sarah Van Laerhoven van Pimento geeft 10 tips.

Praten over seks in de klas: icoontje stuur

Tip 1: zet leerlingen mee aan het stuur

Sarah Van Laerhoven, educatief medewerker Relaties en seksualiteit bij Pimento: “Zijn je leerlingen benieuwd naar voorbehoedsmiddelen? Spitsen ze hun oren als het over geaardheid gaat? Of willen ze liever weten hoe je ‘het’ met iemand aanvraagt? De noden verschillen van klas tot klas. Wil je dat je les RSV aanslaat? Peil dan op voorhand naar de verwachtingen van je leerlingen.”

“Hoe je dat best doet, hangt van je klas af. In sommige klassen heerst een heel open sfeer, in andere kleeft er wat gêne aan het onderwerp. Anonimiteit garanderen is dus sowieso een goed idee. Een bevraging via Mentimeter biedt die optie. Een oldschool vragendoos ook.”


Praten over seks in de klas: icoontje wisselen

Tip 2: wissel werkvormen af

Sarah: “Relaties, verliefdheid, gender, porno, voortplanting, plezier: de deelaspecten van seksualiteit lopen uiteen. Niet elk aspect matcht met elke werkvorm. Zo laat je kansen liggen als je enkel doceert over verliefdheid, want je leerlingen kunnen veel van elkaars ervaringen leren. Wil je die horen? In kleine groepen is er doorgaans meer veiligheid.”

“Je leerlingen in kleine groepen laten praten over de technische aspecten van seks is dan weer geen ideaal scenario. Je kan niet bij elk groepje tegelijk zijn. Foutieve informatie glipt zo snel door de mazen van het net. Doceer deze informatie liever, of werk met stellingen. Dan betrek je de hele klas actief.”

Even geen inspiratie? Van de ‘sexting-boom’ tot het ‘catfishing-mysteriespel’: in Pimento’s brochure ‘Weerbaar op het web’ vind je tal van creatieve werkvormen. Ook de materialenbank van Sensoa en School uit de kast van Wel Jong en Çavaria reiken ideeën aan.


Praten over seks in de klas: icoontje condoom

Tip 3: doe het veilig

Sarah: “Dé voorwaarde voor een open gesprek is veiligheid. Je les starten met het maken van afspraken of overlopen van de PICKASOLL-afspraken van Sensoa is daarom een goed idee. Zo garandeer je je leerlingen: wat hier vandaag verteld wordt, verlaat de klasmuren niet. Ook oprechte interesse tonen en alert zijn voor vooroordelen, dragen bij aan een veilige groepssfeer.”

“Vooroordelen vermijden? Makkelijker gezegd dan gedaan. Iedereen heeft ze. Aan jou als gespreksleider om ze in vraag te stellen bij je leerlingen. Eerst stilstaan bij je eigen referentiekader helpt daarbij: Wat is jouw beeld van de ’typische’ man, de ’typische’ vrouw, het ’typische’ gezin? Hoe sta je tegenover trans personen? Wat vind je van wachten met seks tot na het huwelijk?”

“Je leerlingen mogen ook van mening verschillen, niet iedereen hoeft het eens te zijn. Homofobe ideeën? Vrijheid van gedachte is een recht. Maar dat betekent niet dat ze mogen doen en zeggen wat ze willen. Misschien helpt dit om lastige uitspraken te plaatsen: eerlijkheid is een cadeautje. Het betekent dat een leerling zich veilig genoeg voelt om een (afwijkende) mening te geven. Geen evidentie.”

Respecteer het ook als leerlingen aangeven zich niet comfortabel te voelen. Leerlingen die vanwege hun godsdienst bijvoorbeeld niet mogen praten over seksualiteit? Met pushen bereik je niets. Maar duid wel het belang van je les: voor wie nooit iets over seks hoorde, is er zomaar aan beginnen onveilig. Praten moet niet, maar luisteren is belangrijk. Wij gebruiken zelf de metafoor van het rijbewijs: eerst de theorie, dan de praktijk.”


Praten over seks in de klas: muurtje bouwen

Tip 4: bouw logisch en gebalanceerd op

Sarah: “De les aftrappen met een vraag als ‘Wie keek al porno?’ of ‘Wie weet wat het maagdenvlies is?’ Niet het beste idee. Je overvalt je leerlingen, schrikt sommigen af. Niet de ideale start van een veilige groepssfeer. Bouw je les gestaag op: start met praten over verliefdheid en andere gevoelens voor je overstapt op seks. Eerst flirten, dan pas porno. Zoals in een relatie.”

“Zorg ook – net als in een relatie – voor balans: aan leerlingen vertellen over soa’s en andere risico’s van seks, is heel belangrijk. Maar een puriteins schrikbewind is niet nodig. Verliefdheid, zoenen, masturbatie en seks zijn ook fijn. Evenzeer zorg je best voor afwisseling tussen beleving en technische informatie. ‘Hoe gaat zo’n eerste keer seks juist in z’n werk?’ Maar ook: ‘wat maakt die eerste keer zo spannend?'”


Praten over seks in de klas: icoontje stopbord

Tip 5: stel grenzen als je daar nood aan hebt

Sarah: “Wees ook zelf een voorbeeld in het aangeven van grenzen. Voel je je niet op je gemak bij een vraag? Met de boemerang-methode kaats je ze terug naar de klas. ‘Meneer, is de grootte van een penis belangrijk?’ – ‘Wat denken jullie, ís die grootte belangrijk?'”

“Dringen je leerlingen toch aan op jouw antwoord, bijvoorbeeld bij een vraag over je privéleven? Ook jij mag zeggen dat je je er niet comfortabel bij voelt, dat de PICKASOLL-afspraken ook voor jou gelden, of dat je er wat langer over moet nadenken.”

“Maar weet: jouw ervaringen kunnen een meerwaarde zijn. Vertellen over hoe jij je voelde bij je eerste kus of waarom je eerste keer tegenviel, leert je leerlingen veel. Plus: dat je die dingen dúrft zeggen, geeft hun de moed om ook ervaringen te delen. Tip: sta vóór je les stil bij vragen die je leerlingen kunnen stellen en of je bereid bent erop te antwoorden.”


Praten over seks in de klas: icoontje klok

Tip 6: start vroeg genoeg

Sarah: “Uit schrik om te choqueren je lessen RSV uitstellen? Geen goed idee. Gemiddeld zijn kinderen 10 jaar als ze in hun digitale puberteit terechtkomen. En ook kleuters hebben al vragen over hun lichaam, de voortplanting en verliefd zijn. Door vroeg genoeg te starten, vermijd je dat ze via minder betrouwbare wegen naar antwoorden zoeken.”

Wat is relevant voor welke doelgroep? Sensoa helpt je verder met een overzicht én kant-en-klaar materiaal.


Praten over seks in de klas: icoontje vergrootglas

Tip 7: geef aan dat je niet alles weet

Sarah: “Bezorgt een les RSV je angstzweet omdat je geen expert bent? Misschien helpt het besef dat je geen expert hoeft te zijn. Je kan je les zelfs met die boodschap starten. En het doel van je les benadrukken: samen op zoek gaan naar het antwoord op de vragen van je leerlingen. Basiskennis is handig, maar het is vooral belangrijk om open te staan voor het onderwerp en onbevooroordeeld naar je leerlingen te luisteren.”

“Samen websites afschuimen op zoek naar het juiste antwoord, heeft een tweede, belangrijk voordeel: je toont je leerlingen waar ze betrouwbare info vinden. Zo kunnen ze ook na de les met hun vragen ergens terecht.”

JE ‘SEXPERTISE’ VERGROTEN?

  • Allesoverseks.be – Deze website van Sensoa geeft duidelijke antwoorden op honderden concrete vragen. Volledig op maat van jongeren.
  • Sense – Op deze Nederlandse tegenhanger van allesoverseks.be vind je naast antwoorden op vragen ook persoonlijke verhalen.
  • WatWat – Hét referentiepunt voor jongeren met vragen. Hoewel WatWat breder informeert dan over relaties en seks, gaan heel wat artikels over die thema’s.
  • Ben ik normaal? – Op deze website vind je getuigenissenvideo’s, interactieve oefeningen en zelfreflectietools. Voor leerlingen vanaf 15 jaar.
  • De dokter Bea show-lesmodules – Doe een beroep op de deskundigheid van dokter Bea om met jongere kinderen over seksualiteit te praten.
  • De anticonceptiewijzer – Geen grote anticonceptie-kenner? Met de anticonceptiewijzer van Sensoa ben je in een mum van tijd mee.
  • EDUbox Identiteit en EDUbox Sexting – De EDUboxen van VRT dompelen je leerlingen op een interactieve manier onder in verschillende thema’s.
  • Çavaria – De website van koepelorganisatie çavaria bevat een handige woordenlijst. En linkt door naar meer dan 135 LGBTQIA+-verenigingen waar leerlingen bij terechtkunnen.
  • Awel en JAC – Op deze websites kunnen jongeren hun vragen via de chat aan professionals stellen.
  • Zanzu – Praten over seksuele gezondheid met mensen die weinig of geen Nederlands kunnen? Met deze app overbrug je taaldrempels.

Toch niet overtuigd om je les (volledig) zelf te geven? Neem dan contact op met verenigingen als Pimento en Wel Jong. Educatief medewerkers zoals Sarah geven dan de les, met of zonder je aanwezigheid. Achteraf briefen ze je over welke thema’s er leven in de klas.


Praten over seks in de klas: icoontje tekstballonnen

Tip 8: communiceer naar ouders

Sarah: “Aan lessen relationele en seksuele opvoeding kleven waarden en normen. Die kunnen clashen met de waarden en normen van een gezin. Dus vragen sommige ouders naar meer informatie. Communiceer aan het begin van het schooljaar over de reden en inhoud van de lessen RSV. Zo geef je ze de kans te reageren en met de school in gesprek te gaan. En vermijd je conflicten achteraf.”

“Met een heldere visie over de lessen RSV sta je tijdens zo’n oudergesprek steviger in je schoenen. Waarom vindt de school RSV belangrijk? Hoe passen de lessen in jullie opvoedkundig project? Wat zeggen de minimumdoelen?”

“Ook na de lessen RSV naar ouders terugkoppelen over wat er bij de leerlingen leeft, is dankbaar. Ouders zijn voorbereid op vragen van hun kinderen en kunnen thuis voortbouwen op de inhoud van de lessen. Ook bovenstaand lijstje met websites is voor hen interessant. Stuur na je les een mailtje of zet ze zichtbaar op de website van je school.”

Vind meer tips voor een stevige relatie tussen school en ouders op de website van Sensoa.


Praten over seks in de klas: icoontje sloopbal

Tip 9: doorbreek de heteronormativiteit

Sarah: “Om diversiteit kan je niet heen. Wil je alle leerlingen bij je les betrekken, dan is het belangrijk om die diversiteit te omarmen. Let op eventuele heteronormativiteit of culturele, religieuze en genderstereotypen in je taalgebruik, voorbeelden en afbeeldingen. En neem jezelf niet als norm.”

Met de brochures ‘Alles wat je altijd al wilde weten over holebi’s’ en ‘Alles wat je altijd al wilde weten over transgender’ van vzw KLIQ en Çavaria maak je je RSV-lessen alvast LGBTQI+-vriendelijker.


Praten over seks in de klas: icoontje lachende emoticon

Tip 10: gebruik humor

Sarah: “Praten over verliefdheid, relaties en seks is voor velen nog steeds een taboe. Met een vleugje humor temper je de ongemakkelijkheid en ontdooi je je leerlingen. En jezelf.”

“Bij een condoomdemonstratie – best hoogdrempelig voor sommige leerlingen – breng ik bijvoorbeeld vaak luchtigheid door te zeggen dat ik ‘iemand’ bijheb: Oscar. Wat ongemakkelijk gegiechel als ik hem voor het eerst bovenhaal, maar daarna lukt erover praten goed. ‘Oscar’ is een pak minder gênant om te zeggen dan ‘de penis in erectie’.


Vind nog meer tips over seksuele en relationele vorming in de brochure What the FAQ?! van Pimento.

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


D

Diana

12 december 2017

Dankzij deze tips ben ik gerust gesteld. Zal ze in de buurt houden tijdens mijn lessen, en zelf ook de site bekijken. Vertrekken vanuit de leerlingen hun vragen... that's the spirit ! Dank je wel!

Reageren
D

Danny

8 juni 2018

Opletten met het klassikaal behandelen van de vragen uit de ideeënbus. Als leraar niet zeggen: "Eén van de vragen is ..."
Beter is de vraag aan te brengen als: "Een vraag die je zou kunnen stellen is ..."
Op die manier is de veiligheid van de leerling die de vraag heeft gesteld, groter. Toch wel belangrijk in deze context.
Voor de rest, waardevol :-)

Reageren

Laat een reactie achter