Vlaanderen
Klasse.be

Actueel

Financiële issues bij de Digisprong: 5 vragen van scholen

  • 23 augustus 2022
  • 6 minuten lezen

Veel scholen starten op 1 september met een digitaal toestel voor elke leerling. Huren, kopen of leasen: scholen bepalen hun aanpak zelf. De Vlaamse overheid voorziet 510 euro per toestel, maar scholen kunnen een duurder model kiezen. Dat legt grote druk op sommige gezinnen, en kan leiden tot discussie met ouders. 5 vragen van directeurs over de Digisprong beantwoord.


“Een ouder verzet zich tegen de extra kost die onze school aanrekent voor de aankoop van een laptop. Wat antwoord ik?”

Wanneer je als school digitaliseert, ga je vooraf in dialoog met alle betrokkenen: leraren, leerlingen én ouders. De schoolraad is een geschikt orgaan, omdat daar ook vertegenwoordigers van de ouders zetelen. Hou in gedachten dat de ouders van kwetsbare gezinnen daar minder vaak het woord nemen. ‘Hoe houden we dit voor elk gezin betaalbaar?’ Dat is een zorg waar je als school erg alert voor moet zijn. 

De afspraken rond digitale toestellen komen na overleg in de schoolraad zwart op wit in het schoolreglement terecht. Als ouders bij inschrijving het schoolreglement tekenen, verklaren ze zich dus akkoord met die kost. Zolang je die beslissingen op de juiste manier nam en documenteerde, kan je naar het schoolreglement verwijzen. Natuurlijk is dialoog de beste optie. Heel wat ouders lezen het schoolreglement niet volledig. Bespreek de schoolkosten met elke ouder die zijn kind inschrijft, of zorg voor een overzichtelijke brochure. 

Misschien verdwijnt de onvrede als ouders meer inzicht krijgen in hoe de rekening tot stand kwam? Of je kan uitleggen hoe jouw school via digitalisering de uitgaven voor papieren handboeken en kopieerkosten wil drukken. Blijf je ervan bewust dat niet elk gezin die extra uitgaven kan dragen. Net zoals bij andere hoge kosten – excursies, prijzige handboeken – zoek je samen uit wat wel haalbaar is. En doe je er als school alles aan om goed onderwijs betaalbaar te houden voor elke leerling.


“Een school uit de buurt rekent de gestegen internetkosten deels door op de schoolfactuur. Mag dat?”

Een terugkerende kost voor internetverbruik mag je niet doorrekenen op de schoolfactuur. Elke school kreeg extra budget om haar netwerk te versterken. Theoretisch gezien kan je een deel van de middelen van de Digisprong ook aanwenden om andere digitaliseringskosten zoals de investering in het netwerk van de school te financieren.

Opgepast: dat kan enkel met het budget dat overblijft na de aankoop van een digitaal toestel per leerling, en alleen als de ouders niet via de schoolfactuur bijdragen in die aankoop. Een financiële bijdrage op de schoolfactuur is pas mogelijk als de kosten die de school maakt het budget van de Digisprong overstijgen.

Waak er ook over dat je voor elke aankoop de aankoopprocedures respecteert. Anders bestaat de kans dat je school een deel van de gemaakte kosten moet terugbetalen.


digisprong computer

“Sommige van onze leerlingen willen een eigen laptop meebrengen, al biedt onze school de mogelijkheid om een toestel te leasen. Kan dat? En kunnen ouders dan vragen om het budget van de Digisprong aan hen over te maken?”

Ouders hebben dat recht, al leeft het misverstand dat de school de middelen waarin de Digisprong per leerling voorziet, integraal moet overschrijven. Zo kan een school er bijvoorbeeld voor kiezen om een deel van die middelen aan te wenden voor een solidariteitsfonds, waarmee de school zelf toestellen aankoopt voor wie het minder breed heeft. Ook zijn de middelen die je krijgt, gebaseerd op leerlingenaantallen die intussen misschien gestegen zijn, wat inhoudt dat je het totaalbudget over meer leerlingen moet verdelen.

Je kan de besteding van de middelen ook spreiden in de tijd, om zoveel mogelijk leerlingen te laten meegenieten van deze financiële steunmaatregel. En tot slot: je bent niet verplicht om het volledige bedrag meteen over te schrijven. Dat kan ook in schijven, gespreid over enkele schooljaren. Zo vermijd je dat een leerling een onevenredig grote hap uit je budget neemt als die de school vroegtijdig verlaat. 

Je mag leerlingen inderdaad niet verbieden om een eigen toestel mee te brengen als dat voldoet aan de minimumeisen van de school. Als school is het begrijpelijk dat je een wildgroei aan eigen toestellen niet aanmoedigt. Dat stelt je ICT-coördinator voor een hoop logistieke problemen en extra werk.

Tegelijk is het logisch dat gezinnen geen onnodige uitgaven doen als ze thuis nog een laptop hebben die volstaat. Vertel ouders en leerlingen duidelijk wat de voordelen zijn aan huren of kopen via de school. Wie via de school een toestel heeft, kan nu eenmaal vaker rekenen op ondersteuning en service als er wat scheelt. Maar toon je ook bereid om oplossingen te zoeken als leerlingen zelf een toestel meebrengen.


“In onze school hebben we heel wat praktijkvakken. Tijdens die lessen hebben leerlingen zelden een laptop nodig. Daarom kocht de school zelf toestellen aan, die leraren elk lesuur kunnen uitlenen. Minder dan 1 toestel per leerling dus. Mag dat?”

De Digisprong heeft als doel om voor elke leerling een toestel te voorzien. Zo kan je bij afstandsonderwijs een hoop logistieke problemen uitschakelen. Daarom zal de besteding van de middelen ook geëvalueerd worden door het aantal aangekochte toestellen naast het leerlingenaantal van de school te leggen. 

In de lagere school geldt die verplichting enkel voor de leerlingen van 5 en 6. Bovendien ben je vrij om de toestellen ook voor de andere leerjaren beschikbaar te maken tijdens lesmomenten waarop ze in de derde graad niet gebruikt worden.


“In onze school met dubbele finaliteit en arbeidsmarktfinaliteit stromen veel leerlingen pas in de tweede graad in. Vaak kochten ze in hun vorige school al een toestel, maar volstaat dat niet voor de richting die ze hier zullen volgen. Wat nu?”

Scholen die vaker leerlingen ‘uitwisselen’, kunnen onderling afspreken welk type toestel ze laten aankopen. Op die manier vermijd je onnodige kosten bij de overstap. Dat lukt helaas niet altijd. In bepaalde richtingen heb je nu eenmaal een performanter toestel nodig. Als school kan je het toestel ook terugkopen voor de restwaarde wanneer een leerling vertrekt. Zo hebben ouders een startbudget voor een nieuwe aankoop, en beschik je zelf meteen over betaalbare tweedehandse laptops voor leerlingen die tijdens het schooljaar instromen.  

Als je leerlingen een toestel laat aankopen, kan je ook de keuze bieden: meteen het volledige bedrag neertellen, of huurkopen via een maandelijks bedrag? Hier en daar duiken grote prijsverschillen op tussen beide formules, waardoor ouders bij huurkoop aan het einde van de rit aanzienlijk meer betalen. Aangezien scholen de middelen voor de Digisprong al ontvingen, is er geen enkele reden om die marge in te bouwen. Denk ook goed na over de keuze om al dan niet een waarborg aan te rekenen. Voor sommige gezinnen kan die een  drempel vormen. Duidelijke afspraken kan je net zo goed maken met deze gebruiksovereenkomst.  

De digitale kloof dichten is een belangrijke doelstelling van de Digisprong. Verstandige keuzes, geen onnodig dure aankopen en toestellen op maat van je doelgroep: zo belast je de financiële draagkracht van gezinnen en scholen niet onnodig. En werk je mee aan een digitale omwenteling waar élke leerling baat bij heeft. 


Deze antwoorden kwamen tot stand in samenwerking met Kenniscentrum Digisprong en vzw Krijt. Volledig sluitende antwoorden streeft dit artikel niet na. Op zoek naar meer informatie? Die vind je in de inspiratiegids van Kenniscentrum Digisprong. Het actieplan Digisprong wordt gefinancierd door het herstelplan NextGenerationEU van de Europese Unie.

Seppe Goossens

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter