Vlaanderen
Klasse.be

Zo doen zij het

Van praktijkleraar tot beleid: samen polarisatie tegengaan

  • 18 januari 2024
  • 6 minuten lezen

Leerlingen die op de regenboogvlag spuwen: zo kwam Atlas College Genk vorig jaar in de pers. “Ondanks dat incident is ons fundament van verdraagzaamheid stevig”, zegt zorgcoördinator Joris. Hoe de school daaraan bouwt? Inzetten op luisteren, samenleven en samenwerken. In de praktijkles én als beleid. Expert Maarten bevestigt: “Lerarenteams zijn cruciaal voor onze democratie.” 

Foto van Joris Aerts in de klas
Zorgcoördinator Joris: “Stad en ouders: twee belangrijke schakels in ons bouwproces. Maar het doorslaggevende verbindingsstuk zit tussen leraar en leerlingen.”

Joris Aerts, coördinator Zorg campus Techniek & Innovatie: “‘Genkse scholieren bespuwen regenboogvlag’. Met die kop haalde onze school mei 2023 de pers. Wat er precies gebeurd was? We voeren al 15 jaar actie tijdens de IDAHOT-week. Dat ging altijd goed. Tot nu. Plots begonnen onze leerlingen de vrijwilligers op de speelplaats uit te joelen. Een ontwrichtend gevoel, want we bouwen hier zó aan verdraagzaamheid. Voor niets?” 

“Achteraf kwamen heel wat leerlingen zich spontaan verontschuldigen. Ze vonden hun eigen gedrag of dat van anderen oneerbiedig. Ook uit de klasgesprekken die leraren vlak na het voorval hielden, bleek: het merendeel respecteerde de mening van de vrijwilligers en de school wél. Ook al hebben zij een andere mening over die regenboogvlag, spuwen en uitjouwen vonden ze verre van oké. Maar ze hadden zich laten meeslepen door een paar harde roepers, de kwalijke kracht van groepsdruk.” 

Maarten Van Alstein, onderzoeker Vlaams Vredesinstituut: “Inherent menselijk: deel willen uitmaken van een groep. En eigen aan een gelijkgezinde groep mensen: toenemende stelligheid. De verklaring is een onbewust mechanisme. Want als anderen jouw standpunt bevestigen, formuleer je het een volgende keer waarschijnlijk scherper. Dat kan kracht geven. Maar ook polariseren, zoals hier gebeurde.” 

“Hoe de school en leerlingen er achteraf mee omgegaan zijn, vind ik heel sterk. Kiezen voor dialoog is niet evident in zo’n situatie. Maar het blijven jongeren in een pedagogische context. Sanctioneer hen voor hun gedrag, maar grijp ook de leerkans aan. Die biedt perspectief.”    

“Na die gesprekken konden we weer ademen: onze fundering zit dan toch goed. Gelukkig, want daar wordt hier serieus aan gewerkt. Met verbinding als uitgangspunt bouwden we het eerste oudercontact bijvoorbeeld om tot ‘klasbrug’. Ouders bezoeken het klaslokaal van hun kind. Bij een drankje, ongedwongen.”

“En we nodigen leerlingen uit op hun klassenraad: in plaats van over hen bespreken we hun schoolloopbaan dan samen met hen. Dat zit nog in de experimenteerfase, maar wordt unaniem warm onthaald. We merken: met dialoog sloop je een toxisch wij-zijgevoel.”  

“We krijgen daarbij hulp van de stad Genk. Zo loopt er op dit moment een project waarin moeders met een migratieachtergrond scholen op termijn zullen helpen met toezicht houden, uitstappen begeleiden … En eentje waarin leerlingen uit de derde graad opgeleid worden tot ‘Atlas-ambassadeurs’ die de school helpen bemiddelen. Niet enkel een welgekomen versterking, ook meer binding tussen de school, de leerlingen en het thuisfront.” 

“Stad en ouders: twee belangrijke schakels in ons bouwproces. Maar het doorslaggevende verbindingsstuk zit tussen leraar en leerlingen.” Hoe dat er in de praktijk uitziet? Leraar Hout Koen liet Klasse een les in zijn derde jaar meevolgen.   

Een functionele ploeg werkt goed samen

Als we het atelier binnenkomen, staat Koen met zijn leerlingen rond 1 van de werktafels. Hij is trots, want ze hebben zich schitterend gedragen op de tweedaagse vorige week. Dat benoemt hij heel concreet: “Ondanks je zere voeten, heb ik geen gezeur gehoord tijdens de wandeling, Matteo.” en “In tegenstelling tot andere klassen hebben jullie je gsm effectief thuisgelaten.” Complimenten aannemen is niet makkelijk, merken we aan het naar-beneden-gekijk. Maar hun gezichten fleuren op.    

Koen: “Veel van mijn leerlingen hebben een bouwvallig zelfbeeld; ze doen ‘maar beroeps’. Met complimenten probeer ik hun zelfbeeld te herstellen. En maak ik van die 12 sjarels één hechte groep. Want wie zelfzeker is, durft medeleerlingen helpen. En wie helpt, verbindt.” 

Maarten: “Werken aan democratie of burgerschap associëren we nog te vaak met de leraar humane vakken of talen. Maar eigenlijk kan elke leraar dat. Praktijkvakken bieden zelfs veel kansen tot democratische vorming, omdat leerlingen daar meestal meer met elkaar praten. Als leraar luisteren, bijvragen stellen, meepraten: allemaal manieren om aan een open en veilig klasklimaat te werken.”  

“Of start je les, zoals Koen, met een check-in. Om je leerlingen positief te bekrachtigen, om te weten hoe ze zich voelen of om thema’s aan te kaarten die in hun leefwereld resoneren – Israël-Palestina, LGBTQIA+ of iets wat gisteren in hun wijk gebeurd is.”  

“Er zit natuurlijk wel iets meer achter dan ‘een complimentje en klaar’. Ik hou het niet bij ‘mooie muts’ of ‘goed gedaan’. Enkel rake complimenten tillen hen écht omhoog. Om die te kunnen geven, moet ik hen leren kennen. De eerste weken van het schooljaar bel ik alle ouders op. Zijn er gevoeligheden waar ik rekening mee moet houden? Hoe loopt het thuis? Wie kan ik zelfstandig laten werken? Bij wie moet ik de autonomie wat meer opbouwen?” 

“Ook stel ik mij nieuwsgierig op: Hoe was je weekend? Ging de voetbaltraining van woensdag vlot? Is die taak voor PAV nog in orde gekomen? Wat en hoe ze antwoorden, vertelt me iets over wie ze zijn. Bovendien toont mijn interesse de leerlingen dat ze er voor mij toe doen. Dat zeg ik hen trouwens ook letterlijk.” 

“Nog een trucje: voor de leerlingen naar buiten gaan, laat ik hen in een rij op elkaar wachten. Daar startte ik ooit mee om meer rust te brengen. Opruimen en omkleden kan voor chaos zorgen. Maar die routine zorgt ook voor meer groepsbinding. Ze leren geduld hebben met elkaar en wandelen samen naar buiten in plaats van allemaal apart.”  

Herbekijk de webinar ‘Democratie: Uitdagende uitspraken in je klas’

leraar Koen geeft uitleg over hout in de klas
Leraar Koen: “Veel van mijn leerlingen hebben een bouwvallig zelfbeeld. Ze doen ‘maar beroeps’. Met complimenten probeer ik dat te herstellen.”

Een werf leid je niet alleen

Terwijl Koen Nora op het hart drukt dat ze “heeft bewezen alleen met de paneelzaag te kunnen werken” en Ides vraagt om nog eens luidop te herhalen hoe hij de lengte van de tafelpoten juist berekende, wandelt collega PAV Tom Spaes het atelier binnen.  

Tom: “Samen met Koen ben ik klasleraar van 3HoutA. De leerlingen kozen voor een praktische richting en zijn vaak meer zichzelf in Koens lessen dan in de mijne. Tijdens mijn springuren ben ik vaak in Koens atelier. Ik vraag naar wat ze maken en luister naar hun weekendverhalen. Een manier om met hen te verbinden en een goudmijn voor mijn eigen lessen. ‘Herinneren jullie je die berekening in de les van meneer Cuypers nog? Dat was de regel van 3.’  

Koen: “Wij overleggen heel vaak. Terwijl Tom hier rondloopt of door te bellen na de uren. Even aftoetsen: wist jij dat Simon zijn praktijkverslagen altijd te laat inlevert? Ook bij PAV? Hoe ondersteunen we hem daarin? Kort informeren: klopt het dat er ruzie ontstond tijdens jouw les? Wat was de aanleiding? Hoe pakken we het aan? Wat er ook voorviel, hoe geladen een thema ook, we laten zo weinig mogelijk gisten. Dat geeft disproportioneel veel miserie.”  

“Tom en ik geven samen 24 uur les aan deze klas. Als de leerlingen voelen dat we aan hetzelfde zeel trekken, heeft dat een heel krachtig effect. Zeker als we ook de ouders opbellen of mailen. En ook voor ons is die samenwerking een vangnet: we sturen elkaars denken bij en delen de verantwoordelijkheid. Plus: we zijn elkaars back-up. Want als een onderwerp je persoonlijk raakt of je een slechte dag hebt, is verbindend communiceren ontzettend moeilijk.”

Maarten: “Niet alle conflicten hoef je meteen aan te pakken. Meningsverschillen horen ook bij het leven. Zolang ze respectvol verlopen, moet je niet meteen aan de noodrem trekken. Maar heftige, structurele of escalerende geschillen laat je beter niet (te lang) gisten. Tegelijkertijd zijn we allemaal mensen. Opgestaan met migraine en in je eerste lesuur staat de klas al op stelten? Niet makkelijk. Kunnen terugvallen op een vangnet – ventileren, samen over volgende stappen nadenken of voor elkaar inspringen –, neemt druk weg.”  

“Net daarom is samenwerking zo belangrijk. Tussen leraren onderling, tussen het beleid en het lerarenteam, tussen de school en de brede maatschappij: ouders, gemeente … Toxisch wij-zij-denken tegengaan is de verantwoordelijkheid van ons allemaal.”  

Robin De Vries & Tine Jellasics

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter