Vlaanderen
Klasse.be

Schooltips

Hoe gebruik je het 4‑lademodel correct?

  • Laatste wijziging: 11 december 2025
  • 6 minuten lezen

Een poster van het 4-lademodel prijkt op heel wat schoolmuren in Vlaanderen. Maar hoe gebruik je dit model rond sancties en gedrag correct? “Het is geen rigide puntensysteem. Herstel staat in elke lade centraal.”

Het 4-lademodel helpt scholen om duidelijk te reageren op ongewenst gedrag. Het deelt overtredingen op in 4 categorieën of laden, van licht tot ernstig en van occasioneel tot frequent. Monique D’aes, intussen gepensioneerd nascholer bij de pedagogische begeleidingsdienst GO!, ontwikkelde de methode. “Elke lade koppelt maatregelen aan het gedrag. Zo krijgen leraren houvast om gepast te reageren.” 

“Het model is geen vaste lijst met sancties. Schoolteams bepalen eerst samen welke maatregelen in elke lade thuishoren, afhankelijk van hun eigen visie en context. Zo openen teamleden vlotter de juiste lade bij bepaald gedrag: een zware maatregel past niet bij een lichte overtreding. Of omgekeerd. En als school vermijd je zo willekeur.” 

“Sommige hulpmiddelen, zoals een leerlingenvolgkaart, kunnen in meerdere lades passen. En in elke lade staat herstel centraal.” 

illustratie 4-lademodel

Zware eenmalige overtredingen: straf als signaal (gele lade)

“Bij een zware overtreding zoals vandalisme, vechten of alcohol is een signaal noodzakelijk. Je laat zien dat je de situatie ernstig neemt: aan de overtreder, andere leerlingen en ouders. Directie en leerlingenbegeleiding zijn uiteraard betrokken.”

“Een ernstige overtreding roept niet per se om de zwaarste sanctie. Want straffen helpen zelden om gewenst gedrag te bereiken. Het is belangrijk om naast de straf, de leerling te ondersteunen in het omgaan met de problemen die aan de oorzaak liggen.”

Mogelijke maatregelen:


Lichte eenmalige overtredingen: waarschuwen (groene lade)

“Kauwgom, eten in de gang, afval laten slingeren … Soms regent het overtredingen op school. Die allemaal bestraffen schept een onaangename, negatieve sfeer. Bij lichte maar storende overtredingen die geen grote hinder veroorzaken, volstaat vaak een korte opmerking.” 

“Leerlingen rustig en kordaat wijzen op het naleven van de afspraken is een vorm van contact. Ze voelen dat je ze ziet. Dat je aandacht voor ze hebt. Koos je al een maatregel, maar loopt de overtreding toch uit de hand? Dan behoort die tot de lade van frequent storend gedrag en vraagt die dus om een andere aanpak.”

Mogelijke maatregelen:

  • Gebaar als duim omhoog of duim omlaag 
  • ‘Joker’ inleveren 
  • Kort gesprek 
  • Stempel die pas gevolgen heeft bij een bepaald aantal 
     
    > Lees hoe ZAVO Zaventem evolueerde van rode stickers naar 5 gouden regels

Lichte frequente overtredingen: gewenst gedrag aanleren (blauwe lade)

“Als lichte maar storende overtredingen een slechte gewoonte worden, is waarschuwen niet meer voldoende. Een leerling went eraan als er geen gevolgen zijn.”

“Nablijven en strafstudies zijn nog steeds de meest gebruikte maatregelen, ook al hebben ze vaak weinig effect. Doeltreffender is te reageren op maat van de leerling. Beseffen dat een leraar je belangrijk vindten persoonlijk wil helpen, is een goede drijfveer voor gewenst gedrag op school. Individuele gesprekken met leerlingen en collega’s bevragen helpen om de meest doeltreffende strategie te kiezen.”

Mogelijke maatregelen:


Frequente zware overtredingen: herstel eisen (rode lade)

“Bij opzettelijk, frequent fysiek of psychisch kwetsen zoals pesten, bedreigingen, maatregelen niet opvolgen … toon je als school dat je dit zeer ernstig neemt. Ondanks een straf, blijft er ruimte voor herstel.”

“Dader en slachtoffer breng je samen om over het incident te spreken. Betrek de leerlingenbegeleider en/of de directeur. Geconfronteerd worden met de pijn van het slachtoffer en zelf iets moeten doen om het ‘goed’ te maken is confronterend. Het schuldbesef van de dader is dan hoger.” 

“Uiteraard bespreek je elke stap eerst met het slachtoffer. Die leerling voelt zich gehoord en hopelijk opnieuw veilig. Het effect op beide partijen is diepgaander dan enkel de dader straffen met definitieve uitsluiting.”

Mogelijke maatregelen:

  • Herstelgesprek of herstelconferentie 
    > Pius X kiest resoluut voor herstel en geweldloze communicatie
  • Antipestprocedure 
    > Hoe pak je pesten structureel aan? 
  • Leerlingenvolgkaart 
  • Verplichte begeleiding door een buddy (vrijwillige leraar) 
  • Definitieve uitsluiting met verwijzing naar gespecialiseerde hulpverlening 

Caroline Van Der Bruggen

Het 4-lademodel correct gebruiken, tips:

Caroline Van Der Bruggen, praktijkassistent aan UAntwerpen en nog deeltijds leraar aan het Gymnasion, leert leraren in spe de kneepjes van klasmanagement. “Het 4-lademodel is heel waardevol binnen een geheel van regels rond handhaving, maar het mag niet evolueren naar dé wet in een school. Herstel blijft centraal in alle laden.” 

  1. Zie altijd de leerling in de lade
    “Maak er geen strikt systeem van waarbij je enkel nog beslist volgens het schema van de 4 lades. Blijf het persoonlijke verhaal en de achtergrond van de leerling zien.”

    “Komt een leerling frequent te laat omdat die pas vertrekt als de schoolbel rinkelt? Of omdat die een jonger zusje naar school moet brengen? Een groot verschil. Leerlingen met een sociaal-economisch zwakkere achtergrond trekken vaak aan het kortste eind in een sanctiemodel. En ze hebben niet altijd een ouder die snel contact opneemt met de school om zijn kind te verdedigen.” 
  2. Zet herstel centraal 
    “Herstel is het tegengewicht in dit sanctie- en gedragsmodel. Dat kan iets heel kleins zijn zoals een snelle duim als ze hun boek wél bij hebben of een vriendelijke knik in de gang na een woordenwisseling.”

    “Bij ernstigere feiten wordt herstelgericht denken essentieel en komt de leerlingenbegeleiding in beeld. Je moet er uiteraard tijd voor maken, maar het loont. Na een incident kan de rust weer terugkeren omdat wrijvingen en spanningen zijn aangepakt.”

    “Als het gebruik van het model verglijdt naar een puntensysteem zonder herstel, ben je bezig met gedrag op korte termijn. Maar we willen ook de attitude van jongeren beïnvloeden om hen op langere termijn samen naar de finish te brengen.”
  3. Zorg dat het 4-lademodel gedragen is 
    “Leg het niet op van bovenaf, maar vul de lades samen met het team. Ga het gesprek aan: wat vinden wij storend pubergedrag, waar trekken we een lijn? Zo creëer je duidelijkheid voor de leerlingen, leraren en ouders. Die duidelijkheid over de normen en waarden van jouw school is een groot voordeel van dit model.” 

    “Uiteraard is er nog ruimte voor je eigen stijl en persoonlijkheid. De ene collega maakt een leerling met een vleugje humor attent op de regels, een andere klinkt wat kordater. Maar het moet duidelijk zijn voor de leerlingen en ouders: herhaaldelijk een boek of materiaal vergeten, de klas storen met je gebabbel, dat kan niet op deze school.”

    “Denk er ook aan om nieuwe collega’s mee te nemen. Herhaal om de zoveel jaar het gesprek rond de lades om de schoolcultuur rond normen en waarden actueel en gedragen te houden. En investeer in opleiding en herhaling.” 
  4. Hou de administratie eenvoudig 
    “Het 4-lademodel staat of valt met gebruiksvriendelijke administratie. Want als je frequent storend gedrag wil benoemen, moet je elke keer het concrete gedrag bijhouden.”

    “Het werkt beter als je op een oudercontact kan zeggen: je dochter heeft afgelopen 2 weken 5 keer de klas gestoord met onbeleefd gedrag, door dit en dit te zeggen tijdens die en die les. Anders blijft het te vaag: “Ze hangt het uit”. Hoe gemakkelijker het systeem is om die input bij te houden, hoe sterker het geheel.” 

In het boek ‘Gewenst gedrag en sanctiebeleid op school’ geeft Monique D’aes voorbeelden uit haar praktijk als nascholer in het secundair onderwijs. Ze licht stap voor stap toe hoe je dit 4-lademodel op school kan introduceren. Het model sluit ook aan bij de toekomstige leidraad over gedragsinterventies van Leerpunt.

Sara Frederix

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter