“Ook als het klasbudget op is, zijn wensen bespreekbaar”
Els D’Hoe,
directeur GVBS De Kleine Prins in Lennik
Zo doen zij het
Elk schooljaar is het een puzzel om de begroting op te maken. Het verlanglijstje van leraren en vakgroepen is vaak ook groter dan de beschikbare middelen. Hoe bepaal je prioriteiten? En hoe verdeel je het schoolbudget ‘eerlijk’ zodat je wrevel in je team vermijdt? 3 directeurs vertellen.
Els D’Hoe,
directeur GVBS De Kleine Prins in Lennik
“De leerling staat centraal in al onze keuzes, dus ook bij de verdeling van het schoolbudget. Maar het comfort van de leraar speelt ook mee. Die moet genoeg middelen hebben om kwalitatief onderwijs te kunnen bieden.”
“Elke leraar krijgt einde schooljaar een beperkt klasbudget om materiaal te bestellen voor het komende schooljaar. Papier en verf staan daar los van. Die bestellen we op schoolniveau. Leraren vinden ze in een gedeelde kast. Zo proberen we verspilling te voorkomen.”
“Toch bleven sommige leraren nog op hun honger zitten, gaven ze aan in een bevraging. Ik maakte mijn team duidelijk dat hun wensen altijd bespreekbaar zijn, zelfs als hun klasbudget op is. In november mag elke leraar extra noden doorgeven voor didactisch materiaal. Heeft het klaslokaal opfrissing nodig? Als het doel duidelijk is en de vraag terecht, doen we die aankoop met plezier.”
“Is een vraag niet haalbaar binnen deze begroting? Dan maak ik een meerjarenplan op. Voor het schilderen of verduisteren van de klaslokalen, bijvoorbeeld. Ook de leerlingen- en ouderraad krijgen inspraak. De leerlingen wilden graag meer leesplekken en een beter leesaanbod. Met onze middelen en acties zoals de verkoop van verloren voorwerpen, konden we dit realiseren.”
“Nu denken we samen met ouders, leraren en leerlingen na hoe we spelmateriaal voor de pauzes kunnen aankopen. Dat alle betrokkenen mee denken, vergroot hun engagement. Een win-win voor iedereen.”
Kristien De Mot,
financieel directeur scholengroep Annuntiaten Heverlee
Kristien De Mot: “Wij zijn een scholengroep met centrale boekhouding waaronder 13 basisscholen, 3 secundaire scholen en 1 internaat. Verschillende kosten zoals nutsvoorzieningen en personeelskosten, maar ook didactisch materiaal en meubilair worden op het niveau van de scholengroep begroot. In oktober krijgen vakgroepen, werkgroepen en pedagogisch directeurs de kans om hun desiderata door te geven.”
“De wensen zijn altijd groter dan de beschikbare werkingsmiddelen. Het is belangrijk dat leraren kunnen aantonen waarom ze didactisch materiaal nodig hebben en wat het kostenplaatje is. Als er geen expliciete link is met het leerplan, wil dat niet per se zeggen dat er geen budget komt. Maar dan moeten ze goed motiveren wat ze nodig hebben en waarom dat belangrijk is voor de leerling.”
“Zo vroeg de vakgroep van de minor Moderne talen in de eerste graad een ruim budget voor didactisch spelmateriaal, graphic novels, digitale tools. De leraren linkten al hun wensen aan leerplandoelen, toonden aan dat het materiaal zou worden gebruikt in de verschillende talen én dat het de creativiteit en de motivatie van de leerlingen zou aanscherpen. Ze kregen niet meteen het volledige gevraagde budget, maar kunnen dat gefaseerd over meerdere jaren uitbouwen.”
“Solidariteit is een belangrijk principe. De scholengroep heeft een masterplan voor infrastructuurwerken. De opgebouwde spaarmiddelen worden gebundeld en ingezet voor scholen met de meest dringende noden. Niet elke school krijgt dus ieder jaar evenveel budget. Het grote voordeel van een centrale financiële dienst is specialisatie. We hebben mensen in dienst voor boekhouding, facturatie, opvolgen van AgiOn, aanbestedingsdossiers …”
“Daardoor worden de pedagogische directeurs ontlast en kunnen ze zich focussen op hun pedagogische taak. Maar het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Scholen moeten een stukje van hun autonomie afgeven en dat is niet altijd evident. Dat vertrouwen moet je stap voor stap opbouwen.”
Lieve Minten,
coördinator diensthoofd dko Mechelen
“In het conservatorium en de academie zetten we de noden van de leerlingen op de eerste plaats. Een leerling die fagot wil spelen, mag niet verhinderd worden omdat dat een duur instrument is. De noden van de leraren komen daarna. Het is belangrijk dat zij in comfortabele omstandigheden kunnen werken. Over de inrichting van lokalen hebben leraren en cursisten soms verschillende meningen. Wat echt telt bij het schoolbudget verdelen is het pedagogische aspect. Dat staat dan ook centraal bij budgetkeuzes.”
“Onze vakgroepen lijsten op wat er nodig is aan didactisch materiaal of instrumenten. Op basis van die wensenlijst, maken we keuzes. Dat gebeurt in nauw overleg met de artistiek-pedagogische directeurs van de scholen.”
“Voor kleinere aankopen ben ik flexibel: als de vraag goed onderbouwd is en het schoolbudget is nog niet helemaal verdeeld, geef ik meestal groen licht. Grotere investeringen, zoals de aankoop van een vleugelpiano, een paukenset of een keramiekoven vereisen planning. Daarvoor zetten we jaarlijks een bedrag opzij zodat we deze aankopen kunnen spreiden in de tijd.”
Log in om te bewaren
Laat een reactie achter