Vlaanderen
Klasse.be

Tips

Na de Onderwijsspiegel: 8 reflectievragen voor leraren en directeurs 

  • 29 maart 2023
  • 7 minuten lezen

Een sterk onderwijskundig beleid bevordert de lespraktijk, leerprestaties en ontwikkeling van leerlingen het meest. Maar veel scholen scoren net op dat punt het minst goed. Dat is het voornaamste besluit in de Onderwijsspiegel 2023, het jaarverslag van de inspectie. Je onderwijsbeleid en -praktijk verstevigen? Kijk als team in de spiegel met deze 8 reflectievragen.  

In het basisonderwijs voldoet het onderwijskundig beleid in ongeveer de helft van de 159 doorgelichte scholen (52%) aan de verwachtingen van het referentiekader voor onderwijskwaliteit. In het secundair gaat het om 7 van de 33 scholen (21%).

Hoewel heel wat scholen een heldere visie hebben, raakt die vaak niet tot op de klasvloer. Concreet: in veel scholen zijn er nog onvoldoende doelgerichte maatregelen en afspraken op school-, deelteam- en individueel niveau en is er nog te weinig aandacht voor de professionalisering en ondersteuning van leraren.

Dat beïnvloedt de onderwijsleerpraktijk: die is in veel scholen nog niet kwalitatief genoeg. De verschillen tussen scholen zijn groot, maar algemene struikelblokken in basis- én secundair onderwijs zijn onder andere evaluatie en feedback, metacognitie en taal en het beeld dat je van je leerlingen hebt.

Wie zich er al op begaf, weet: het pad van visie naar klasvloer is hobbelig. Klasse ging daarom op zoek naar de 8 grootste obstakels uit de Onderwijsspiegel. Welke hinderen jullie onderwijskundig beleid en onderwijsleerpraktijk nog? Kijk als schoolteam in de spiegel en haal ze – obstakel per obstakel – weg met de bijhorende tips.

4 vragen op klasniveau

Hoge verwachtingen, feedback, metacognitie of taal? Bepaal als schoolteam welke onderwijskundige schoentjes nog knellen door de lespraktijk te evalueren met deze 4 reflectievragen.

1. Klopt het beeld dat je van je leerlingen hebt?

Wat kunnen je leerlingen al? Waar worstelen ze nog mee? En maken ze voldoende leer- en ontwikkelingsvorderingen? Je lesaanpak start bij het beeld dat je van je leerlingen hebt. In een klas met minder taalfeeling ga je bijvoorbeeld anders te werk dan in een taalsterke klas. Leer daarom je leerlingen kennen en volg hun vorderingen op.

Tips:

2. Houdt je lesaanpak je leerlingen gemotiveerd?

Niet alle leerlingen moeten elk vak en elke oefening leuk vinden, maar om tot leren te komen hebben ze wel enkele basisbehoeftes. Volgens motivatiepsycholoog Maarten Vansteenkiste zijn dat autonomie, betrokkenheid en competentie. Rijg dat ABC als rode draad door al je lessen en hou de motivatie van je leerlingen vast. 

Tips:

  • Vertel je leerlingen waarom je voor een bepaalde taak of oefening kiest, vertrek vanuit hun leefwereld of creëer realistische contexten. Als leerlingen begrijpen wat ze met de leerstof zijn, verhoogt hun betrokkenheid
  • Hen activeren heeft hetzelfde effect, bijvoorbeeld door de leerstof in duo’s of groepen te laten verwerken.
  • Verwacht niet te veel ineens. Geef leerlingen voldoende voorbeelden om zich aan te spiegelen en bouw je lessen stapsgewijs op. Zo leer je hen vertrouwen op hun eigen competentie.
  • En weten je leerlingen zelf wel waarom ze voor de ene taak wel en voor de andere niet gemotiveerd zijn? Laat ze reflecteren met de motivatiemeter. Handige input voor hen én voor jou!

3. Heb je voldoende aandacht voor metacognitie en taal?

Sla eens een boek op een willekeurige pagina open en lees ze. Weet je volgende week nog wat erop staat? De kans is klein. En toch studeren veel leerlingen zo. Metacognitie is van groot belang in het onderwijs. Als je je leerlingen niet leert studeren, hebben je lessen veel minder effect. 

Ook taal is cruciaal. In elk vak. Elke leraar een taalleraar? Nee, laat het uitleggen van de spellingsregels maar aan de leraar Nederlands over. Maar elke leraar kan wel taalbewust lesgeven

Tips:

  • ‘Herhaal je leerstof regelmatig’ is een zinnetje dat je waarschijnlijk … regelmatig herhaalt. En hoeveel leerlingen volgen je advies effectief op? Leg hen uit waarom last-minute studeerwerk niet loont en leer hen wetenschappelijk onderbouwde strategieën aan. 
  • Prop die leerstrategieën ook niet allemaal in het vak ‘Leren leren’, maar integreer ze in je lessen. Want pas als je ze op specifieke leerstof toepast, verwerven je leerlingen leerstrategieën echt. 
  • Geen tijd? Door slim te combineren werk je aan meerdere competenties tegelijk. Een leraar die tijdens het voorlezen goede vragen stelt, werkt bijvoorbeeld aan taal én leert de leerlingen logisch redeneren.

4. Hebben je feedback en evaluaties het gewenste effect?

Evalueren is een proces: observeren, feedback geven en bijsturen. Pak je feedback juist aan, dan is het een ontzettend krachtig leermiddel. Maar persoonsgebonden, onduidelijke of demotiverende feedback kan leerlingen ook frustreren en blokkeren. 

Tips:

  • Zorg voor duidelijkheid. Welke leerdoelen wil je evalueren? En wat verwacht je exact van je leerlingen? Je kan heldere evaluatiecriteria opgeven. Maar het is nóg sterker als je hen mee laat nadenken over die criteria.  
  • Focus ook op het proces van je leerlingen. En niet alleen nadat het proces doorlopen is. Reik hen ook voor en tijdens het proces tips, voorbeelden en strategieën aan om tot een goed eindresultaat te komen.
  • Laat leerlingen eerst over zichzelf en hun eigen werk reflecteren. Zo komt jouw feedback minder hard binnen. Voelen ze zich voor deze evaluatie beginners, doorgroeiers, gevorderden of experts? En waarom? 
  • Feedback hoeft niet altijd tijdrovend te zijn. Probeer bijvoorbeeld eens een exit ticket aan het einde van je les.

4 vragen op beleidsniveau

Knellende schoentjes gesitueerd? Werk met deze 4 reflectievragen aan je onderwijskundig beleid en ondersteun zo de leraren in hun lespraktijk.

1. Weten alle leraren welke prioriteiten er zijn en waarom?

Het ‘waarom’ achter beslissingen duidelijk maken verhoogt de gedragenheid: ‘Waarom kiezen we als school voor dat project, die klaspraktijk, deze methodiek, die vernieuwing?’.

Je kan als school niet op alles ja zeggen, maar als je weet waar je samen als team voor gaat, geeft dat duidelijkheid en rust. Denk samen na over het effect dat je op de klasvloer wil bereiken. Zo zet je mensen en middelen gerichter in én heeft het ook een gunstige invloed op de prestaties van je leerlingen. 

Tips:

  • Wat wil je bereiken met je leerlingen? Waar wil je impact op hebben? Een helder schoolconcept helpt om scherpe keuzes te maken. 
  • Dankzij een heldere visie weet je voor welke vernieuwing er ruimte is en kan je je leraren voldoende autonomie geven.
  • Zoom met de Golden Circle in op het waarom. Zo haal je je geloof, doel en drijfveer naar boven. Samen bepaal je waar je voor staat en gaat. 

2. Stimuleert het beleid een samenwerkingscultuur?

Een mooie visie en een sterk strategisch plan is een vertrekpunt. Maar daar stopt het niet. Het is belangrijk ze om te zetten in concrete afspraken voor de school, het (deel)team én de leraar. Zoek naar een evenwicht tussen samenwerken en autonomie geven. Volg de effecten van de afspraken op de klasvloer op, ondersteun en coach je medewerkers om samen doelen te bereiken.

Of werk evidence-informed en laat je inspireren door externe bronnen. Leraren gaan hiermee aan de slag, vertalen dit naar hun klaspraktijk, reflecteren hierover en sturen bij.
Daarnaast kan je ook professionele leergemeenschappen in je school installeren. Zo wordt het onderwijskundig beleid een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Leraren ervaren hierdoor een grotere betrokkenheid. 

Tips:

3. Ken je de kwaliteiten van je korps?

Trek je visie op goed onderwijs ook door in je personeelsbeleid

Investeer tijd voor individuele gesprekken met leraren: ‘Hoe loopt het in de klas, het team, de school? Wat heeft iemand nodig om verder te groeien in de job? Welke vorming of ondersteuning past hierbij? Wie is binnen het team al een krak op dat vlak?’. Monitor dit tot de leraar aangeeft dat het in de vingers zit en het effect zichtbaar is op de klasvloer. Spreek regelmatig je waardering (formeel of informeel) uit en geef feedback over de stappen die hij zet. 

Breng knelpunten uit vakwerkgroepen in kaart of lees hun verslagen. Zou hou je vinger aan de pols. Ga er op een stimulerende manier mee aan de slag. Schakel indien nodig ook externe expertise in voor de opvolging en ondersteuning. 

Tips:

4. Is het beleid PDCA-gericht?

Hoe bewaar je het overzicht over alle acties die je als school, team, leraar uitstippelt? En wat is het resultaat? Verzamel, analyseer en bespreek informatie over je concrete acties en trajecten. Stel je doelen concreet bij en kijk hoe je begeleiding of zorg gericht kan inzetten. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat niet iedereen dezelfde onderwijskansen krijgt. 

Tips:

  • Het monitoren van data geeft je gericht inzicht waar je als team en school sterk in bent, waar je groeikansen liggen en waarvoor je (externe) expertise nodig hebt. 
  • Gebruik een betrokkenheidsscan als tool voor een klasbezoek. 
  • Beslis snel en juist over een beleidsaspect, project of les dankzij de keep-stop-start-methode.
  • Expertisecentrum voor effectief leren ontwikkelde een kwaliteitskader om doordacht aan de slag te gaan met leermiddelen.

Benieuwd naar meer of concretere cijfers? Het volledige verslag lees je op de website van de onderwijsinspectie.  

Tine Jellasics, Rebecca De Clerc

Voeg dit artikel toe aan je bewaarde artikels

Log in om te bewaren


Laat een reactie achter